voorbereiding toetsweek 2

Noem 6 kenmerken van een goede tekst.
1 / 21
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Noem 6 kenmerken van een goede tekst.

Slide 1 - Woordweb

Verkeerde spelling in een WhatsApp naar je vriend(in) is erg.
A
juist
B
niet juist

Slide 2 - Quizvraag

Verkeerde spelling in een sollicitatiebrief is erg.
A
juist
B
niet juist

Slide 3 - Quizvraag

Welke w- en h-vragen ken je?

Slide 4 - Woordweb

Je schrijft een tekst over een bezoek aan de dierentuin. Schrijf een w-vraag/h vraag.

Slide 5 - Open vraag

"Je inleiding is goed, maar je moet de alinea's nog beter verdelen."
Dit is
A
een voorbeeld van goede feedback.
B
een voorbeeld van verkeerde feedback.

Slide 6 - Quizvraag

"Je maakt alleen maar korte zinnen."
Dit is
A
een voorbeeld van goede feedback.
B
een voorbeeld van verkeerde feedback.

Slide 7 - Quizvraag

"Ik snap helemaal niets van jouw tekst."
Dit is
A
een voorbeeld van goede feedback.
B
een voorbeeld van verkeerde feedback.

Slide 8 - Quizvraag

"Ik vind het echt gek dat je dat zegt."
Deze feedback-ontvanger
A
ontvangt de feedback op een goede manier.
B
ontvangt de feedback niet op een goede manier.

Slide 9 - Quizvraag

Dagen van de week en maanden schrijf je
A
met een hoofdletter.
B
niet met een hoofdletter.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de beste aanhef?
A
Geachte mevrouw Linssen,
B
Geachtte mevrouw Linssen,
C
Beste mevrouw Linssen,
D
Goededag mevrouw Linssen,

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef?
A
Geachte mevrouw Linssen.
B
Geachte mevrouw, Linssen,
C
Geachte mevrouw, Linssen
D
Geachte mevrouw Linssen,

Slide 12 - Quizvraag

Afkortingen mag je gebruiken in een mail of brief.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste afsluiting?
A
met vriendelijke groet,
B
Met vriendelijke groeten,
C
Met vriendelijke groet,
D
Vriendelijke groet.

Slide 14 - Quizvraag

Hoe schrijf je netter: "Ik wil graag een snelle reactie."

Slide 15 - Open vraag

"Ik schrijf deze mail, omdat...."
Hoe kun je deze zin veranderen zodat hij niet met "ik" begint?

Slide 16 - Open vraag

Wat is een goed onderwerp?
A
Of ik de lessen science
B
science lessen gemist
C
Inhalen sciencelessen
D
Inhalen sciencelessen.

Slide 17 - Quizvraag

Ik hoop dat u snel ....
A
.... reageert.
B
.... reageerd.
C
.... reageerdt.

Slide 18 - Quizvraag

Wie weet waarom dit fout is: "Kunt een reactie terugsturen?"
ja
nee
misschien

Slide 19 - Poll

Wie weet waarom dit fout is: "Kunt u een reactie sturen?" Ik hoor graag van je.
ja
nee
misschien

Slide 20 - Poll

Opdracht
- Schrijf voor jezelf het alfabet op in hoofdletters en kleine letters.
- Vind je werkwoordspelling lastig? Doe dan de LessonUp werkwoordspelling. Zie in LessonUp.

Slide 21 - Tekstslide