Quantifiers

QUANTIFIERS!!!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

QUANTIFIERS!!!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Aims
After this lesson, you can:
- Use the quantifiers correctly in a sentence.

Slide 3 - Tekstslide

Quantifiers (hoeveelheidswoorden)
Words which express a quantity

Slide 4 - Tekstslide

Which words are used to express quantity?
(more answers are possible)
A
A little-A few
B
Who-Which-When
C
This-That-Those-These
D
Much-Many-A lot

Slide 5 - Quizvraag

Much/Many
Dutch variant is 'veel'
Vorm: Much/Many + Zelfstandig nw.

Veel wijn                                         Much wine
Veel leerlingen                               Many pupils

Slide 6 - Tekstslide

Many bij "telbare" woorden.
Many + meervoud.
Many money
Many years
Many reasons
Many hairs
Many winebottles
Much bij "ontelbare woorden".
Much + enkelvoud.
Much dogs
Much money
much time
much hair
much wine

Slide 7 - Tekstslide

Think of words which are
countable (telbaar). Put many in front of it.
(examples; many apples, many bottles)

Slide 8 - Open vraag

A few/A little
Dutch variant is 'een paar' & 'een beetje'
Vorm: a little/a few + Zelfstandig nw.

Een beetje wijn                                   A little wine
Een paar leerlingen                               A few pupils

Slide 9 - Tekstslide

Few/Little
Dutch variant is 'weinig'
Vorm: little/few + Zelfstandig nw.

Weinig wijn                                          Little wine
Weinig leerlingen                                Few pupils

Slide 10 - Tekstslide

Few bij "telbare" woorden.
Few + meervoud.
few money
Few years
Few reasons
Few hairs
Few winebottles
Little bij "ontelbare woorden".
Little + enkelvoud.
little years
Little money
Little time
Little hair
Little wine

Slide 11 - Tekstslide

Kun je het tellen?
Many (veel)
Few (weinig)
a few (een paar)
Kun je het niet tellen?
Much (veel)
Little (weinig)
a little (een beetje)

Slide 12 - Tekstslide

MUCH
MANY
People
Water
Salads
Fun
Homework
Hamburgers

Slide 13 - Sleepvraag

I don't have                   time left.                 
How                   books can I buy?
Only                   students showed up today.
                   students passed the test sadly.
                   people are scared of spiders.
There was only                       wine left.
The crowd showed                   interest.

much
many
few
little
a little
a few
a lot of

Slide 14 - Sleepvraag

 some/any
Some en any betekenen:
wat / iets / enkele
''Some'' gebruik je in bevestigende zinnen. En bij vragen waarbij het antwoord 'ja' verwacht wordt.
I have some problems with my wifi.
I am thirsty, Can I have some water? Yes....
''Any'' gebruik je in ontkennende zinnen en bij vragen. 
I don't have any children. + Do you have any children?

Slide 15 - Tekstslide

Some of any?

She doesn't need ....... money.
A
some
B
any

Slide 16 - Quizvraag

Some of any?
Do you have _______ new books to read?
A
some
B
any

Slide 17 - Quizvraag

Some of any?
....... people hate going to a mall.

Slide 18 - Open vraag

Some of any?
Could you pass me ........ oil, please?

Slide 19 - Open vraag

Some of any?
Do you have ............. motivation left?

Slide 20 - Open vraag

Some of any?
There aren't ...... bags left.

Slide 21 - Open vraag

Welke wolkjes horen er bij SOME? Welke bij ANY? Sleep ze naar het goede blokje.
Some
Any
Bevestigende zin
Ontkenning
 vragen
 vragen waarop het antwoord ja is

Slide 22 - Sleepvraag

Any questions?

Slide 23 - Tekstslide

Aims
After this lesson, you can:
- Use the quantifiers correctly in a sentence.

Slide 24 - Tekstslide

Ik heb de lesdoelen behaalt, ik snap de grammatica.
A
Ik snap het helemaal.
B
Ik snap het bijna, met de opdrachten moet het lukken.
C
Ik snap het bijna, graag nog een keer herhalen.
D
Ik snap het niet, ik heb nu hulp nodig.

Slide 25 - Quizvraag

You understand this lesson
0100

Slide 26 - Poll