10.4 Voortplanting met bloemen

10.4 Voortplanting met bloemen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10.4 Voortplanting met bloemen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 10.4
  • Je kunt uitleggen welke delen van een bloem voor voortplanting zorgen.
  • Je kunt beschrijven hoe de bestuiving bij insectenbloemen en bij windbloemen gaat.
  • Je kunt uitleggen hoe de bevruchting van eicellen door stuifmeelkorrels bij een bloem gaat.
  • Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan.
  • Je kunt drie manieren beschrijven waarop planten hun zaden verspreiden.
  • Je kunt de levenscyclus van een plant beschrijven.





Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Voortplantingsorganen Planten
Helmknoppen van meeldraden: 
  • Mannelijk
  • Meiose = Stuifmeelkorrels (haploïd)

In zaadbeginsel van vruchtbeginsel stamper:
  • Vrouwelijk
  • Meiose = Eicellen (haploïd)

Slide 4 - Tekstslide

Beschrijf hoe en waar de mannelijke voortplantingscellen worden gemaakt bij een plant.

Slide 5 - Open vraag

Verspreiding stuifmeelkorrels door wind en water (abiotisch) 
of dieren (biotisch)
-> bron 2 en 3
Bestuiving

Slide 6 - Tekstslide

Zelfbestuiving of kruisbestuiving?

Slide 7 - Tekstslide

Bestuiving door insecten of de wind
insectenbloem: opvallende kleuren en geuren om insecten aan te trekken, nectar zit diep in de bloem

windbloem: bloemetjes zijn klein, groen en geuren niet, meeldraden en stempel steken ver uit de bloem

Slide 8 - Tekstslide

Op welke drie manieren worden insecten naar planten gelokt?

Slide 9 - Open vraag

Bevruchting
Na bestuiving!!!

stuifmeelkorrel + eicel = zaadje (kiem/embryo + voorraad voedsel)

Slide 10 - Tekstslide

Na bevruchting
  1. Kroonbladeren verkleuren, verschrompelen en vallen af
  2. Zaadbeginsel wordt zaad (vanuit kiem met twee zaadlobben)
  3. Vruchtbeginsel wordt vrucht

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
10.4
Maak opgave 4,5,6,8,9, 10,12,14,16 en 17 

daarna tweede lesuur: practicum lelie

timer
8:00

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen 10.4 les 2
  • Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan.
  • Je kunt drie manieren beschrijven waarop planten hun zaden verspreiden.
  • Je kunt de levenscyclus van een plant beschrijven.

Slide 14 - Tekstslide

De stamper bestaat uit:
stempel
stijl
vruchtbeginsel

Slide 15 - Sleepvraag

De meeldraad bestaat uit:
helmdraad
helmknop

Slide 16 - Sleepvraag

Mensen met hooikoorts zijn allergisch voor stuifmeelkorrels.
Van welke planten komen deze stuifmeelkorrels?
A
windbloemen
B
insectenbloemen
C
zowel wind- als insectenbloemen
D
alleen van gras

Slide 17 - Quizvraag

Beschrijf hoe en waar de vrouwelijke voortplantingscellen worden gemaakt bij een plant.

Slide 18 - Open vraag

Zaadverspreiding
3 manieren: 
1. door wind
2. door dieren
3. door de plant zelf

Slide 19 - Tekstslide

Maken opdracht 22 blz. 59

Slide 20 - Tekstslide

Ontstaan van zaden
1. Stuifmeelkorrels plakken op de stempel
2. Celkern van stuifmeelkorrels gaat door de stuifmeelbuis tot in de eicel
3. Elke bevruchte eicel (zaadbeginsel) groeit uit tot een zaadje, daaromheen groeit het vruchtbeginsel tot vrucht

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Levenscyclus van een plant

Ontkiemen:
Eerst groeien de worteltjes en daarna pas het bovengrondse deel van de plant.

Slide 23 - Tekstslide

Verschillende levenscycli
- eenjarige planten: hele levenscyclus in hetzelfde jaar
- tweejarige planten: ontkiemen en groeien in het 1e jaar, bloeien en maken zaden in het 2e jaar
- meerjarige planten: doorlopen de hele cyclus elk jaar opnieuw, maar bovengrondse delen sterven in het najaar af 
Tweejarige planten

Slide 24 - Tekstslide

huiswerk: Maken

Zelf bestuderen/doorlezen:  10.4
Maken: 10.4 opgave 23,24,25,26
Daarna practicum sperzieboon

timer
8:00

Slide 25 - Tekstslide