Les 4, zintuigen (7-3)

Zintuigen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Zintuigen

Slide 1 - Tekstslide

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
gele vlek
oogzenuw
iris
Harde oogvlies
Glasachtig lichaam

Slide 2 - Sleepvraag

accomoderen is:
A
reflecteren
B
absorberen
C
construeren
D
scherp stellen

Slide 3 - Quizvraag

In het oor bevinden zich de gehoorbeentjes:
A
Harpoen, Aambeeld, Stijgbeugel
B
Hamer, Aambeeld, Stamina
C
Hamer, Aambeeld, Stijgbeugel
D
Hamer, Anker, Stijgbeugel

Slide 4 - Quizvraag

Hoe lopen de trillingen door het oor?
A
Gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies - slakkenhuis
B
Gehoorgang - trommelvlies - slakkenhuis - gehoorbeentjes
C
Gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis
D
Gehoorgang - slakkenhuis - gehoorbeentjes - trommelvlies

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de functie van de buis van Eustachius?
A
Geluid doorgeven aan het trommelvlies
B
Gelijk houden van luchtdruk

Slide 6 - Quizvraag

Uit welke 3 onderdelen bestaat het oor?
A
Buitenoor, middelste oor, binnenkant
B
Buitenoor, middenoor, binnenoor

Slide 7 - Quizvraag

Wat zorgt ervoor dat de gehoorbeentjes gaan trillen?
A
Het trommelvlies
B
De oorschelp
C
De buis vab Eustachius
D
De gehoorgang

Slide 8 - Quizvraag

De oorschelp, gehoorgang en trommelvlies behoren tot het:
A
Binnenoor
B
Middenoor
C
Buitenoor

Slide 9 - Quizvraag

Zintuigen ken jij?

Slide 10 - Tekstslide

Welke zintuigen ken je?

Slide 11 - Woordweb

Zintuigen van de mens





Zintuigen = "meetapparatuur" om de omgeving waar te nemen
Alle zintuigen bij elkaar = zintuigstelsel

Slide 12 - Tekstslide

Zintuig
  • Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving.
  • Zintuigenstelsel

Slide 13 - Tekstslide

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 14 - Tekstslide

van zintuig naar ruggenmerg

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat is neuropathie?
Het niet goed functioneren van een zenuw, zijn er meerdere zenuwen aangedaan dan spreek je van polyneuropathie.

Aandoening van de zenuwen in armen en benen
  • sensorisch (gevoel)
  • motorisch (beweging)
  • beide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Symptomen bij aantasting sensorische zenuwen
  • Verminderde functie: doof of veranderd gevoel
  • Foutieve functie: tintelingen, brandende of stekende pijn
Het lijkt alsof men op watten of een kussentje loopt
verstoring van het evenwicht, vooral bij lopen op oneffen ondergrond en in het donker.


Slide 19 - Tekstslide

Symptomen bij aantasting sensorische zenuwen
  • Neuralgie: zenuwpijn (soms onverklaarbaar)


Slide 20 - Tekstslide

Symptomen bij aantasting motorische zenuwen
Afname van de spierkracht (spierzwakte)
  • dit uit zich in het niet goed kunnen heffen van de voeten en klapvoeten
  • dit uit zich in de handen door middel van moeite hebben met schrijven en niet meer goed kunnen openen van potten
Afname van spiermassa uit zich ook door spieratrofie
  • armen en benen worden dunner
Kramp

Slide 21 - Tekstslide

Oorzaak (poly)neuropathie
- Beschadiging/ druk: door een operatie of aandoening waarbij er druk op de zenuw is of de zenuw beschadigd is geraakt.
- Gebrek aan vitaminen kan beschadiging van de zenuwen veroorzaken
- Toxisch, bepaalde medicatie  of chemo kan leiden tot zenuwschade
- Onderliggende aandoeningen als bv. Diabetes, stofwisselingsziekten  of auto-immuunziekten
- Infecties: Lepra, AIDS, Lyme
- Alcoholmisbruik

Slide 22 - Tekstslide

Zintuigen

Slide 23 - Tekstslide

Smaak (proeven)
Smaakzintuigen: worden geprikkeld door smaakstoffen

Tong: is ruw, bevat uitsteeksels en holtes, hierin liggen smaakzintuigen
5 soorten smaakzintuigen:
zoet, zout, zuur, bitter, umani (hartig)

Slide 24 - Tekstslide

Ruiken
  • lucht inademen.
  • geurstoffen komen bij je
reukzintuig.
  • geurstoffen zijn de prikkels
voor je reukzintuig.
  • reukzintuig stuurt via de
reukzenuw een impuls naar
je hersenen.
  • hersenen geven aan welke
geur het is.

Slide 25 - Tekstslide

Zintuigen in de huid
  1. Tastzintuigen
  2. Drukzintuigen
  3. Pijnzintuigen
  4. Warmte zintuigen
  5. Koude zintuigen

Slide 26 - Tekstslide

Tekst
gezichts- zintuig
gehoor- zintuig
reuk- zintuig

tast- zintuig

smaak- zintuig

Slide 27 - Sleepvraag

Begrippen
  • Zintuigstelsel, zintuigen en zintuigcellen
  • Impuls (elektrisch signaal)
  • Drempelwaarde: Niet elke prikkel neem je waar.
  • Adequate prikkel: de prikkel waarvoor zintuigcel gevoelig is
  • Gewenning door lange tijd zelfde prikkels
  • Motivatie kan drempelwaarde verlagen

Slide 28 - Tekstslide

Vragen?

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht
Je hebt een zintuig getrokken.
                        
Maak een Infographic waarop je een samenvatting van de werking van jouw zintuig weergeeft
  • Anatomie 
  • Werking van het zintuig
  • Mogelijke aandoeningen, verminderde werking van het zintuig.
  • Je upload je infographic in de map.
timer
45:00

Slide 30 - Tekstslide

Presenteren
Je ligt binnen 5 minuten kort je geüploade Infographic toe.
- Het zicht, geeft feedback aan het gehoor
- Het gehoor, geeft feedback aan de reuk
- De reuk geeft feedback aan de smaak
- De Smaak, geeft feedback aan het zicht
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk
Volgende week een toets over de zintuigen
VP: H11
MZ/VIG: H6

Slide 32 - Tekstslide

de zintuigen zitten in je
A
organen
B
oren, ogen, tong, neus
C
oren, ogen, tong, neus, huid
D
in je hersenen

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de drempelwaarde van een zintuig?
A
De sterkste prikkel die een impuls veroorzaakt
B
De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt
C
Dat is de adequate prikkel
D
Dat is verschillend

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de functie van een zintuig?
A
Impulsen omzetten naar prikkels en naar de hersenen sturen
B
Prikkels maken en doorsturen naar de hersenen
C
Prikkels omzetten naar impulsen en naar de hersenen sturen
D
Impulsen maken en doorsturen naar de hersenen

Slide 35 - Quizvraag

wat is een adequate prikkel?
A
de juiste prikkelhoogte
B
de soort prikkel waarvoor een zintuig gevoelig is

Slide 36 - Quizvraag

welke factoren zijn van invloed op de drempelwaarde
A
gewenning en motivatie
B
scherpte en intensiviteit
C
toonhoogte en toonlaagte

Slide 37 - Quizvraag

welk orgaan speelt naast de smaakpapillen op de tong een belangrijke rol bij smaakvorming?
A
de keelholte
B
de huig
C
de neus

Slide 38 - Quizvraag