1. Wat is de verleden tijd van het werkwoord?
Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord?
2. Verander de zin in verleden tijd.
3. Verander de zin in voltooide tijd.
! De eerste serie werkwoorden is regelmatig (t kofschip)
! De tweede serie werkwoorden is onregelmatig (klankveranderend.)