In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 35 min
Onderdelen in deze les
Bonjour! Le programme d'aujourd'hui
Le sujet d'aujourd'hui: se présenter en français
* En savoir plus (wat weet je al?)
Slide 1 - Tekstslide
Le but du cours
Na deze les:
* Kun je jezelf voorstellen en vertellen wat je wel en niet leuk vindt
* Kun je een korte tekst lezen en begrijpen wat er staat
Vaardigheden: lezen, schrijven, geheugen trainen
Slide 2 - Tekstslide
Welke Franse woorden/zinnen ken jij al waarmee je iets over jezelf kunt vertellen?
Slide 3 - Woordweb
Comment on dit ça?
Hoe zeg je dat?
Kies de juiste vertaling
Slide 4 - Tekstslide
Ik heet ....
A
Je suis
B
Je m'appelle
C
Je mappel
D
J'm'appelle
Slide 5 - Quizvraag
Ik woon in ......
A
Je habite dans
B
J'abite à
C
J'habite dans
D
J'habite à
Slide 6 - Quizvraag
Ik ben vijftien jaar oud
A
J'ai quinze ans
B
Je suis quinze ans
C
J'habite quinze ans
D
J'ai dix-cinq ans
Slide 7 - Quizvraag
J'aime
A
Ik haat
B
Ik heb
C
Ik praat
D
Ik hou van/ ik vind leuk
Slide 8 - Quizvraag
Je préfère
A
Ik heb liever
B
Ik woon
C
Ik spreek
D
Ik hou van
Slide 9 - Quizvraag
Ik haat
A
J'adore
B
Je déteste
C
Elle adore
D
J'aime
Slide 10 - Quizvraag
J'adore
A
Ik heb
B
Ik hou van/ ik vind leuk
C
Ik ben
D
Ik ben dol op
Slide 11 - Quizvraag
Ik ben dol op
Ik hou van/ ik vind leuk
Ik heb liever
Ik hou niet van/ ik vind niet leuk
Ik haat
Je n'aime pas
J'adore
Je préfère
Je déteste
J'aime
Je suis
J'ai
Slide 12 - Sleepvraag
Mes préfèrences
Exemple:
J'aime les maths
J'adore les vacances
Je préfère la musique pop
Je déteste les films d'horreur
Slide 13 - Tekstslide
J'aime les maths J'adore les vacances Je préfère la musique pop Je déteste les films d'horreur
Stel je voor(naam, leeftijd, woonplaats) en schrijf je eigen voorkeuren op
timer
3:00
Slide 14 - Open vraag
Je me présente
Lees het verhaal en beantwoord de vragen:
1. Hoeveel broers en zussen heeft ze?
2. Wat voor huisdier heeft ze, en hoe heet deze? 3. Wat is haar lievelingsvak op school? 4. Wat zijn haar hobby's?
Slide 15 - Tekstslide
1. Hoeveel broers en zussen heeft ze? 2. Wat voor huisdier heeft ze, en hoe heet deze? 3. Wat is haar lievelingsvak op school? 4. Wat zijn haar hobby's?