4H les 2 GIEI

We beginnen altijd met lezen
timer
15:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

We beginnen altijd met lezen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Huiswerk kort bespreken
  • Herhalen theorie argumenteren
  • Aan de slag met een tekst in Talent (theorie toepassen)

Slide 2 - Tekstslide

Les 2

Slide 3 - Tekstslide

H1, par. 2: tekst 1

1a
Tekst 1: informeren. De titel is een vraag en ook de tussenkopjes zijn vragen. De antwoorden op deze subvragen zijn veelal informatief, het zijn feiten en cijfers.
Tekst 2: overtuigen. In de titel en in de inleiding staat al de mening gegeven: de wonderschoen heeft niks te zoeken bij het hardlopen, hoort niet thuis bij het hardlopen.
Tekst 3: beschouwen. De titel is een vraag die met ‘ja’ en ‘nee’ beantwoord kan worden. De tussenkopjes lijken redenen om watersport en schaken als sport te zien: ‘fysieke activiteit’ en ‘derde olympische sport’. De laatste zin van de inleiding en de slotalinea nodigen de lezer uit zelf zijn mening te geven. Het artikel dient dus als stof voor de lezer om de eigen mening te bepalen.
b
Eigen antwoord.
c
Eigen antwoord.
Opdrachten bij tekst 1
2
De tekst is informerend.
3a
De tekst heeft een vraag-antwoordstructuur. De tekstvorm is een interview en een interview bestaat natuurlijk uit vragen en antwoorden daarop.
b
A.
c
• Gamen is iets wat je in je eentje met de gordijnen dicht doet.
• Gamers zijn allemaal hetzelfde.
d
Het trekt de aandacht van de lezers, omdat mensen die een tekst met ‘gamen’ in de titel gaan lezen, dat waarschijnlijk leuk vinden. Zij zullen het prettig vinden als er in de eerste regels zulke misverstanden worden weersproken.
e
Aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen, deskundige introduceren, onderwerp aankondigen.
f
De alinea’s sommen uitkomsten van Verheijens onderzoek op.
4a
Je wordt socialer als je samen gamet en elkaar competitieve feedback geeft: je strijdt tegen elkaar, maar geeft elkaar ook feedback.
N.B. Dat samenwerken ook effect had, kon Verheijen in zijn onderzoek niet aantonen. Dat hoort daarom niet bij het antwoord.
b
Mensen die altijd alleen gamen voelen zich steeds eenzamer. Mensen die vaak samen gamen voelen zich juist minder eenzaam.
c
Hoe je speelt, welke motivatie je hebt en met wie je het doet. (alinea 6)
d
Ten eerste lijden maar weinig mensen aan gameverslaving. Ten tweede is er sprake van technopaniek: mensen focussen vooral op de angstaanjagende kant van nieuwe technieken.
5
Voorbeeldantwoord:
Dus hoe maakt gamen je socialer? Door samen met je vrienden tegen elkaar te gamen, en door elkaar positieve feedback te geven. Hoe je speelt, waarom je speelt en met wie zijn daarbij belangrijk. Je kunt je bezorgde ouders dus mooi geruststellen als ze weer eens klagen over je gamegedrag. (38 woorden)
6a
D, want B en C zijn uitkomsten uit het onderzoek, dat zijn dus onderzochte feiten. A is ook een feit, je kunt controleren hoe divers zo’n groep is. De uitspraak ‘onbekend maakt onbemind’ is lastiger te controleren: in sommige situaties zal dit opgaan, maar in andere niet.
b
Technopaniek is angst voor de negatieve gevolgen van nieuwe technologieën. Als je reageert vanuit alleen mogelijke negatieve gevolgen, ga je niet uit van (alle) feiten.
c
Je kunt controleren of groepen mensen in de loop der tijd ook zo op verschillende innovaties gereageerd hebben.











Slide 4 - Tekstslide

Tekst 3: beschouwen. De titel is een vraag die met ‘ja’ en ‘nee’ beantwoord kan worden. De tussenkopjes lijken redenen om watersport en schaken als sport te zien: ‘fysieke activiteit’ en ‘derde olympische sport’. De laatste zin van de inleiding en de slotalinea nodigen de lezer uit zelf zijn mening te geven. Het artikel dient dus als stof voor de lezer om de eigen mening te bepalen.
b en c: eigen antwoord
2
De tekst is informerend.
3a
De tekst heeft een vraag-antwoordstructuur. De tekstvorm is een interview en een interview bestaat natuurlijk uit vragen en antwoorden daarop.
b
A.

 
e
Aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen, deskundige introduceren, onderwerp aankondigen.
f
De alinea’s sommen uitkomsten van Verheijens onderzoek op.
4a
Je wordt socialer als je samen gamet en elkaar competitieve feedback geeft: je strijdt tegen elkaar, maar geeft elkaar ook feedback.
N.B. Dat samenwerken ook effect had, kon Verheijen in zijn onderzoek niet aantonen. Dat hoort daarom niet bij het antwoord.
b
Mensen die altijd alleen gamen voelen zich steeds eenzamer. Mensen die vaak samen gamen voelen zich juist minder eenzaam.
c
Hoe je speelt, welke motivatie je hebt en met wie je het doet. (alinea 6)
d
Ten eerste lijden maar weinig mensen aan gameverslaving. Ten tweede is er sprake van technopaniek: mensen focussen vooral op de angstaanjagende kant van nieuwe technieken.
5
Voorbeeldantwoord:
Dus hoe maakt gamen je socialer? Door samen met je vrienden tegen elkaar te gamen, en door elkaar positieve feedback te geven. Hoe je speelt, waarom je speelt en met wie zijn daarbij belangrijk. Je kunt je bezorgde ouders dus mooi geruststellen als ze weer eens klagen over je gamegedrag. (38 woorden)
6a
D, want B en C zijn uitkomsten uit het onderzoek, dat zijn dus onderzochte feiten. A is ook een feit, je kunt controleren hoe divers zo’n groep is. De uitspraak ‘onbekend maakt onbemind’ is lastiger te controleren: in sommige situaties zal dit opgaan, maar in andere niet.
b
Technopaniek is angst voor de negatieve gevolgen van nieuwe technologieën. Als je reageert vanuit alleen mogelijke negatieve gevolgen, ga je niet uit van (alle) feiten.
c
Je kunt controleren of groepen mensen in de loop der tijd ook zo op verschillende innovaties gereageerd hebben.











Slide 5 - Tekstslide


c
• Gamen is iets wat je in je eentje met de gordijnen dicht doet.
• Gamers zijn allemaal hetzelfde.
d
Het trekt de aandacht van de lezers, omdat mensen die een tekst met ‘gamen’ in de titel gaan lezen, dat waarschijnlijk leuk vinden. Zij zullen het prettig vinden als er in de eerste regels zulke misverstanden worden weersproken.
 introduceren, onderwerp aankondigen.
f
De alinea’s sommen uitkomsten van Verheijens onderzoek op.
4a
Je wordt socialer als je samen gamet en elkaar competitieve feedback geeft: je strijdt tegen elkaar, maar geeft elkaar ook feedback.
N.B. Dat samenwerken ook effect had, kon Verheijen in zijn onderzoek niet aantonen. Dat hoort daarom niet bij het antwoord.
b
Mensen die altijd alleen gamen voelen zich steeds eenzamer. Mensen die vaak samen gamen voelen zich juist minder eenzaam.
c
Hoe je speelt, welke motivatie je hebt en met wie je het doet. (alinea 6)
d
Ten eerste lijden maar weinig mensen aan gameverslaving. Ten tweede is er sprake van technopaniek: mensen focussen vooral op de angstaanjagende kant van nieuwe technieken.
5
Voorbeeldantwoord:
Dus hoe maakt gamen je socialer? Door samen met je vrienden tegen elkaar te gamen, en door elkaar positieve feedback te geven. Hoe je speelt, waarom je speelt en met wie zijn daarbij belangrijk. Je kunt je bezorgde ouders dus mooi geruststellen als ze weer eens klagen over je gamegedrag. (38 woorden)
6a
D, want B en C zijn uitkomsten uit het onderzoek, dat zijn dus onderzochte feiten. A is ook een feit, je kunt controleren hoe divers zo’n groep is. De uitspraak ‘onbekend maakt onbemind’ is lastiger te controleren: in sommige situaties zal dit opgaan, maar in andere niet.
b
Technopaniek is angst voor de negatieve gevolgen van nieuwe technologieën. Als je reageert vanuit alleen mogelijke negatieve gevolgen, ga je niet uit van (alle) feiten.
c
Je kunt controleren of groepen mensen in de loop der tijd ook zo op verschillende innovaties gereageerd hebben.











Slide 6 - Tekstslide

e
Aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen, deskundige introduceren, onderwerp aankondigen.
f
De alinea’s sommen uitkomsten van Verheijens onderzoek op.
4a
Je wordt socialer als je samen gamet en elkaar competitieve feedback geeft: je strijdt tegen elkaar, maar geeft elkaar ook feedback.
N.B. Dat samenwerken ook effect had, kon Verheijen in zijn onderzoek niet aantonen. Dat hoort daarom niet bij het antwoord.
b
Mensen die altijd alleen gamen voelen zich steeds eenzamer. Mensen die vaak samen gamen voelen zich juist minder eenzaam.
c
Hoe je speelt, welke motivatie je hebt en met wie je het doet. (alinea 6)

d
Ten eerste lijden maar weinig mensen aan gameverslaving. Ten tweede is er sprake van technopaniek: mensen focussen vooral op de angstaanjagende kant van nieuwe technieken.
5
Voorbeeldantwoord:
Dus hoe maakt gamen je socialer? Door samen met je vrienden tegen elkaar te gamen, en door elkaar positieve feedback te geven. Hoe je speelt, waarom je speelt en met wie zijn daarbij belangrijk. Je kunt je bezorgde ouders dus mooi geruststellen als ze weer eens klagen over je gamegedrag. (38 woorden)
6a
D, want B en C zijn uitkomsten uit het onderzoek, dat zijn dus onderzochte feiten. A is ook een feit, je kunt controleren hoe divers zo’n groep is. De uitspraak ‘onbekend maakt onbemind’ is lastiger te controleren: in sommige situaties zal dit opgaan, maar in andere niet.
b
Technopaniek is angst voor de negatieve gevolgen van nieuwe technologieën. Als je reageert vanuit alleen mogelijke negatieve gevolgen, ga je niet uit van (alle) feiten.
c
Je kunt controleren of groepen mensen in de loop der tijd ook zo op verschillende innovaties gereageerd hebben.











Slide 7 - Tekstslide

d
Ten eerste lijden maar weinig mensen aan gameverslaving. Ten tweede is er sprake van technopaniek: mensen focussen vooral op de angstaanjagende kant van nieuwe technieken.
5
Voorbeeldantwoord:
Dus hoe maakt gamen je socialer? Door samen met je vrienden tegen elkaar te gamen, en door elkaar positieve feedback te geven. Hoe je speelt, waarom je speelt en met wie zijn daarbij belangrijk. Je kunt je bezorgde ouders dus mooi geruststellen als ze weer eens klagen over je gamegedrag. (38 woorden)
6a
D, want B en C zijn uitkomsten uit het onderzoek, dat zijn dus onderzochte feiten. A is ook een feit, je kunt controleren hoe divers zo’n groep is. De uitspraak ‘onbekend maakt onbemind’ is lastiger te controleren: in sommige situaties zal dit opgaan, maar in andere niet.
b
Technopaniek is angst voor de negatieve gevolgen van nieuwe technologieën. Als je reageert vanuit alleen mogelijke negatieve gevolgen, ga je niet uit van (alle) feiten.

c
Je kunt controleren of groepen mensen in de loop der tijd ook zo op verschillende innovaties gereageerd hebben.



Slide 8 - Tekstslide

c
Je kunt controleren of groepen mensen in de loop der tijd ook zo op verschillende innovaties gereageerd hebben.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Argumentatie
Even in de herhaling (zie ook Vakboek blz. 124 -134):
  • standpunt
  • argument (feitelijk - waarderend)
  • tegenargument en weerlegging
  • argumentatie
  • soorten argumenten
  • argumentatieschema
  • argumentatiestructuur

Slide 11 - Tekstslide

Drogredenen 
Zie ook: Vakboek blz. 133-134

Drogredenen ontstaan wanneer:
  1. je een argumentatieschema onjuist gebruikt
  2. een discussieregel overtreedt

Slide 12 - Tekstslide

Talent Tekst 2

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 8 t/m 10 (blz. 15 en 16) Dinsdag 10 september, 1e uur.

Slide 14 - Tekstslide