H4 Argumenteren - les 8 (3 februari)

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welk argumentatieschema wordt er gebruikt?

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
timer
0:30
A
Argumentatie op basis van voorbeelden
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
D
Argumentatie op basis van autoriteit

Slide 6 - Quizvraag

Welk argumentatieschema wordt er gebruikt?

Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
timer
0:30
A
Argumentatie op basis van voorbeelden
B
Argumentatie op basis van vergelijking
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg

Slide 7 - Quizvraag

Welk argumentatieschema wordt er gebruikt?

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.
timer
0:30
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit

Slide 8 - Quizvraag

Welk argumentatieschema wordt er gebruikt?

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het Broeikaseffect.

timer
0:30
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
Argumentatie op basis van voorbeelden
D
Argumentatie op basis van autoriteit

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Ik vind argumentatieschema's makkelijk te herkennen
timer
0:20
Ja
Nee
Soms wel/soms niet

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Tekstslide

Heb je nog een vraag of opmerking?
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag