10.4 Voortplanting met bloemen

10.4 Voortplanting met bloemen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

10.4 Voortplanting met bloemen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke delen van een bloem voor voortplanting zorgen.
  • Je kunt beschrijven hoe de bestuiving bij insectenbloemen en bij windbloemen gaat.
  • Je kunt uitleggen hoe de bevruchting van eicellen door stuifmeelkorrels bij een bloem gaat.
  • Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan.

  • Je kunt drie manieren beschrijven waarop planten hun zaden verspreiden.
  • Je kunt de levenscyclus van een plant beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Voortplantingsorganen Planten
Helmknoppen van meeldraden: 
  • Mannelijk
  • Meiose = Stuifmeelkorrels (haploïd)

In zaadbeginsel van vruchtbeginsel stamper:
  • Vrouwelijk
  • Meiose = Eicellen (haploïd)

Slide 3 - Tekstslide

Op welke drie manieren worden insecten naar planten gelokt?

Slide 4 - Open vraag

Verspreiding stuifmeelkorrels door wind en water (abiotisch) 
of dieren (biotisch)
-> bron 2 en 3

Slide 5 - Tekstslide

Bestuiving
= bevruchting:

stuifmeelkorrel + eicel = zaadje (kiem/embryo + voorraad voedsel)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Na bevruchting
  1. Kroonbladeren verkleuren, verschrompelen en vallen af
  2. Zaadbeginsel wordt zaad (vanuit kiem met twee zaadlobben)
  3. Vruchtbeginsel wordt vrucht

Slide 8 - Tekstslide





Zaadverspreiding: genoeg licht, water en mineralen voor groei

Slide 9 - Tekstslide

Levenscyclus van een plant

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf in je agenda wo 10 jan 8e uur
Bestudeer blz. 47 t/m 61.
Maken + nakijken opdr. 4, 5, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 21, 23, 25 en 26.

Slide 11 - Tekstslide

Beschrijf hoe en waar de mannelijke voortplantingscellen worden gemaakt bij een plant.

Slide 12 - Open vraag

Beschrijf hoe en waar de vrouwelijke voortplantingscellen worden gemaakt bij een plant.

Slide 13 - Open vraag