1.2 Agressie

1.2 Agressie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.2 Agressie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je de verschillende vormen van hondenagressie herkennen.
  • Aan het einde van de les kun je de oorzaken van agressief gedrag bij honden benoemen.
  • Aan het einde van de les begrijp je het verschil tussen prooiagressie en andere vormen van agressie.
  • Aan het einde van de les kun je de lichaamstaal van een angstige hond onderscheiden van andere vormen van agressie.
  • Aan het einde van de les weet je hoe je moet omgaan met een hond die voerbaknijd vertoont.
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen wat idiopathische agressie is en hoe dit zich kan uiten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over agressie bij honden?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het herkennen van agressie
Agressie: Gedrag dat een hond vertoont met de intentie om aan te vallen of te dreigen met aanvallen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van agressie
  • Territoriale agressie
  • Pijn gerelateerde agressie
  • Prooiagressie
  • Voederbaknijd
  • Angstagressie
  • Omgerichte agressie
  • Idiopathische agressie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Territoriale agressie

Pijn gerelateerde agressie
 Agressie die een hond toont om zijn geclaimde gebied te verdedigen tegen indringers.

Agressief gedrag als direct gevolg van pijnervaring bij de hond.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pijn gerelateerde agressie
Agressief gedrag als direct gevolg van pijnervaring bij de hond.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prooiagressie
Agressie die bedoeld is om een prooi te vangen en te doden, vaak zonder waarschuwing vooraf.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voederbaknijd
Het agressief verdedigen van voedsel en eigendommen door een hond.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angstagressie
Agressie die voortkomt uit angst, waarbij de hond defensief gedrag vertoont om een bedreiging af te weren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgerichte- of redirectie-agressie
Agressie die niet gericht is op de oorspronkelijke bron van frustratie of boosheid, maar op een ander doel.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Idiopathische agressie
Agressie zonder een duidelijke aanleiding of trigger.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agressie naar andere honden
Vaak veroorzaakt door angst en slechte socialisatie.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
  • Agressie: Gedrag dat een hond vertoont met de intentie om aan te vallen of te dreigen met aanvallen.
  • Territoriale agressie: Agressie die een hond toont om zijn geclaimde gebied te verdedigen tegen indringers.
  • Pijn gerelateerde agressie: Agressief gedrag als direct gevolg van pijnervaring bij de hond.
  • Prooiagressie: Agressie die bedoeld is om een prooi te vangen en te doden, vaak zonder waarschuwing vooraf.
  • Voederbaknijd: Het agressief verdedigen van voedsel en eigendommen door een hond.
  • Angstagressie: Agressie die voortkomt uit angst, waarbij de hond defensief gedrag vertoont om een bedreiging af te weren.
  • Omgerichte agressie: Agressie die niet gericht is op de oorspronkelijke bron van frustratie of boosheid, maar op een ander doel.
  • Idiopathische agressie: Agressie zonder een duidelijke aanleiding of trigger.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.