Anne Frank + vragen

Anne Frank - Wie is dat?

Anne Frank  1929 - 1945
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Anne Frank - Wie is dat?

Anne Frank  1929 - 1945

Slide 1 - Tekstslide

Anne en haar zus Margot
Anne werd geboren in Duitsland in 1929.
Haar familie was Joods.
Haar zus, Margot, is 3 jaar ouder dan Anne.

Anne en haar familie verhuizen naar Amsterdam.

Slide 2 - Tekstslide

In welk land is Anne Frank geboren?
A
Nederland
B
Israel
C
Duitsland
D
Polen

Slide 3 - Quizvraag

Anne Frank en haar familie zijn ...
A
Joods
B
Moslim
C
Christen
D
Hindoe

Slide 4 - Quizvraag

Het gaat goed met Anne en haar familie in Nederland. Haar vader werkt in Amsterdam. Ze wonen ook in Amsterdam. Anne gaat daar naar school en heeft nieuwe vriendinnen. 
Al snel spreekt ze goed Nederlands.

Slide 5 - Tekstslide

De familie Frank verhuist van Duitsland naar ...
A
America
B
Duitsland
C
Engeland
D
Nederland

Slide 6 - Quizvraag

Adolf Hitler en zijn Nazi partij
In Duitsland gaat het niet goed.
De politieke leider, Adolf Hitler, zegt dat dat komt door de Joden.
Hij wil dat alle Joden verdwijnen.
Adolf Hitler en zijn Nazi partij beginnen een nieuwe oorlog:
de Tweede Wereld Oorlog.

Slide 7 - Tekstslide

Adolf Hitler was een politieke leider in ...
A
Nederland
B
Duitsland
C
Engeland
D
Frankrijk

Slide 8 - Quizvraag

Adolf Hitler was de baas van welke partij in Duitsland?
A
de Democratische partij
B
de Christelijke partij
C
de Nazi partij
D
de Duitse partij

Slide 9 - Quizvraag

Adolf Hitler wilde dat ...
A
alle Joodse mensen weggaan.
B
alle Joodse mensen geld krijgen.
C
alle Joodse mensen naar Nederland gaan
D
alle Joodse mensen goed werk krijgen.

Slide 10 - Quizvraag

De Tweede Wereldoorlog
In 1939 begint Duitsland de oorlog met Polen.
In 1940 komt Duitsland binnen in Nederland. 
Nederland wordt bezet.

Joodse mensen krijgen het heel moeilijk.

Slide 11 - Tekstslide

In 1940 bezet (pakt) Duitsland het land Nederland.

Wat is de naam van de oorlog die begint in 1940?
A
De Eerste Wereldoorlog
B
De Tweede Wereldoorlog
C
De Derde Wereldoorlog
D
De Duitse Wereldoorlog

Slide 12 - Quizvraag

De Duitsers willen dat de Joden verdwijnen.
Joodse mensen mogen niet meer op de fiets, in de auto, in de tram. Ze moeten naar andere scholen. 
Ze moeten ook een gele Jodenster op hun jas doen.

Slide 13 - Tekstslide

De Duitsers maken het moeilijk voor de Joodse mensen in Nederland.
Ze mogen niet meer ...
A
fietsen
B
in de tram
C
naar de zelfde scholen
D
A, B en C

Slide 14 - Quizvraag

1940 - Duitse soldaten komen Nederland binnen.
Alle Joodse mensen moeten een Davidster dragen.

Slide 15 - Tekstslide

De Joodse mensen moeten een gele _____________ dragen op hun jas.
A
cirkel
B
ster
C
vierkant
D
driehoek

Slide 16 - Quizvraag

Auschwitz was een kamp in Polen. 
Joden werden met treinen naar de kampen gebracht.

Slide 17 - Tekstslide

Auschwitz is de naam van een _________ in Polen
A
kamp voor Joden
B
school voor Joden
C
kantoor voor Joden
D
straat voor Joden

Slide 18 - Quizvraag

Dit is een gaskamer. Joden werden hier gedood.
Meer dan 6 miljoen Joden werden vermoord door de Nazis

Slide 19 - Tekstslide

In het kamp Auschwitz werden Joodse mensen ...
A
gebracht voor vakantie.
B
gebracht om te leren.
C
gebracht om gedood te worden.
D
gebracht om kleding te maken.

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel Joodse mensen zijn vermoord door de Nazis?
A
meer dan 1 miljoen
B
meer dan 3 miljoen
C
meer dan 5 miljoen
D
meer dan 6 miljoen

Slide 21 - Quizvraag

In Nederland gaan Joden onderduiken
Ze verstoppen zich op zolders en in kelders.

Slide 22 - Tekstslide

Een ander woord voor VERSTOPPEN in de oorlog is ...
A
weglopen
B
onderduiken
C
onderlopen
D
wegduiken

Slide 23 - Quizvraag

De ouders van Anne horen over de kampen. Ze zijn bang dat ze ook moeten gaan. Veel Joden worden gearresteerd en met treinen naar concentratiekampen gebracht. Anne's familie gaat onderduiken.

Slide 24 - Tekstslide

Anne's familie is _________
dat ze ook naar een kamp moeten gaan.
A
bang
B
blij

Slide 25 - Quizvraag

Anne Frank en haar familie verstoppen zich ook.
Ze duiken onder in 'Het Achterhuis'. Dit is een deel van een huis in Amsterdam. Er staat een boekenkast voor hun deur. Niemand kan zien dat ze er zijn.

Slide 26 - Tekstslide

Anne's familie gaat onderduiken in ...
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Duitsland
D
Den Haag

Slide 27 - Quizvraag

De familie Frank. Vader Otto, Moeder Edith en Magot en Anne.
Jan en Miep Gies waren vrienden van familie Frank. Zij hielpen de familie toen ze waren ondergedoken.

Slide 28 - Tekstslide

Jan en Miep Gies waren ________ van Anne's familie.
A
docenten
B
buren
C
familie
D
vrienden

Slide 29 - Quizvraag

Anne schrijft in haar dagboek over de oorlog.
Ze schrijft over haar leven in het Achterhuis, haar plannen en wat ze voelt.

Slide 30 - Tekstslide

Anne schrijft over de oorlog in haar __________
A
dagboek
B
map
C
schrift
D
telefoon

Slide 31 - Quizvraag

In augustus 1944 wordt de familie van Anne Frank toch gepakt. Ze moeten naar een concentratiekamp. Niemand weet wie de familie heeft verraden.
Hun vriendin, Miep Gies, vindt later het dagboek van Anne. Ze bewaart het voor Anne totdat ze terugkomt naar Nederland.

Slide 32 - Tekstslide

Anne's familie moet naar een kamp. Wat gebeurt er met Anne's dagboek?
A
Anne neemt het mee.
B
De Duitsers pakken het af.
C
Haar vader gooit het weg.
D
Miep Gies vindt het en ze bewaart het.

Slide 33 - Quizvraag

In de lente van 1945 wordt Nederland bevrijd door de Amerikanen, Britten en Canadezen. 

Slide 34 - Tekstslide

Welk land helpt Nederland om te winnen van de Duitsers?
A
Groot-Brittannië
B
America
C
Canada
D
A, B en C

Slide 35 - Quizvraag

Anne's vader komt terug naar Nederland. Hij heeft de kampen overleefd. 
Anne, Margot en hun moeder komen niet terug. De meisjes zijn gestorven in het kamp Bergen-Belsen aan tyfus. Hun moeder is gestorven in kamp Auschwitz.
juni 1929 - maart 1945

Slide 36 - Tekstslide

Wie leven nog wel na de oorlog?
A
Anne en Margot
B
Anne en haar moeder
C
Anne's vader
D
Anne en haar vader

Slide 37 - Quizvraag

Otto Frank leest het dagboek van zijn dochter Anne.
Anne's dagboek wordt een boek. De titel is door Anne zelf bedacht: 
Het Achterhuis. 
Het boek is ook verfilmd en is ook te zien in theaters.
Haar boek is in 70 talen gepubliceerd.

Slide 38 - Tekstslide

Anne's dagboek wordt een echt boek.
De titel (naam) van het boek is:
A
De Achterkant
B
Het Achterhuis
C
De Oorlog
D
Het Voorhuis

Slide 39 - Quizvraag

Het Anne Frank Huis Museum.
Je kunt het bezoeken in Amsterdam.
Kaartje kost 7 euro (tot 17 jaar)

Slide 40 - Tekstslide

4 mei - Doden Herdenking
5 mei - Bevrijdingsdag

Slide 41 - Tekstslide

In Nederland denken we aan de mensen die zijn gedood in de oorlog
A
op 3 mei
B
op 4 mei
C
op 5 mei
D
op 6 mei

Slide 42 - Quizvraag

We vieren de Bevrijdingsdag van Nederland op
A
3 mei
B
4 mei
C
5 mei
D
6 mei

Slide 43 - Quizvraag

Schrijf hier 1 zin over Anne Frank.

Slide 44 - Open vraag

https://www.annefrank.org/nl/anne-frank/wie-is-anne-frank/

Slide 45 - Tekstslide