H4 Herhaling
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat voor soort ongelijkheid zie je hier?
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
Slide 2 - Quizvraag
Hoeveel geld je minimaal per dag nodig hebt om van te leven.
A
BBP/hoofd
B
Welvaart
C
Armoedegrens
D
Welzijn
Slide 3 - Quizvraag
Om het welvaart van een land te meten kijken we naar de volgende manieren.
1.
2.
3.
.
.
.
bbp/hoofd
welzijn
verdeling beroepsbevolking
Levensverwachting
koopkracht
alfabetiseringsgraad
Slide 4 - Sleepvraag
Welvaart berekenen we o.a. met het bbp/hoofd.
Wat is hier een nadeel van?
Wat is hier een nadeel van?
Slide 5 - Open vraag
Welke sector van economische activiteit?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
D
Informeel
Slide 6 - Quizvraag
Wat hoort niet bij de formele sector?
A
Wel belasting betalen
B
Wel minimumloon
C
Geen belasting betalen
D
Bij overheid bekend werk
Slide 7 - Quizvraag
Een bol wol is een voorbeeld van een...?
A
Grondstof
B
Halffabricaat
C
Eindproduct
D
globalisering
Slide 8 - Quizvraag
Welke driedeling kun je maken als je de wereld indeelt naar ontwikkelingsgraad?
A
arm-gemiddeld-rijk
B
koplopers-volgers-achterblijvers
C
centrum-semiperiferie-periferie
D
winnaars-inzetters-verliezers
Slide 9 - Quizvraag
Grondstof
Halffabricant
Eindproduct
Periferie
Semi-Periferie
Centrum
Slide 10 - Sleepvraag
Een ander woord voor een arm land is....?
(meerdere antwoorden mogelijk)
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Periferie
B
Centrum
C
Koploper
D
Ontwikkelingsland
Slide 11 - Quizvraag
De welvaart in dit land is...
A
Afgenomen
B
Gelijk gebleven
C
Toegenomen
Slide 12 - Quizvraag
Centrum
Semiperiferie
Periferie
Slide 13 - Sleepvraag
Slide 14 - Tekstslide
Welk soort ongelijkheid?
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
C
Geen van beide
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
C
Geen van beide
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
C
Geen van beide
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Hieronder staan een aantal oorzaken en gevolgen van globalisering door elkaar. Plaats ze in de juiste kolom
Oorzaak
Gevolg
De wereld 'krimpt'
De welvaart neemt toe in de wereld
Handelsgrenzen tussen landen verdwijnen steeds meer
Transport wordt steeds goedkoper
