H4 Grammatica zinsdelen - Congruentie en inversie - 3J - les II

H4 Grammatica zinsdelen
Congruentie en inversie
Les II

Maar eerst: tien minuten lezen...
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4 Grammatica zinsdelen
Congruentie en inversie
Les II

Maar eerst: tien minuten lezen...

Slide 1 - Tekstslide

Hoe begin je aan deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Wat is congruentie?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

de kudde koeien
A
de
B
kudde
C
koeien

Slide 4 - Quizvraag

Wat is goed / congruent?
A
De kudde koeien staan in de wei
B
De kudde koeien staat in de wei

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

een groep wielrenners
A
een
B
groep
C
wielrenners

Slide 6 - Quizvraag

Wat is goed / congruent?
A
Een groep wielrenners viel vlak voor de finish
B
Een groep wielrenners vielen vlak voor de finish

Slide 7 - Quizvraag

Welke vragen heb je nog over huiswerkopdracht 1? Welke zin(nen) wil je bespreken?

Slide 8 - Open vraag

Wat verstaan we onder inversie?

Slide 9 - Open vraag

Welke vragen heb je nog over huiswerkopdracht 2 en 4? Welke zin(nen) wil je bespreken?

Slide 10 - Open vraag

Opdracht 3: van welke zin(nen) kun je niet vaststellen of er sprake is van inversie? Leg uit hoe dat komt.

Slide 11 - Open vraag

H4 Formuleren
Incongruentie en onjuiste inversie

Slide 12 - Tekstslide

Startopdracht: Wat is er fout aan de formulering van zin 1 en 2 en wat aan zin 3 en 4?

Slide 13 - Open vraag

Doornemen: uitleg blz. 134

Slide 14 - Tekstslide

Goed of fout?
De media schrijft bijzonder negatief over deze superster.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

De media schrijft bijzonder negatief.
media = onderwerp = meervoud
schrijft = pv = ev
-> getal onderwerp en pv komen niet overeen = incongruentie

Slide 16 - Tekstslide

Goed of fout?
De jeugd in de grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben een probleem.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Verzamelwoord als onderwerp
'De jeugd' lijkt meervoud , is enkelvoud
->incongruentie

Slide 18 - Tekstslide

De jeugd heeft de toekomst, maar ze weet het nog niet.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quizvraag

De kudde schapen stak de weg over.
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quizvraag

Mensen die belangstelling hebben voor de functie worden verzocht te reageren.
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quizvraag

Meewerkend vw wordt ten onrechte als ow gezien.
verzwegen ow: Er wordt aan mensen die belangstelling hebben....

-> incongruentie

Slide 22 - Tekstslide

Incongruentie ontstaat wanneer...
1. Het onderwerp een verzamelnaam bevat (groep, men, politie)
2. Het onderwerp en de persoonsvorm te ver uiteen staan
3. Het meewerkend voorwerp lijkt op een onderwerp

Slide 23 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat incongruentie is?
Let op: geef geen voorbeeld!

Slide 24 - Open vraag

Zelfstandig werken
Maken (in schrift): opd. 1 t/m 3 (blz. 135) = huiswerk voor morgen
Klaar? Lees in je boek naar keuze.

Slide 25 - Tekstslide

Welke vragen heb je nog over incongruentie en onjuiste inversie?

Slide 26 - Open vraag

Hoe eindig je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll