ECO CURSUS 1.3 TL

MENS EN MAATSCHAPPIJ
CURSUS 1.2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

MENS EN MAATSCHAPPIJ
CURSUS 1.2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet ik ....
  • Dat geld een ruilmiddel is en ermee kunt betalen, rekenen en sparen
  • De geschiedenis van geld



Slide 4 - Tekstslide

Wat is geld ?
Ruilmiddel: iets waarmee je kunt ruilen
            Geld
Directe ruil en indirecte ruil

Voordelen:
  1.  Ruilen
  2.  Sparen
  3.  Rekenen 


Slide 5 - Tekstslide




Wat: Opdrachten 2 en 3 op blz. 14
Hoe: Zelfstandig
Tijd: 5 minuten
Klaar ?: Lees de leerstof Ruilhandel
En schrijf in de chat het woordje: klaar 

 

timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Hoe is geld ontstaan?
        Tijd van de jagers en boeren
         Ruilhandel: handel waarbij geen geld wordt gebruikt
          
          Tijd van de Grieken en Romeinen
      Betaalmiddel: waarmee je kunt betalen

          Tijd van monniken en ridders
           Ruilhandel
T.        
          Tijd van de Steden en Staten
        Giro: systeem waarmee je geld kunt overmaken zonder het van de bank af te halen



Slide 7 - Tekstslide

MENS EN MAATSCHAPPIJ
CURSUS 1.3

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet ik ....
  • Wat consumeren is.
  • Wat een bestedingspatroon is en hoe dit invloed heeft op de maatschappij.
  • Geld lenen kost geld.


Slide 10 - Tekstslide

Consumeren
Consumeren = kopen
Wat koop je?  Goederen en diensten

Goederen en diensten kun je verkopen en kopen
             Markt 




Slide 11 - Tekstslide




Wat: Opdrachten 2, 3 en 4 op blz 20
Hoe: Zelfstandig
Tijd: 5 minuten
Klaar ?: Lees de leerstof Jongeren en geld
En schrijf in de chat het woordje: klaar 

 

timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Jongeren en geld
Ieder mens heeft een anderen bestedingspatroon
De manier waarop mensen geld uitgeven

In elke bestedingspatroon komen de inkomen en uitgaven van een persoon in voor.


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Reclame
Een manier om aandacht te trekken voor een product

                                                      Hoe?

De producent richt zijn reclame op een groep mensen en maakt dit zo aantrekkelijk mogelijk

Slide 15 - Tekstslide

Invloed
Sociale beïnvloeding: mensen hebben op elkaar invloed

Commerciële beïnvloeding: verkopers die invloed op de consument hebben

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Korting
Eline koopt een Dsquared T-shirt van 150 ,- met 30% korting.
Hoeveel moet Eline betalen?

Formule: BEDRAG : 100 x PROCENT = KORTING
150 : 100 = 1,50 x 30 = 45 ,-

Hoeveel moet Eline dus totaal betalen?
150 - 45 = 105 ,-

Slide 18 - Tekstslide

Yassir koopt een LV tas van 300 ,-. Hij krijgt 20% korting. Hoeveel moet hij betalen?

Slide 19 - Open vraag

Jasmijn koopt een fiets van 150,-. Zij krijgt 40% korting. Hoeveel moet Jasmijn betalen?
A
100,-
B
90,-
C
85,-
D
75,-

Slide 20 - Quizvraag

Jasmijn koopt een fiets van 150,-. Zij krijgt 40% korting. Hoeveel moet Jasmijn betalen? 

FORMULE: BEDRAG : 100 x PROCENT =
150 : 100 x 40 = 60
150 - 60 = 90

Slide 21 - Tekstslide




Wat: Opdrachten  8 op blz 20
Hoe: Zelfstandig
Tijd: 5 minuten
Klaar ?: Maak opdracht 7
En schrijf in de chat het woordje: klaar 

 

timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Video opdracht
  • Denk alvast na over waar jij jouw mini vlog of TikTok video wilt maken.
  • Video moet minimaal en maximaal 1 minuut lang duren.
  • Hoe lever je dit in?: via Teams of mail
  • DEADLINE: woensdag 20 januari 2020 om 17:00 uur 

                                                   dakar@lmc-vo.nl 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide