Pronomina (personale + possessief)
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Slide 2 - Tekstslide
het pronomen personale
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
het possessief pronomen
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Het zijn ....... paspoorten.
A
ons
B
onze
Slide 9 - Quizvraag
Het zijn ........ fietsen.
A
ons
B
onze
Slide 10 - Quizvraag
Het is ........ huis.
A
ons
B
onze
Slide 11 - Quizvraag
Het is ....... formulier.
A
ons
B
onze
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
ik
je/ jij
u
hij / zij / ze
We / wij/ jullie/ ze / zij
heb
hebt
hebt/ heeft
heeft
hebben
Slide 14 - Sleepvraag
Slide 15 - Tekstslide
ik
je/ jij
u
hij / zij / ze
We / wij/ jullie/ ze / zij
ben
bent
bent
is
zijn
