In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.
VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland.
pv= is
vd= geland
VB: Robin heeft geen straf gekregen.
pv=heeft
vd=gekregen
Een een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t.
Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).
Uiteraard kun je ook 't kofschip gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft.