In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Oefentoets 4.4 t/m 4.6
Slide 1 - Tekstslide
Lees de tekst hiernaast goed door.
Welke in de tekst genoemde onderdelen horen bij het centrale zenuwstelsel?
T1, 1p
A
bewegingszenuwcellen,
gevoelszenuwcellen en
ruggenmerg
B
bewegingszenuwcellen
en gevoelszenuwcellen
C
bewegingszenuwcellen
en ruggenmerg
D
ruggenmerg
Slide 2 - Quizvraag
Bij Guillain-Barré worden gevoelszenuwcellen aangetast. Bekijk de afbeelding hiernaast. Met welke letter wordt een gevoelszenuw aangegeven?
T1, 1p
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 3 - Quizvraag
Een persoon met de ziekte van Huntington maakt vaak ongewilde bewegingen. Ook kan deze persoon zijn bewegingen niet goed coördineren. Welk deel van de hersenen werkt bij iemand met Huntington niet goed meer?
T1, 1p
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
Slide 4 - Quizvraag
Welk deel van de hersenen is beïnvloed door de drank als een fietser slingert?
T1, 1p
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
Slide 5 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding hiernaast en lees de tekst goed door.
Met welk type zintuigcellen van de mens kunnen de zintuigcellen in dit orgaan worden vergeleken?
T1, 1p
A
tastzintuigencellen
B
reukzintuigcellen
C
bewegingszintuigcellen
D
schakelzintuigcellen
Slide 6 - Quizvraag
Abdul loopt graag op blote voeten buiten. Op een ochtend trapt hij in een stukje glas. In een reflex trekt hij zijn voet weg. Hij voelt de pijn.
Zet de juiste woorden op de juiste plek.
T1, 2p
De impulsen gaan via naar het ruggenmerg.
De impulsen gaan over op .
De geleiden impulsen naar de spieren.
bewegingszenuwcellen
gevoelszenuwcellen
schakelcellen
Slide 7 - Sleepvraag
Lees de tekst hiernaast en beantwoord de vraag.
Naar welke zenuwcellen worden de zenuwimpulsen vanuit de hypothalamus gestuurd waardoor je gaat rillen?
T2, 1p
A
zintuigzenuwcellen
B
bewegingszenuwcellen
C
gevoelszenuwcellen
D
schakelzenuwcellen
Slide 8 - Quizvraag
Hormoonklieren kun je onderscheiden van de andere klieren in het lichaam.
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Welke klier is een hormoonklier?
T2, 1p
A
afbeelding 1
B
afbeelding 2
Slide 9 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding hieronder en benoem de onderdelen 3 t/m 6. T1, 4p
schildklier
bijnier
zwezerik
eilandjes van Langerhans
Slide 10 - Sleepvraag
Bekijk de grafiek hiernaast nauwkeurig.
man: In welke levensfase is het testosterongehalte van de man het hoogst?
vrouw: In welke levensfase is het testosterongehalte van de vrouw het hoogst?
T2, 2p
A
man: foetus
vrouw: baby
B
man: baby
vrouw: volwassen
C
man: puber
vrouw: volwassen
D
man: volwassen
vrouw: post menopauze
Slide 11 - Quizvraag
Bekijk de tabel hiernaast.
Mannen van 20 jaar hebben een hoger testosterongehalte dan vrouwen van dezelfde leeftijd. Hoeveel keer hoger is het gehalte van de mannen op deze leeftijd?
T1, 1p
A
12x
B
13x
C
14x
D
15x
Slide 12 - Quizvraag
Welke typen zenuwcellen zie je in de afbeelding hieronder?
bewegingszenuwcel
gevoelszenuwcel
schakelzenuwcel
Slide 13 - Sleepvraag
Er zijn 3 soorten zenuwcellen: gevoelszenuwcellen; bewegingszenuwcellen; en schakelzenuwcellen. Uit welke zenuwen bestaat de gemengde zenuw?
A
gevoelszenuw en bewegingszenuw
B
gevoelszenuw en schakelzenuw
C
schakelzenuw en beweginszenuw
Slide 14 - Quizvraag
Gevoelszenuwcellen geleiden impulsen van
naar .
De uitloper is verbonden met ,
De uitlopers zijn verbonden met andere .
Zet de juiste woorden op de lege plekken
Er blijven antwoorden over.
zintuigen
het centrale zenuwstelsel
lange
korte
een zintuig
zenuwcellen
het ruggenmerg of de hersenen
de huid
Slide 15 - Sleepvraag
Bewegingszenuwcellen geleiden impulsen van
naar .
De uitloper is verbonden met ,
de uitlopers zijn verbonden met andere .
Zet de juiste woorden op de lege plekken.
Er blijven antwoorden over
lange
korte
het ruggenmerg of de hersenen
spieren of klieren
een spier of een klier
zenuwcellen
het centrale zenuwstelsel
schakelzenuwcel
Slide 16 - Sleepvraag
Schakelzenuwcellen hebben alleen uitlopers, die zijn verbonden met .
Schakelzenuwcellen geleiden impulsen van naar
.
Zet de juiste woorden op de lege plekken.
Let op: er blijven antwoorden over
korte
lange
andere zenuwcellen
een andere zenuwcel
de ene zenuwcel
de hersenen of het ruggenmerg
het centrale zenuwstelsel
Slide 17 - Sleepvraag
Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
schakelzenuwcel
cellichaam
gemengde zenuw
bewegingszenuw
Slide 18 - Sleepvraag
Wat is waar?
1. De buitenkant van de grote hersenen noemen we de hersenschors. 2. Onbewuste levensprocessen worden gestuurd vanuit de kleine hersenen.
A
Alleen bewering 1 is juist.
B
Alleen bewering 2 is juist.
C
Beide beweringen zijn juist.
D
Beide beweringen zijn onjuist.
Slide 19 - Quizvraag
Wat is waar?
1. Je lange termijngeheugen wordt vastgelegd in de kleine hersenen. 2. Je reflexen worden geregeld door de hersenstam.