H19 - standenstrijd

Standenstrijd
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Standenstrijd

Slide 1 - Tekstslide

Standenmaatschappij
Ongelijkheid :
=> patriciërs: kleine groep oude aanzienlijke families leveren senatoren en bestuurders
=> plebejers: gewone volk, heeft geen politieke macht

Slide 2 - Tekstslide

Stemrecht
Iedere Romeinse burger had stemrecht.

De plebejers konden zich verbinden aan een patronus =>
in ruil voor hun stem, zorgde de patronus  voor zijn  cliëntes.

Slide 3 - Tekstslide

Willekeur
Patriciërs alle macht.
Plebejers in schuldslavernij door lange en verre oorlogen.

Komen in opstand wanneer de Senaat niet naar hun bezwaren luistert : 495 v. Chr.

Slide 4 - Tekstslide

Secessio
plebis
Plebejers naar Heilige Berg.

Patriciërs krijgen de zenuwen: wat als de Volsci aanvallen?

Plebejers krijgen volkstribunen om belangen te verdedigen.

Slide 5 - Tekstslide

Beleg van 
Corioli
Tijdens oorlog met de Volsci.

Patriciër Gnaeus Marcius was een van de soldaten.

Had voor zijn dapperheid al een burgerkrans verdiend.

Slide 6 - Tekstslide

19.A  De patriciër Gnaeus Marcius verovert Corioli
Erat tum in castris inter milites iuvenis, acer et fortis,
Gn. Marcius. |  Dum in statione est, subito Volsci - qui Coriolanis
opem ferre constituerant - magna voce clamantes accurrerunt
et a tergo invaserunt.

Er was in het legerkamp tussen de soldaten een jongeman, fel en dapper, Gn. Marcius. Terwijl hij op wacht stond, zijn plotseling de Volsci - die hadden besloten om hulp te brengen aan de Coriolaniërs - aan komen rennen terwijl ze met luide stem riepen en hebben [de Romeinen] in de rug aangevallen.

Slide 7 - Tekstslide

In welke naamval staat 'Coriolanis' in regel 2 en waarom is deze naamval hier gebruikt?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het antecedent van 'qui'
in regel 2?
A
Gn. Marcius
B
Coriolanis
C
Volsci
D
statione

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord is in regel 1 t/m 4 een PPA?
A
iuvenis
B
ferre
C
voce
D
clamantes

Slide 10 - Quizvraag

Er was in het legerkamp tussen de soldaten een jongeman, fel en dapper, Gn. Marcius. Terwijl hij op wacht stond, zijn de Volsci - die hadden besloten om hulp te brengen aan de Coriolaniërs - aan komen rennen terwijl zij met luide stem riepen en hebben [de Romeinen] in de rug aangevallen.
Eodem tempore Coriolani ex oppido eruperunt et Romanos urgebant.
Marcius, qui vidit milites territos esse, nihil metuens exclamavit:
'Commilitones, nunc virtutem nostram ostendere possumus!'

Op datzelfde moment zijn de Coriolani uit de/hun stad uitgebroken en brachten de Romeinen in het nauw.
Marcius, die heeft gezien dat de soldaten bang waren, heeft uitgeroepen omdat hij niets vreesde: "Strijdmakkers, nú kunnen wij onze moed tonen!'

Slide 11 - Tekstslide

Omschrijf in je eigen woorden de situatie rond Corioli zoals dit in regel 1 t/m 5 wordt verteld.

Slide 12 - Open vraag

Welk woord is het antecedent van 'metuens' in regel 6?
A
Marcius
B
qui
C
milites
D
nihil

Slide 13 - Quizvraag

timer
2:00
Praesens
Imperfectum
Perfectum
Plusquam-
perfectum
clamantes
         est
   urgebant
         erat
eruperunt
          accurrerunt
constituerant

Slide 14 - Sleepvraag

Op datzelfde moment zijn de Coriolani uit de/hun stad uitgebroken en brachten de Romeinen in het nauw. 
Marcius, die heeft gezien dat de soldaten bang waren, heeft uitgeroepen omdat hij niets vreesde: "Strijdmakkers, nú kunnen wij onze moed tonen!'
Deinde cum paucis militibus per portam patentem in oppidum
ferox irrupit. Ibi prope moenia lignum ardens vidit arripuitque,
quo singulas domos incendit. Incolae anxii domos reliquerunt,
clamantes 'Romani in oppido sunt! Oppidum incenderunt!'

Vervolgens is hij met weinig/een paar soldaten door de openstaande poort de stad dapper binnengedrongen. Daar heeft hij dicht bij de muren een brandend stuk hout gezien en [het] gegrepen, waarmee hij enkele huizen in brand heeft gestoken. De angstige bewoners hebben hun huizen verlaten, terwijl ze riepen 'Er zijn Romeinen in de stad! Ze hebben de stad in brand gestoken!'

Slide 15 - Tekstslide

Welke van de volgende PPA - vormen moet je predicatief vertalen?
A
clamantes (r. 3)
B
patentem (r. 8)
C
ardens (r. 9)
D
clamantes (r. 11)

Slide 16 - Quizvraag

Welk geslacht heeft het woord 'domos' in regel 10?
Tip: bijv. nw. kan je helpen
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 17 - Quizvraag

Vervolgens is hij met weinig/een paar soldaten door de openstaande poort de stad dapper binnengedrongen. Daar heeft hij dicht bij de muren een brandend stuk hout gezien en [het] gegrepen, waarmee hij enkele huizen in brand heeft gestoken. De angstige bewoners hebben hun huizen verlaten, terwijl ze riepen 'Er zijn Romeinen in de stad! Ze hebben de stad in brand gestoken!'
Hic clamor auxit animum Romanorum, sed turbavit Volscos.
Ei putantes Romanos oppidum cepisse statim redierunt.
Ita Romani virtute unius viri Coriolos expugnare potuerunt.
Ideo forti Gn. Marcio postea cognomen Coriolanus fuit.

Dit geschreeuw heeft de moed van de Romeinen vergroot, maar de Volsci in verwarring gebracht. Zij zijn, omdat zij meenden dat de Romeinen de stad hadden ingenomen, meteen teruggekeerd. Zo hebben de Romeinen door de moed van één man Corioli kunnen veroveren.
Daarom is aan de dappere Gn. Marcius later de bijnaam Coriolanus geweest/heeft de dappere Gn. Marcius later de bijnaam Coriolanus gehad/gekregen.

Slide 18 - Tekstslide

timer
3:00
Nominativus
Accusativus
Dativus
Ablativus
Romani (r. 11)
cognomen (r. 15)
oppidum (r. 11)
Coriolos (r. 14)
virtute (r. 14)
Gn. Marcio (r. 15)
clamor (r. 12)

Slide 19 - Sleepvraag

Samenhang van H18-19
Wat zijn Brutus, Gaius Mucius 'Scaevola' en Gnaeus Marcius 'Coriolanus' voor soort figuren?

Slide 20 - Open vraag