§3.3 Nazi-Duitsland en het buitenland.

Programma 
Les 1:
1.  Voorkennis: H2 & H3. Eerste Wereldoorlog & Interbellum                                                          (20 min) 
2. Aan de slag met 3.3 A Buitenlandse politiek van Nazi-Duitsland                                            (20 min)
3. Bespreken                                                                                                                                                          (10 min)

Les 2: 
4. Video B Italiaans fascisme 
5. Aan de slag met 3.3 B Italiaans fascisme                                                                                          (20min)
6. Schema 3.2 leerdoel c: totalitaire staat                                                                                              (15 min)
7. Video & Test: 3.2 leerdoel c: totalitaire staat                                                                                      (10 min)       
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Programma 
Les 1:
1.  Voorkennis: H2 & H3. Eerste Wereldoorlog & Interbellum                                                          (20 min) 
2. Aan de slag met 3.3 A Buitenlandse politiek van Nazi-Duitsland                                            (20 min)
3. Bespreken                                                                                                                                                          (10 min)

Les 2: 
4. Video B Italiaans fascisme 
5. Aan de slag met 3.3 B Italiaans fascisme                                                                                          (20min)
6. Schema 3.2 leerdoel c: totalitaire staat                                                                                              (15 min)
7. Video & Test: 3.2 leerdoel c: totalitaire staat                                                                                      (10 min)       

Slide 1 - Tekstslide

1. Welke jaartallen passen er bij het Interbellum? 
2. Wat is de aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog 

En wat zijn vijf oorzaken?



3.  Welke 'legende' is hier zichtbaar? En welke groep is wordt slecht afgebeeld?







4.  Welke jaartallen horen bij de Eerste Wereldoorlog? 
5.  Leg uit wat gelijkschakeling inhoudt. 

Noem vijf kenmerken van gelijkschakeling
6.  Hitler kwam aan de hand van een aantal gebeurtenissen aan de macht: 1923, 1929, 1933 en 1933. 
Gebruik zo nodig je aantekeningen! 
7.  Noem vier kenmerken van het nationaalsocialisme 
8. Hoe heten de Duitse Republiek tussen 1918-1933?


 
9. Hoe heette de groep die Hitler voor 1933 beschermden? 
En na? Noem er drie!  

Slide 2 - Tekstslide

§3.3 Nazi-Duitsland en het buitenland
H3 Interbellum 1918 - 1939

Slide 3 - Tekstslide

 §3.2 Opkomst nationaalsocialisme
C. Duitsland wordt een totalitaire staat 



















r
Samenvatting
Leerdoelen C (Duitsland wordt een totalitaire staat p. 90)
  • Ik kan uitleggen wat gelijkschakeling is en uit welke zes onderdelen het bestond.
  • Ik kan uitleggen wat indoctrinatie is en hoe de Nazi's met verzet omgingen voor 1933 én na 1933. 
  • Begrippen:
  • Totalitaire staat
  • Gelijkschakeling
  • Indoctrinatie
  • SA
  • Gestapo
  • concentratiekampen
  • SS

  • Hitler maakte van Duits. totalitaire staat: de staat beheerst het totale leven van bevolking. Hoe? 
  • Gelijkschakeling: allerlei organisatie en media onder controle van  Nazi's. 
  • 1. alle politieke partijen verboden (behalve NSDAP) 
  • 2. Rechters onder controle van NSDAP
  • 3. Joden verloren banen bij overheid, konden geen lid van NSDAP worden
  • 4. vakbonden tot voetbalclubs in handen van Nazi's 
  • 5. Alleen jeugdorganisaties van Nazi's: Hitler Jugend (jongens) Deutscher Madel (meisjes) 
  • Indoctrinatie
  • Voor 1933: knokploegen SA (Sturmabteilung) 
  • Na 1933: Gestapo (geheime politie), concentratiekampen voor vijanden 
  • SS (Schutzstaffel): elite bewaking van Hitler en kampbewaarders

Slide 4 - Tekstslide

§3.2
Nazi-Duitsland en het buitenland
A
De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
Leerdoelen A: 
  • Ik kan aan de hand van vier stappen uitleggen hoe nazi-Duitsland vóór 1939 stappen zette richting oorlog
Begrippen:
Heim ins Reich
Anschluss
Conferentie van München 
Appeasmentpolitiek 


B
Fascisme in Italië 
Leerdoelen B:
  • Ik kan drie overeenkomsten tussen het fascisme in Italie en het Nationaalsocialisme van Duitsland, 
Begrippen: 
Fascisme 



C
Nationaalsocialisme in Nederland
Leerdoelen C: 

Begrippen: 



Lebensraum

Slide 5 - Tekstslide

 §3.3  Nazi's en het buitenland
A. Buitenlandse politiek Nazi's 



















r
Samenvatting
Leerdoelen A (Buitenlandse politiek Nazi's p. 92)
  • Ik kan aan de hand van drie stappen uitleggen hoe nazi-Duitsland vóór 1939 stappen zette richting oorlog
Begrippen:
  • Heim ins Reich
  • Anschluss
  • Conferentie van München
  • Appeasmentpolitiek 
  • Lebensraum
Jaartallen 
  • 1933
  • 1938

  • Stap 1: 1933: Duitsl. Stapt uit Volkenbond. Hitler hield zich niet aan V. van Versailles (stopt herstelbetalingen + herbewapening + Vergrootte leger) Italië werd bondgenootschap
  • Stap 2: Heim ins Reich (thuis naar het rijk): alle  Duitssprekende in één Duits rijk: Oostenrijk (Anschluss, 1938). Sudetenland (Tsjecho-Slowakije) 
  • Stap 3: Conferentie van München (1938): Hitler moest beloven niet meer land in te nemen. Dit deed hij toch voor Lebensraum (Fra + G.B, met appeasmentpolitiek)

Slide 6 - Tekstslide

1. Hoe Heette de leider van de Italiaanse fascisten? (H3.) 

BENITO MUSSOLINI 

2. Noem drie overeenkomsten en één verschil tussen nationaalsocialisme en Fascisme (H3.


3.  Wat betekent Heim in Reich? (H3.)
THUIS IN HET RIJK: DUITSSPREKENDE BIJ DUITSE RIJK
4.  Wanneer stapten Rusland uit het bondgenootschap van de geailleerden? (H2.) 

1917
5. Wat werd besproken in conferentie van Munchen? en welke politiek pasten G-B en Fra toe?  (H3.)

SUDETELAND WERD VAN DUITSLAND 
APPEASMENTPOLITIEK

6. Noem de leider van de SU Communisten tussen 1917 en 1924. (H2.) VLADIMIR LENIN 
7.  In WO1 voerden regeringen een totale oorlog. Noem drie kenmerken van een totale oorlog.  (H2.) 

1. VROUWEN AAN HET WERK MUNITIEFABRIEKEN
2. Propaganda en censuur
 3. FABRIEKEN WERDEN INGEZET VOOR OORLOGSINDUSTRIE 
8. Welk gebied van Duitsland moesten de Duitsers afstaan aan Fra? 
(H3) 
ELZAS LOTHARINGEN 
9. Welk gebied veroverde de Nazi's in Tsjechoslowakije? (H3.) 

SUDETENLAND 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

 §3.3 Nazi's en het buitenland
B. Fascisme in Italië



















r
Samenvatting
Leerdoelen B (Fascisme in Italië)
  • Ik kan drie overeenkomsten/kenmerken en een verschil noemen tussen het fascisme en nationaalsocialisme.  
Begrippen:
  • Fascisme
Jaartallen:
  • 1922 
  • 1936
Historische personen: 
  • Benito Mussolini 


1922 Fascistische partij van Benito Mussolini aan de macht in Italië
Fascisme: Extreemrechtse beweging die in Italië ontstond
Drie overeenkomsten/kenmerken van fascisme/nationaalsocialisme
  1. Extreem nationalistisch:  alleen eigen volk/land, beter dan andere
  2. militarisme: oorlog en leger als iets moois zien 
  3. tegen democratie: één-leider, geen ruimte voor andere meningen
  • Verschil: Jodenhaat (antisemitisme) speelde voor 1938 geen rol in Italië 
  • 1936 bondgenoot van Duitsland
De fasces: takkenbos met een bijl

Slide 9 - Tekstslide

 §3.3 Nazi's en het buitenland
c. nationaalsocialisme in Nederland



r
Samenvatting
Begrippen:
  • Aanpassingspolitiek
  • Werkverschaffingsprojecten
  • Nationaalsocialistische Beweging (NSB)
Historische personen:
  • Hendrik Colijn
  • Anton Mussert
Leerdoelen C Nationaalsocialisme in Nederland)
  • Ik kan beschrijven hoe de Nederlandse regering omging met de economische crisis vanaf 1929 aan de hand van: Aanpassingspolitiek, werkverschaffingsprojecten
  • Ik kan uitleggen welke invloed de crisis had op de opkomst van de NSB

Slide 10 - Tekstslide

 §3.3 Nazi's en het buitenland
c. nationaalsocialisme in Nederland



r
Samenvatting
Begrippen:
  • Aanpassingspolitiek
  • Werkverschaffingsprojecten
  • Nationaalsocialistische Beweging (NSB)
Historische personen:
  • Hendrik Colijn
  • Anton Mussert
  • In Duitsland en Italië kwamen extreemrechtse bewegingen aan de macht: ook in Nederland kwam het op.
  • 1929: werkeloosheid en de armoede groeiden
  • Minister-premier Hendrik Colijn: aanpassingspolitiek -->
  • 1. Uitgaven overheid werden aangepast op inkomsten
  • 2. dus bezuinigen op salarissen van ambtenaren
  • 3. Werklozen kregen lage uitkering, 'stempelen'
  • Werkverschaffingsprojecten: kanalen graven, bossen aanleggen over spoorwegen
  • Lukte regering Colijn niet om crisis te bevechten:
  • Extreemrechste partij NSB wordt heel populair
  • Krachtige leider, (Anton Mussert), 'Groot-Nederland', knokploeg
  • Anti-joods
Leerdoelen C Nationaalsocialisme in Nederland)
  • Ik kan beschrijven hoe de Nederlandse regering omging met de economische crisis vanaf 1929 aan de hand van: Aanpassingspolitiek, werkverschaffingsprojecten
  • Ik kan hoe welke invloed deze crisis had op de opkomst van de NSB

Slide 11 - Tekstslide