Keuzedeel week 1

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

Bienvenidos

a la clase de español

Start

- Je weet hoe we te werk gaan

- Wij leren elkaar kennen

- Je weet waar je alle 

   materialen kunt vinden

- Je weet welke examens je krijgt

Yvonne Hendrix

(ma, do, vrij)

[e-mail]

en via de chat in Teams

¿Y tú?

Waarom wil je graag Spaans leren?

Kun je al Spaans?

Conocerse - kennis maken

Wat?	Zoek 10 dingen die jullie met elkaar gemeen hebben en schrijf die op een post-it.
Hoe?	In groepjes van 4
Tijd?	10 minuten
Hulp?	Geen
Klaar?	Plak de post-its op het bord

Spaans A1/A2

15 weken

- Spreken A1 

- Gesprekken voeren A1 

- Lezen A2

- Luisteren A2 

- Schrijven A1 

Gemiddelde cijfer = eindcijfer

Werkwijze

Op school

- instructie

- actief oefenen en samenwerken

Thuis

- zelfstudie

- herhalen

Materialen

Teams voor :                                                                  Boek voor:

- het inleveren van opdrachten                             - in de les

- extra materiaal (filmpjes, oefeningen)           - basis in Spaans

LessonUp voor :                                                            Reader voor:

- tijdens de les en huiswerktaken                         - toetsvoorbereiding

Neem een laptop en oortjes mee naar de les voor online werken en luisteropdrachten!

LessonUp

Gele slide           = leerdoelen

Witte slide         = (grammatica) uitleg

Groene slide     = opdrachten/huiswerk

Blauwe slide     = interactieve opdracht in LessonUp

Het boek

- grammatica uitleg

- opdrachten

- Cuaderno de ejercicios (extra opdrachten) vanaf pag. 139

- Grammatica overzicht vanaf pag. 195

- Werkwoorden vanaf pag. 205

- Transcripties vanaf pag. 209

- Woordenlijst Spaans - Nederlands vanaf pag. 235

- Woordenlijst Nederlands - Spaans vanaf pag. 259

Online

- digitale versie van het boek

- luisteropdrachten

- online opdrachten maken 

   (klik op het pennetje links boven de oefening)

Week 1

- Je weet in welke landen er Spaans 

   wordt gesproken

- Je groet iemand en neemt afscheid

- Je stelt jezelf voor en noemt je naam, leeftijd, studie, werk, talen en je vertelt over je gezin.

- Je herkent het verschil tussen 

   mannelijke en vrouwelijke woorden

- Je kent het lidwoord en het meervoud

- Je kent de werkwoorden zijn, hebben en de regelmatige werkwoorden op -ar

Opdrachten week 1

Maken:

Unidad 0 en 1 

(pag 13-27)

extra oefenen?

Maak de opdrachten op pag 139-143

Leren:

woordenlijst (pag 26 + 27)

grammatica

Tarea

Wat?	Maak opdracht 0.01 - 0.04 op pag. 13 en 0.06 op pag. 15
Hoe?	Overleg samen met je buur
Tijd?	10 minuten
Hulp?	Geen
Eerder klaar?	Bedenk welke Spaanse woorden je nog meer kent

Hallo

Goedemorgen

Goedemiddag

Goedenavond

Dag!

Tot later!

Hola

Buenos días      

Buenas tardes  

Buenas noches 

¡Adiós!

¡Hasta luego!

Tarea

Wat?	Maak opdracht 1.03 op pag. 18
Hoe?	Zelfstandig, in stilte
Tijd?	5 minuten
Hulp?	Kijk in de woordenlijst op pag. 26
Eerder klaar?	Maak dan opdracht 1.02 bovenaan

Ser 

ik	yo	soy
jij	tú	eres
hij / zij / u	él / ella / usted	es
wij	nosotros	somos
jullie	vosotros	sois
zij / u (mv)	ellos / ustedes	son

Ser / ser de

ser         = zijn

ser de   = komen uit

Soy Alba, soy de Valladolid.

Ella es Lidia, es de Madrid.

Persoonlijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord (ik, jij, etc) alleen bij nadruk

Yo soy Alba, ella es Lidia. (ík ben Alba, zij is Lidia)

In Latijns-Amerika gebruikt men ustedes i.p.v.  vosotros. 

Ook gebruikt men vaker usted dan tú

Let op:

bij nosotras, vosotras, ellas = groep met alleen vrouwen

Vanaf 1 man wordt de hele groep mannelijk

Tener 

ik	yo	tengo
jij	tú	tienes
hij / zij / u	él / ella / usted	tiene
wij	nosotros	tenemos
jullie	vosotros	tenéis
zij / u (mv)	ellos / ustedes	tienen

Het zelfstandig naamwoord

Mannelijk

woorden eindigend op:

-o

Vrouwelijk

woorden eindigend op:

-a

-dad

-ión

Het lidwoord

Mannelijk

de/het

el

een

un

Vrouwelijk

de/het

la

een

una

Het lidwoord (meervoud)

Mannelijk

de/het

los

- / een paar / enkele

unos

Vrouwelijk

de/het

las

- / een paar / enkele

unas

woorden eindigend op een klinker (a, e, i, o, u)                + s

woorden eindigend op een medeklinker                           + es

el chico                     los chicos

la casa                       las casas

el hotel                      los hoteles

la ciudad                  las ciudades

Het meervoud

Het regelmatig werkwoord

- ar

-er

-ir

Hablar, trabajar, estudiar, buscar

Het regelmatig werkwoord

STAM : -AR

hablar > hablar > habl

trabajar > trabajar  > trabaj

estudiar > estudiar > estudi

Het regelmatig werkwoord

HABLAR   > HABL-

yo	habl	o
tú	habl	as
él, ella, usted	habl	a
nosotros	habl	amos
vosotros	habl	áis
ellos, ustedes	habl	an

Uitgangen -AR

-o

-as

-a

-amos

-áis

-an

Uitgangen -AR

Ik studeer Horeca / Toerisme     Estudio Hostelería / Turismo

Praat jij Nederlands?                      ¿Hablas holandés?

Spreekt u Engels?                           ¿Habla inglés?

José werkt in een restaurant     José trabaja en un restaurante.

Wij reizen naar Spanje.                 Viajamos a España.

Zoeken jullie de bank?                   ¿Buscáis el banco?

Zij luisteren naar muziek.             Ellos escuchan música.   

Opdracht: Stel jezelf nu voor

1. groet
2. zeg je naam
3. zeg waar je vandaan komt
4. vertel waar je werkt
5. vertel wat je studeert
6. zeg welke talen je spreekt
7. benoem je gezinsleden
8. neem afscheid

Volgende week

Stel je jezelf voor in het Spaans

Leer je vertellen over je woonplaats

Vullen we een reserveringsformulier in

Kun je je naam spellen

Lezen we een tekst

Kijk in de tussentijd in Teams voor aanvullende uitleg

Neem je boek en/of laptop mee!

Evaluatie

- Wat moet er volgende keer 

   anders?

- Wat moeten we zeker 

   behouden?

Nogmaals de uitleg over de uitspraak van de letters in het Spaans

Nogmaals de uitleg over de lidwoorden en het meervoud in het Spaans