Les 3 15 mei 2GTA

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 2-4

Les 2

• Lesdoelen bespreken
• Kritisch lezen herhalen
• Bespreken gemaakte opdrachten (3+4 blz. 126 en 127)
• Samen oefenen
• Video nepnieuws
• Uitleg nieuwe paragraaf
• Zelfstandig werken
• Lezen/werken aan presentatie

Kritisch lezen

• Ik kan uitleggen wat het woord kritisch betekent
• Ik kan 3 dingen noemen waar ik op let bij kritisch lezen
• Ik kan een tekst kritisch lezen en na het lezen verwoorden waarom ik de tekst (on)betrouwbaar vind

Kritisch lezen

We lezen en bespreken samen tekst 6

Maak de vragen bij de tekst

Klaar? Lees in je leesboek (niet op je laptop)

Heb je een vraag over alles wat we tot nu toe hebben gedaan en besproken?

Wat betekent het woord kritisch?

Kritisch lezen (herhaling)

Je onderzoekt of een tekst betrouwbaar is. Daarbij is het volgende belangrijk:

1. De schrijver
2. Het doel van de tekst
3. De bron

Ook bedenk je wat je zelf van de tekst vindt

Welke vraag of vragen van opdracht 3 en 4 vond je lastig/heb je niet gemaakt?

Kritisch lezen

We bespreken opdracht 3 en 4

Je laptop mag dicht

Video

Deze video is niet meer beschikbaar

Welke video was dit?

Kritisch lezen

We lezen en bespreken samen tekst 6

Maak de vragen bij de tekst

Klaar? Lees in je leesboek (niet op je laptop)

Wat is publiek van een tekst?

1. De mensen in de zaal.
2. Degene die de tekst heeft geschreven.
3. De lezers van een tekst.
4. De uitgever van de tekst.

Voor wie zijn de artikelen in het tijdschrift 'Tina' geschreven?

Tekst en publiek

bron(en)

1. Jongens
2. Vrouwen
3. Jonge meiden
4. Mannen

Voor welk publiek is
deze tekst?

1. Kinderen
2. Jongeren
3. Volwassenen
4. Iedereen

Voor welk publiek is deze tekst?

1. Jongeren
2. Volwassenen
3. Ouderen
4. Iedereen

Voor welk publiek is deze tekst?

1. Jongeren op de fiets
2. Volwassenen in de auto
3. Ouderen die willen oversteken
4. Alle weggebruikers

Voor welk publiek is deze tekst?

1. journalisten
2. mensen die van literatuur houden
3. jonge kinderen
4. jongeren

Voor welk publiek is deze tekst?

1. Middelbare scholieren
2. Basisschool kinderen
3. Studenten
4. Volwassenen

Voor welk publiek is deze tekst?

1. Hobbykoks
2. Obers
3. Serveersters
4. Iedereen

Voor wie zijn de artikelen in het tijdschrift 'Voetbal International' geschreven?

Tekst en publiek

bron(en)

1. Mannen en vrouwen
2. Mannen en vrouwen die interesse hebben in voetbal
3. Jongens en meisjes die interesse hebben in voetbal
4. Iedereen die interesse heeft in voetbal

Tekst en publiek

Sleep de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.

tekstdoel informeren

tekstdoel overtuigen

tekstdoel amuseren

tekstdoel activeren

tekstdoel instrueren

een nieuwsbericht over een schietpartij

recensie over mijn gelezen boek

de Donald Duck

een oproep op een website om minder zuivel te consumeren

spelhandleiding van UNO

Tekst en publiek

Om een schrijfdoel te bereiken houdt een schrijver rekening met zijn publiek.

- Het onderwerp

- Taalgebruik

- De bron

- De lay-out

Tekst en publiek

We maken samen de startopdracht en opdracht 1

Tekst en publiek

We lezen klassikaal tekst 3

Je maakt zelfstandig opdracht 2

Als er staat 'leg je antwoord uit' antwoord je in een hele zin.

Klaar? Werk aan je presentatie of lees in je leesboek.

Huiswerk

Opdracht 2 hoofdstuk 6 lezen (blz. 154)

Poll: hoe vond je de les?

😒🙁😐🙂😃