groep 6 herhaling blok 4 grammatica

samenvatting blok 4 grammatica:
- voegwoord herkennen
- komma schrijven
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

samenvatting blok 4 grammatica:
- voegwoord herkennen
- komma schrijven

Slide 1 - Tekstslide

oefendictee
Typ steeds het woord dat je hoort. Na 5 woorden, klik je pas op verzenden.

Slide 2 - Open vraag

Doel: aan het einde van de les...
.... kan je voegwoorden herkennen in een zin.
..... kan je een komma op de juiste plek in de zin zetten.

Slide 3 - Tekstslide

Het voegwoord maakt twee zinnen aan elkaar vast.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het voegwoord?
Het is koud, want het vriest.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het voegwoord?
Opa slaapt, zolang het stil is.

Slide 6 - Open vraag

Wat is het voegwoord?
Ze speelt met de poes, terwijl papa het eten maakt.

Slide 7 - Open vraag

Een komma geeft een korte rust in een zin.
Je schrijft een komma:

- voor een voegwoord, behalve bij EN en OF
- bij een opsomming
- voor of na een naam van iemand die je aanspreekt.

Slide 8 - Tekstslide

In welke zin staat de komma op de juiste plek?
A
Ik houd van lekker eten: pizza, patat, en pasta.
B
Ik houd van lekker eten: pizza patat en pasta.
C
Ik houd van lekker eten: pizza, patat en pasta.
D
Ik houd van lekker eten, pizza, patat en pasta.

Slide 9 - Quizvraag

In welke zin staat de komma op de juiste plaats?
A
Loes is vroeg thuis, omdat ze hard heeft gefietst.
B
Loes, is vroeg thuis omdat ze hard heeft gefietst.
C
Loes, is vroeg thuis, omdat ze hard heeft gefietst.
D
Loes is vroeg thuis omdat ze hard heeft gefietst.

Slide 10 - Quizvraag

afzwaaier: heb je het doel bereikt?
Typ de zin die de juf voorleest.
Let op alle spelling- en grammaticaregels.

Slide 11 - Open vraag