Hoofdstuk 5 Werk en Werkloosheid

Hoofdstuk 5
Arbeidsmigratie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Arbeidsmigratie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Vragen hoofdstuk 1 t/m4
Hoofdstuk 5



Slide 2 - Tekstslide

Vragen
Hoofdstuk 1 t/m 4

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk doelen
• uitleggen hoe arbeidsimmigratie tot hogere welvaart kan leiden.
• uitleggen dat een flexibele arbeidsmarkt meer migranten aantrekt.
• uitleggen hoe uitbuiting op de arbeidsmarkt in zijn werk gaat.
• uitleggen hoe verdringing op de arbeidsmarkt in zijn werk gaat.
• uitleggen waarom sommige buitenlanders eerder bereid zijn tegen een loon onder het minimumloon te werken dan Nederlanders.

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk doelen
• uitleggen hoe bij vrije migratie en vrij beroep op uitkeringen, de verzorgingsstaat via averechtse selectie zichzelf opblaast.
• uitleggen waarom het voor Nederlanders soms niet aantrekkelijk is om vanuit een bijstandsuitkering werk tegen het minimumloon te aanvaarden.
• uitleggen wat de verschillende posities van expats, arbeidsmigranten en statushouders op de arbeidsmarkt zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is arbeidsmigratie?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Voordelen voor het ontvangende land
Ruim 400.000 Europeanen werken voor Nederlandse bedrijven. (vooral uit Midden- en Oost-Europa)
Voordeel 1: Zij werken in sectoren waarvoor weinig of geen Nederlandse arbeidskrachten zijn te vinden. 
Voordeel 2: Arbeidsmigranten willen werken voor lagere loonkosten. (uiteindelijk zorgt dit voor lagere prijzen) 
Voordeel 3: Arbeidsmigranten dragen bij aan het BBP. (geld wat ze verdienen wordt ook voor een deel weer hier uitgegeven)  

Slide 8 - Tekstslide

Nadelen voor het ontvangende land 
Nadeel 1: Lonen blijven laag 
Nadeel 2: Voor de overheid minder inkomsten door lagere sociale premies (werkgevers hoeven voor arbeidsmigranten vaak minder sociale premies te betalen)
Nadeel 3: Laag geschoolde worden verdrongen door arbeidsmigranten

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Het minimumuurloon in Nederland is ongeveer € 10,- 

Slide 11 - Tekstslide

Verschil arbeidsmigrant, expat, vluchteling
Arbeidsmigrant: komt vanwege betere werkomstandigheden naar NL, laag geschoold personeel
Expat: Hoog geschoold personeel
Vluchteling: Komt vanwege oorlog of andere ellende naar NL en hoop  te kunnen werken uiteindelijk. 

Slide 12 - Tekstslide

Maken
5.11, 5.12, 5.15, 5.18

Slide 13 - Tekstslide

Stelling: Door arbeidsmigratie worden de loonkosten hoger.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen voordeel van arbeidsmigratie?
A
Laag geschoolde Nederlandse arbeiders kunnen makkelijk aan werk komen.
B
Het leidt tot hoger BBP.
C
Moeilijke vacatures kunnen makkelijk worden gevuld.
D
Arbeidsmigratie kan leiden tot lagere loonkosten.

Slide 15 - Quizvraag

Wat wordt bedoelt met uitbuiting op de arbeidsmarkt?
A
Arbeiders krijgen alleen laag geschoold werk
B
Nederlandse arbeiders worden niet meer aangenomen vanwege arbeidsmigratie
C
Arbeiders moeten zwaar werk verrichten tegen laag salaris

Slide 16 - Quizvraag

Wat wordt bedoelt met verdringing op de arbeidsmarkt?
A
Arbeiders krijgen alleen laag geschoold werk
B
Nederlandse arbeiders worden niet meer aangenomen vanwege arbeidsmigratie
C
Arbeiders moeten zwaar werk verrichten tegen laag salaris

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer zullen mensen uit de bijstand sneller aan het werk gaan?
A
Als het minimumloon hoger wordt
B
Als het bijstandsniveau omhoog gaat
C
Als er alleen laag betaald werk wordt aangeboden.

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer mag een Roemeense arbeider in Nederland werken voor een loon lager als het Nederlandse minimumloon?
A
Dat mag hij zo wie zo want hij is geen Nederlander
B
Als hij voor een Roemeens bedrijf werkt dat een filiaal in Nederland heeft.
C
Als hij een laag geschoolde baan aanneemt

Slide 19 - Quizvraag