7. 28 jan: drogredenen deel 2_leerlingversie

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4b

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4b

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
  • Startopdracht
  • Huiswerk bespreken
  • Drogredenen deel 2 
  • Stijlfiguren

Vandaag dinsdag 28 januari:

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


Slide 3 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Startopdracht: 
Schrijf je antwoorden op.

1. Teken een onderschikkende argumentatiestructuur uit. 
2. "Mijn nieuwe bed slaapt fantastisch!" waarderend of feitelijk argument? 
3. "Een echte Matisse is voor iedereen een beleving." waarderend of feitelijk argument? 
4. Wat is het verzwegen argument?
5. Hoe kun je ervoor zorgen dat een verzwegen argument makkelijker wordt?
timer
4:00

Slide 4 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Huiswerk bespreken over 12 drogredenen
Kies en leg uit:
1. autoriteitsargument
2. Vals dilemma
3. Overhaaste generalisatie
4. Verkeerde vergelijking
5. De persoonlijke aanval

Slide 5 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
1. Een bedrijf is net als een voetbalteam: als iedereen goed samenwerkt, moet het wel succesvol zijn.
  • Uitleg: Dit is een verkeerde vergelijking omdat een bedrijf en een voetbalteam fundamenteel verschillende doelen en structuren hebben. Een bedrijf heeft te maken met marktomstandigheden, klantbehoeften en financieel management, terwijl een voetbalteam zich richt op de sportieve prestaties. De vergelijking negeert deze cruciale verschillen.
2. Als we geen belastingverhogingen doorvoeren, zal het land failliet gaan. 
  • Uitleg: vals dilemma: Dit stelt dat er maar twee mogelijkheden zijn: belastingverhogingen of faillissement. In werkelijkheid zijn er vaak veel meer manieren om de economie te stabiliseren of te verbeteren, zoals het herstructureren van uitgaven of het bevorderen van economische groei.

Slide 6 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
3. Ik heb twee keer een slechte ervaring gehad met klantenservice bij bedrijf X, dus de klantenservice van bedrijf X is altijd slecht.
  • Uitleg: overhaaste generalisatie: De spreker trekt een algemene conclusie over de klantenservice van het hele bedrijf op basis van slechts twee ervaringen. Dit is een overhaaste generalisatie omdat de ervaring van één persoon of een klein aantal gevallen niet representatief is voor het gehele bedrijf.
4. Waarom zou ik jouw mening over klimaatverandering serieus nemen? Je hebt geen wetenschappelijke opleiding!
  • Uitleg: persoonlijke aanval: Hier wordt de geldigheid van het argument afgekraakt door de persoon aan te vallen vanwege het ontbreken van een wetenschappelijke achtergrond. Dit doet niets af aan de inhoud van het argument, dat mogelijk nog steeds valide is, ongeacht de opleiding van de spreker.

Slide 7 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
5. De beroemde acteur zei dat dit dieet fantastisch werkt, dus het moet wel effectief zijn.
  • Uitleg: autoriteitsargument: De autoriteit in dit geval is een beroemde acteur, maar hij of zij is geen deskundige op het gebied van voeding of gezondheidszorg. Het argument wordt niet ondersteund door feitelijke wetenschappelijke bevindingen, alleen door de mening van een beroemdheid. Dit is een drogreden omdat de autoriteit irrelevant is voor het onderwerp.
6. Je hebt twee keuzes: of je gelooft in klimaatverandering, of je gelooft niet in wetenschap.
  • Uitleg: Dit is een vals dilemma omdat het de suggestie wekt dat geloven in klimaatverandering de enige manier is om wetenschap te ondersteunen, terwijl iemand ook wetenschappelijk bewijs kan erkennen zonder in alle details van klimaatverandering te geloven, of zich in te zetten voor andere wetenschappelijke kwesties.

 

Slide 8 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
7. Het lijkt wel alsof we kinderen moeten behandelen zoals honden, ze hebben beide discipline en grenzen nodig.
  • Uitleg: Dit is een verkeerde vergelijking omdat mensen en honden wezenlijk verschillend zijn. Kinderen hebben andere behoeften op het gebied van opvoeding, sociale ontwikkeling en emotionele steun dan honden. De vergelijking tussen kinderen en honden is misleidend, omdat het niet de complexiteit van menselijke ontwikkeling weerspiegelt.
8. Als we geen strengere straffen invoeren, zullen de misdaadcijfers alleen maar blijven stijgen.
  • Uitleg: Dit is een vals dilemma omdat het slechts twee opties presenteert: strengere straffen of een toename van misdaad, terwijl er veel andere benaderingen mogelijk zijn, zoals preventieprogramma's, rehabilitatie en sociale vangnetten die de misdaadcijfers kunnen verlagen.

Slide 9 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
9. Albert Einstein zei dat alles relatief is, dus dat moet betekenen dat tijdreizen echt mogelijk is.
  • Uitleg: autoriteitsargument: Hoewel Albert Einstein een autoriteit is op het gebied van de relativiteitstheorie, betekent dat niet automatisch dat zijn uitspraak over tijdreizen klopt in de context van de huidige wetenschappelijke kennis. Het is belangrijk om te begrijpen dat wetenschappelijke bevindingen complex zijn en niet altijd rechtstreeks van toepassing zijn op populaire interpretaties.
10. Volgens mijn leraar geschiedenis was dit de enige oorzaak van de Tweede Wereldoorlog, dus dat moet wel waar zijn.
  • Uitleg: autoriteitsargument: Hoewel de leraar geschiedenis ongetwijfeld deskundig is in zijn vakgebied, betekent dit niet dat elke bewering die hij doet altijd waar is. Dit argument zou pas geldig zijn als er bewijs of bredere wetenschappelijke consensus wordt gepresenteerd. Het vertrouwen op de leraar als enige autoriteit zonder verder bewijs is een drogreden.

Slide 10 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
11. Jij kunt geen mening hebben over economie, je hebt altijd een klein bedrijf gehad, je weet niet hoe grote bedrijven werken.
  • Uitleg: Dit is een persoonlijke aanval omdat de spreker de ervaring van de ander minimaliseert op basis van het type bedrijf dat diegene heeft, in plaats van het argument zelf te weerleggen. Het feit dat iemand een klein bedrijf heeft, betekent niet automatisch dat hun mening over economie minder waardevol is.
12. Mijn buurman rijdt altijd te hard, dus alle mensen in deze straat rijden te hard.
  • Uitleg: Overhaaste generalisatie: In dit geval baseert de spreker zijn conclusie over de snelheid van alle mensen in de straat op het gedrag van slechts één persoon. Dit is een overhaaste generalisatie, omdat er geen rekening wordt gehouden met de mogelijkheid dat de meeste andere mensen zich wel aan de snelheid houden.

Slide 11 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Drogredenen - deel 2
6. Het ontduiken van bewijslast
7. Cirkelredenering
8. Het vertekenen van een standpunt
9. Het bespelen van publiek 
Maak aantekeningen!

Slide 12 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
6. Het ontduiken van bewijslast
In plaats van je standpunt te onderbouwen met argumenten, kun je ook de bewijslast ontduiken. Laat je gesprekspartner iets wat niet waar is bewijzen:

Bijvoorbeeld:
Als je zegt dat mijn plan niet werkt, moet je wel kunnen uitleggen waarom het zou mislukken.
  • In plaats van zelf te onderbouwen waarom jouw plan zo goed, is, moet de ander nu uitleggen waarom het plan niet zou werken. 



Slide 13 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
6. Het ontduiken van bewijslast
In plaats van je standpunt te onderbouwen met argumenten, kun je ook de bewijslast ontduiken. Laat je gesprekspartner iets wat niet waar is bewijzen:

Bijvoorbeeld:
Je kunt niet bewijzen dat dit medicijn geen bijwerkingen heeft, dus het werkt vast. 
  • In plaats van zelf te onderbouwen waarom het medicijn goed werkt, moet een ander onderbouwen waarom het niet goed is.  



Slide 14 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
7. De cirkelredenering
De conclusie herhaalt het argument (en andersom).
Eigenlijk zeg je twee keer hetzelfde, maar op een andere manier.

Bijvoorbeeld:
Ik ben de baas, want ik heb het hier voor het zeggen. 
  • Wie het voor het zeggen heeft, is de baas. 




Slide 15 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
7. De cirkelredenering
Het argument herhaalt het standpunt (en andersom).
Eigenlijk zeg je twee keer hetzelfde, maar op een andere manier.

Bijvoorbeeld:
We kunnen ervan uitgaan dat hij eerlijk is, want hij zegt altijd de waarheid.
  • Eerlijk zijn = de waarheid spreken. Het standpunt en het argument zijn hetzelfde.  




Slide 16 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
8. Het vertekenen van een standpunt
Je stelt het standpunt van de tegenstander verkeerd voor, vaak in een sterkere, extremere of gemakkelijkere vorm om het gemakkelijker aan te vallen of te weerleggen. In werkelijkheid wordt het originele standpunt niet echt bestreden, maar een vervormde versie ervan.

Bijvoorbeeld:
Je vindt dat de overheid meer moet investeren in de gezondheidszorg, dus jij denkt waarschijnlijk dat we geen andere sectoren meer moeten financieren.
  • Het standpunt van de tegenstander wordt verkort tot een extreem standpunt: dat de gezondheidszorg alles zou moeten zijn. Door het standpunt te vereenvoudigen en te vervormen, kan het gemakkelijker worden afgewezen.

Slide 17 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
8. Het vertekenen van een standpunt
Je stelt het standpunt van de tegenstander verkeerd voor, vaak in een sterkere, extremere of gemakkelijkere vorm om het gemakkelijker aan te vallen of te weerleggen. In werkelijkheid wordt het originele standpunt niet echt bestreden, maar een vervormde versie ervan.

Bijvoorbeeld:
Jij bent tegen de doodstraf, dus je denkt dat criminelen gewoon vrij moeten rondlopen zonder enige straf.
  • De tegenstander zegt mogelijk alleen dat de doodstraf onmenselijk of onterecht is, maar de reactie die het standpunt vertekent, is dat criminelen helemaal geen straf zouden moeten krijgen. Dit maakt het standpunt van de tegenstander in een vervormde en gemakkelijke vorm om aan te vallen.

Slide 18 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
9. Het bespelen van publiek
iemand baseert een argument op emoties in plaats van op juiste argumenten. Hierbij probeert men de gevoelens van het publiek te manipuleren om een standpunt te steunen, zonder dat er sprake is van een sterk argument.
Let op: deze drogreden is moeilijker te herkennen op papier.

Bijvoorbeeld:
"Je wilt toch niet dat onze kinderen opgroeien in een wereld vol vervuiling?"
  • In dit voorbeeld wordt de emotie van bezorgdheid over de toekomst van kinderen aangesproken, zonder daadwerkelijk bewijs te leveren voor de stelling over vervuiling. Het speelt in op de gevoelens van ouders, maar biedt geen rationeel argument waarom iets zou moeten veranderen.




Slide 19 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
9. Het bespelen van publiek
iemand baseert een argument op emoties in plaats van op juiste argumenten. Hierbij probeert men de gevoelens van het publiek te manipuleren om een standpunt te steunen, zonder dat er sprake is van een sterk argument.
Let op: deze drogreden is moeilijker te herkennen op papier.

Bijvoorbeeld:
"Hoe zou jij het vinden als je familie in gevaar zou komen door een onveilige werkomgeving?"
  • Hier wordt geprobeerd de emoties van het publiek op te wekken door een situatie voor te stellen waarin een geliefde in gevaar zou kunnen komen, wat het publiek tot actie zou kunnen aanzetten. De nadruk ligt op het oproepen van gevoelens van zorg en empathie, zonder een feitelijk argument over de werkomstandigheden zelf.




Slide 20 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
1. Ik denk dat iedereen wel weet dat dit product het beste is, want niemand heeft ooit bewezen dat het niet het beste is.
2. Jij vindt dat de overheid meer in onderwijs moet investeren, dus jij denkt waarschijnlijk dat we geen enkel ander probleem in dit land meer moeten aanpakken.
3. Er is geen bewijs dat buitenaardse wezens níet bestaan, dus ze moeten wel bestaan.
4. De Bijbel is waar, omdat het in de Bijbel staat.
5. Als je niet stemt, geef je eigenlijk je steun aan degenen die alleen maar hun eigen belangen dienen.
6. Stel je voor dat we geen actie ondernemen tegen de armoede – hoeveel mensen zullen dan lijden?
7. Je zegt dat we de belastingen moeten verhogen voor de rijken, dus jij wilt dat alle rijke mensen al hun geld kwijt raken.
8. Deze wet is terecht, omdat het een wet is.
9. Ik heb gelijk, want ik weet dat ik gelijk heb.

Kies uit: 6. Het ontduiken van bewijslast; 7. Cirkelredenering; 8. Het vertekenen van een standpunt; 9. Het bespelen van publiek.                          Schrijf je antwoord op!
timer
9:00

Slide 21 - Tekstslide

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

timer
8:00
Kies uit: 
  • paradox
  • retorische vraag

  • hyperbool
  • repetitio
  • drieslag
Schrijf de antwoorden in je schrift.

Slide 22 - Tekstslide

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

8. De enige constante is verandering.
9. We hebben gewerkt, gestreden en uiteindelijk gewonnen.
10. Wat zou jij doen als je alles had wat je wilde?
11. Ik heb je al honderd keer gezegd dat je dat moet doen!
12. Ik wil je nu, ik wil je altijd!
13. Deze tas weegt tonnen!
14. Ze is mooi, slim en charmant.


timer
6:00
Kies uit: 
  • paradox
  • retorische vraag

  • hyperbool
  • repetitio
  • drieslag
Schrijf de antwoorden in je schrift.

Slide 23 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
Drogredenen:
6. Het ontduiken van bewijslast
7. Cirkelredenering
8. Het vertekenen van een standpunt
9. Het bespelen van publiek

Stijlfiguren:
paradox
retorische vraag
hyperbool
repetitio
drieslag

Slide 24 - Tekstslide