Liv 1 Spaans periode 3 les 3 2425

Les 3

- Je kunt tot 10 tellen
- Je kent het persoonlijk 
   voornaamwoord
- Je kan zeggen waar je vandaan komt
- Je kunt een zin maken met het 
   werkwoord zijn

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Les 3

- Je kunt tot 10 tellen
- Je kent het persoonlijk 
   voornaamwoord
- Je kan zeggen waar je vandaan komt
- Je kunt een zin maken met het 
   werkwoord zijn

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    Lee los números de vuelo y destino(bestemming):

                    1.KLM KL1861 con destino Dusseldorf
                    2.Transavia HV5671 con destino Ibiza
                    3.Tui Fly OR575 con destino Lanzarote 
                    4.Iberia 1130 con destino Barcelona
                    5.Easyjet EZS1356 con destino Ginebra
                    6.AirFrance AF1441 con destino París
               7.Turkish Airlines TK1954 con destino Ankara
                    8.Lufthansa LH2309 con destino Munich


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



ik
jij
hij
zij
u
wij
jullie
zij
u


yo
él
ella
usted
nosotros, nosotras
vosotros, vosotras
ellos, ellas
ustedes
Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ser 
ik
yo
soy
jij
eres
hij / zij / u
él / ella / usted
es
wij
nosotros
somos
jullie
vosotros
sois
zij / u (mv)
ellos / ustedes
son

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ser / ser de
persoonlijk voornaamwoord (ik, jij, etc) alleen bij nadruk
Yo soy Alba, ella es Lidia. (ík ben Alba, zij is Lidia)

In Latijns-Amerika gebruikt men ustedes i.p.v.  vosotros
Ook gebruikt men vaker usted dan 

Let op:
bij nosotras, vosotras, ellas = groep met alleen vrouwen
Vanaf 1 man wordt de hele groep mannelijk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ser / ser de
ser         = zijn
ser de   = komen uit

Soy Alba, soy de Valladolid.
Ella es Lidia, es de Madrid.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zinnen ontkennend maken
no = niet

ontkenning (no) direct voor het vervoegde werkwoord
No soy Lidia.
Ella no es Alba.

Let op! No betekent ook "nee"
No, no soy Lidia, soy Alba. (Nee, ik ben niet Lidia, ik ben Alba)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Tot hier aangekomen
MP TB pag 12 tarea 5b + c 
Luister naar de vier fragmenten.
b. schrijf op waar iedereen vandaan komt
c. vul het schema aan



meerdere keren luisteren is prima (minimaal 2-3x is normaal)
1
2
3
4

Slide 10 - Tekstslide

hasta aquí 27/2
MP WB pag 9 tarea 5
Luister en corrigeer de telefoonnummers.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP WB pag 10 tarea 8
Luister naar de zinnen en kruis aan over welke persoon of personen het gaat.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
7
MP H1
Werkboek 2, 3, 4, 6, 7, 9 (pag 9-10)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP WB pag 10 tarea 8
Luister naar de zinnen en kruis aan over welke persoon of personen het gaat.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies