interrogative pronouns

1 / 21
volgende
Slide 1: Video
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Welke vraag klopt niet?
A
Where is Gamora?
B
Who is Gamora?
C
Why is Gamora?
D
Ze kloppen allemaal!

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Video

"Which one is Hikaru?"
Uit hoeveel jongens kon je kiezen?
A
1
B
2
C
3
D
Oneindig veel jongens!

Slide 4 - Quizvraag

Which vs. what
Which was it? a wolf or a dog?
Which do you prefer? Lemon cake or carrot cake?
Which is better exercise? Swimming or tennis?
Which is the largest city in the world?
Which colour do you want? Pink or blue?

What are you talking about?
What do you like to do for fun?
What is your name?
What does this sentence mean?
What did you do last evening?

Slide 5 - Tekstslide

Wat wordt er gevraagd?

Who is that girl over there?
What do you want to eat?
Which side are you on?
How is it made?
When will you leave?
Where are your friends?
Why isn't this class over yet?

Slide 6 - Tekstslide

Why
What
Where
Who
How

Slide 7 - Sleepvraag

Wat betekenen deze woorden?
Who
How
When
Where
Why
What
Which


Slide 8 - Tekstslide

Wat doen deze woorden?
Who = wie
How = hoe
When = wanneer
Where = waar
Why = waarom
What = wat
Which = welke

Slide 9 - Tekstslide

______ juice do you prefer, orange juice or apple juice?
A
Which
B
What

Slide 10 - Quizvraag

_______ hobbies do you have?
A
Which
B
What

Slide 11 - Quizvraag

____ is my car? I can't find it!
A
Which
B
Where
C
Who
D
How

Slide 12 - Quizvraag

Als de keuzes beperkt zijn gebruiken we _____ .
A
Which
B
What

Slide 13 - Quizvraag

____ is that girl over there?
A
Why
B
What
C
Where
D
Who

Slide 14 - Quizvraag

Vragende voornaamwoorden
Who
How
When
Where
Why
What
Which
interrogative pronouns
* andere naam

Slide 15 - Tekstslide

Waar wordt er naar gevraagd?
Who -->
How -->
When -->
Where -->
Why -->

Slide 16 - Tekstslide

Waar wordt er naar gevraagd?
Who --> persoon/mensen
How --> manier
When --> tijd
Where --> plaats
Why --> reden

Slide 17 - Tekstslide

Nog een laatste keer....
Which of what?


Beperkte keuze 

In het algemeen

Slide 18 - Tekstslide

Nog een laatste keer....
Which of what?


Beperkte keuze

In het algemeen
which

what

Slide 19 - Tekstslide

Einde van de les!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Woordweb