6.5 Omtrek en oppervlakte

6.5 Omtrek en oppervlakte
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.5 Omtrek en oppervlakte

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je leert de omtrek van een vergroting berekenen;
  • Je leert de oppervlakte van een vergroting berekenen.

Korte herhaling schaal berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het automodel heeft een lengte van 9,5 cm.
In werkelijkheid is de auto 380 cm.
Bereken de schaal.
A
1 : 38
B
1 : 380
C
1 : 9,5
D
1 : 40

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het treinmodel heeft een lengte van 33 cm.
In het echt is de trein 2871 cm. Bereken de schaal.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek vergroting

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek vergroting
Vergrotingsfactor = 3

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek vergroting
Vergrotingsfactor = 3

Omtrek 

van 4  naar 12

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek vergroting
Vergrotingsfactor = 3

Omtrek =

van 4 naar 12 

Omtrek vergrotingsfactor = x3

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte vergroting

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte vergroting
Vergrotingsfactor = 3

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte vergroting
Vergrotingsfactor = 3

Oppervlakte 

van 1 naar 9 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte vergroting
Vergrotingsfactor = 3

Oppervlakte =

van 1 naar 9 

Oppervlakte vergrotingsfactor = 

32

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de vergrotingsfactor?
A
1
B
4
C
16
D
1,33

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet er boven de pijl staan?
A
1,33
B
16
C
4
D
1

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet er boven op de plek van de puntjes staan?
oppervlakte foto 1 x ..... = oppervlakte foto 2
A
1
B
4
C
16
D
42

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De omtrek van een figuur is 11 cm en het figuur wordt 8 keer vergroot. Wat is de nieuwe omtrek?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je figuur A vermenigvuldigt met factor 4, krijg je figuur B.
De omtrek van figuur A is 14 cm. Bereken de omtrek van figuur B.

Slide 18 - Open vraag

14 x 4 = 56 cm
Wat is de oppervlakte bij een vergrotingsfactor van 3?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De vergrotingsfactor is 2.
Wat is de oppervlakte van de vergroting?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

a. Wat is de vergrotingsfactor?
b. Hoeveel keer groter is
de oppervlakte?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies