- kun je de oppervlakte van een vergroting berekenen
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
- kun je de omtrek van een vergroting berekenen
- kun je de oppervlakte van een vergroting berekenen
Slide 12 - Tekstslide
Theorie 6.5 (blz. 220)
Slide 13 - Tekstslide
Oppervlakte vergroten
Slide 14 - Tekstslide
Oppervlakte vergroten
Slide 15 - Tekstslide
De factor is 3.
De omtrek van de vergroting is ... keer zo groot.
Slide 16 - Open vraag
Schrijf in je schrift: Uitleg 6.5
Slide 17 - Tekstslide
Schrijf in je schrift: Uitleg 6.5
factor = 3
omtrek:
Slide 18 - Tekstslide
Schrijf in je schrift: Uitleg 6.5
factor = 3
omtrek: 3 keer zo groot
Slide 19 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
- kun je de omtrek van een vergroting berekenen
- kun je de oppervlakte van een vergroting berekenen
Slide 20 - Tekstslide
De factor is 3.
De oppervlakte van de vergroting is ... keer zo groot.
Slide 21 - Open vraag
Schrijf in je schrift: Uitleg 6.5
factor = 3
omtrek: 3 keer zo groot
oppervlakte: 3x3=9 keer zo groot
Opp origineel x factor^2 = Opp beeld
Slide 22 - Tekstslide
Als ik een foto met de factor 3 vergroot, wordt de oppervlakte....
A
3 keer zo groot
B
9 keer zo groot
C
27 keer zo groot
D
6 keer zo groot
Slide 23 - Quizvraag
De oppervlakte van de foto is 15 cm Bereken de oppervlakte van de vergroting: De foto wordt vergroot met factor 6. oppervlakte vergroting = vergrotingsfactor x oppervlakte orig.
2
2
A
90
B
51
C
5,40
D
540
Slide 24 - Quizvraag
Bij een vergroting is de oppervlakte 25 keer zo groot als de oppervlakte van het origineel. Wat is de vergrotingsfactor?
A
1
B
5
C
25
D
625 (25 x 25)
Slide 25 - Quizvraag
Rechthoek PQRS wordt met factor 4 vergroot. Met welke factor wordt de oppervlakte vergroot?
A
2
B
4
C
16
D
64
Slide 26 - Quizvraag
De oppervlakte van de kleine figuur is 10 cm². De figuur wordt 4 keer vergroot. Hoe bereken je de oppervlakte van de vergroting.
A
4² x 10 =160
B
4 x 10 =40
C
4x4x4 x 10 =640
D
dat kun je niet weten
Slide 27 - Quizvraag
Welke formule hoort bij vergroten van oppervlakte?
A
Vergrotingsfactor* oppervlakte
B
Vergrotingsfactor ^3*oppervlakte origineel
C
Vergrotingsfactor ^2* oppervlakte origineel
D
Vergrotingsfactor^2
Slide 28 - Quizvraag
Aan het werk
Nakijken: 6.4
Maken: 6.5 32, 33, 35, 36, 37, 38
Klaar?
- Nakijken 6.5
Extra:
- Maken hoofdstukopdrachten: samenvatting en oefenproefwerk H6
- Maken Gemengde opdrachten
- Oefenen mbv Magister
met Zs tijd
timer
10:00
Let op!
Sluit de les niet af!
Slide 29 - Tekstslide
Lesafsluiting
Hoe zit het?
Als de factor 6 is, dan wordt de omtrek .. keer zo groot en de oppervlakte .. keer zo groot.