Les 3 over poëzie op dinsdag 26 januari 2021

NV4C: Huiswerk vandaag:
Bestudeer de begrippenlijst blz. 7 t/m 13
Bestudeer en maak in NN Literatuur:
blz. 47 t/m 49: vraag 18 t/m 22
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

NV4C: Huiswerk vandaag:
Bestudeer de begrippenlijst blz. 7 t/m 13
Bestudeer en maak in NN Literatuur:
blz. 47 t/m 49: vraag 18 t/m 22

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Heb je vragen?

Slide 3 - Woordweb

Neem blz. 47 voor je:
Ik geloof in een rivier
die stroomt van zee naar de bergen
ik vraag van poëzie niet meer 
dan die rivier in kaart te brengen

Ik wil geen water uit de rotsen slaan
maar ik wil water naar de rotsen dragen
droge zwarte rots 
wordt blauwe waterrots

maar de kranten willen het anders
willen droog en zwart van koppen staan
werpen dammen op en dwingen
rechtsomkeert

Slide 4 - Tekstslide

Heel lang geleden...
leidden Mozes en  zijn broer Aäron het volk Israël uit Egypte.
Deze tocht verliep niet altijd even soepel...

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Zie ook: blz. 49
Het woord 'allusie'

Slide 9 - Tekstslide

Neem blz. 47 voor je:
Ik geloof in een rivier
die stroomt van zee naar de bergen
ik vraag van poëzie niet meer 
dan die rivier in kaart te brengen

Ik wil geen water uit de rotsen slaan

Stijlfiguur: herhaling
Stijlfiguur: parallellisme: een zinsverloop wordt herhaald

Slide 10 - Tekstslide

Neem blz. 47 voor je:
Ik geloof in een rivier
die stroomt van zee naar de bergen
ik vraag van poëzie niet meer 
dan die rivier in kaart te brengen

Ik wil geen water uit de rotsen slaan
maar ik wil water naar de rotsen dragen
droge zwarte rots 
wordt blauwe waterrots

maar de kranten willen het anders
willen droog en zwart van koppen staan
werpen dammen op en dwingen
rechtsomkeert

Slide 11 - Tekstslide

Welke drie strofes zie je in dit gedicht?

Slide 12 - Open vraag

Vraag 18: associaties:

Slide 13 - Woordweb

Vraag 18:
De tekst roept associaties op met een (Bijbels of somber) landschap, een woestijn, een landkaart etc.

Slide 14 - Tekstslide

Wat wil de ik-persoon bereiken?

Slide 15 - Woordweb

Vraag 19:
Hij wil de rots nat, vruchtbaar maken (‘droge zwarte rots/ wordt blauwe waterrots’).

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 20:
Nee, want hij zegt ‘Ik geloof in een rivier/ die stroomt van de zee naar de bergen’. 
Rivieren stromen van de bergen naar de zee, maar de ik-persoon gelooft desondanks in rivieren die naar boven stromen. Het is dus aannemelijk dat hij ‘water naar de rotsen dragen’ niet zinloos vindt.

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 21:
De kranten willen droogte (‘willen droog en zwart van koppen staan’), het water niet de vrije ruimte geven (‘werpen dammen op en dwingen rechtsomkeert’), terwijl de ik-persoon juist water (poëzie) wil brengen naar plaatsen van droogte.

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 22:
Poëzie wordt in dit gedicht verbeeld als water dat vruchtbaar maakt en dat vrij moet kunnen stromen. ‘De kranten’ (als metafoor voor het ‘gewone’, on-poëtische leven) willen het water indammen, beperken, reguleren. 

Metafoor = wel het beeld en geen object

Slide 19 - Tekstslide

Parallellisme
Parallellisme: gelijk zinsverloop

 

De zinsopbouw is gelijk
Vaak is er een letterlijke herhaling van woorden, maar dit hoeft niet

Slide 20 - Tekstslide

Parallellisme
elke nacht word ik wakker
op hetzelfde uur
elke nacht ontwaak ik
uit dezelfde droom
elke nacht staat het zweet
parelend op mijn voorhoofd

Slide 21 - Tekstslide

Parallellisme
elke nacht word ik wakker
op hetzelfde uur
elke nacht ontwaak ik
uit dezelfde droom
elke nacht staat het zweet
parelend op mijn voorhoofd

Slide 22 - Tekstslide

Parallellisme
elke nacht word ik wakker
op hetzelfde uur
elke nacht ontwaak ik
uit dezelfde droom
elke nacht staat het zweet
parelend op mijn voorhoofd

Slide 23 - Tekstslide

Nu:
kleine oefening stijlfiguren

Slide 24 - Tekstslide

Als je de stijlfiguur eufemisme gebruikt, zeg je iets zo dat het als minder erg of hard overkomt.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

'Grootvader heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld' is een ...
A
understatement
B
eufemisme
C
hyperbool
D
litotes

Slide 26 - Quizvraag

Als je het tegenovergestelde ontkent, is er sprake van de stijlfiguur ...
A
understatement
B
litotes

Slide 27 - Quizvraag

'Ze is bepaald niet dom' is een ...
A
hyperbool
B
litotes
C
understatement
D
eufemisme

Slide 28 - Quizvraag

'Door de extreem dalende omzet moest het bedrijf herstructureren.'
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 29 - Quizvraag

'Na een dag keihard werken, sterf ik altijd van de honger'
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 30 - Quizvraag

'Een beetje een saaie film', vond Hans, die de hele voorstelling had geslapen.
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 31 - Quizvraag

Zevenmaal om de aarde te gaan
Als het zou moeten op handen en voeten
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 32 - Quizvraag

O, als ik dood zal zijn, dood zal zijn
Kom dan en fluister, fluister iets liefs.

A
herhaling
B
opsomming
C
antithese
D
paradox

Slide 33 - Quizvraag

Duizenden en duizenden jaren
zouden niet genoeg zijn

A
herhaling
B
opsomming
C
antithese
D
paradox

Slide 34 - Quizvraag

om de kleine seconde van de eeuwigheid
te beschrijven

A
herhaling
B
opsomming
C
antithese
D
paradox

Slide 35 - Quizvraag

waarin jij mij omhelsd hebt
waarin ik je omhelsd heb

A
litotes
B
retorische vraag
C
chiasme
D
woordspeling

Slide 36 - Quizvraag

De drenkeling schreeuwt dat hij
niet van nat water houdt
A
woordspeling
B
cynisme
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 37 - Quizvraag

Bij een pleonasme gaat het meestal om een paar woorden die behoren tot...
A
verschillende woordsoorten
B
dezelfde woordsoort

Slide 38 - Quizvraag

Bij parallellisme gaat het om een letterlijke herhaling van woorden.
A
Ja
B
Nee

Slide 39 - Quizvraag

Nog vragen?

Slide 40 - Woordweb