Basiskennis 4 - Vormgevingsaspect compositie/kleur

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  1. VORMGEVINGSASPECTEN
  2. VOORSTELLINGSASPECTEN

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

VORMGEVINGSASPECTEN

Slide 5 - Tekstslide

2. COMPOSITIE

Slide 6 - Tekstslide

Wat is compositie? 
Dat is de plek in een schilderij waar je alles neerzet. Dus je kies bijvoorbeeld om een boom in het midden te tekenen.

Compositie heeft ook wel ordening. Alles in een tekening/schilderij wordt geordend door een compositie. 

Slide 7 - Tekstslide

Verschillende composities
- Centraal compositie 
- Driehoeks compositie
- Cirkelcompositie
- A-symmetrische/symmetrische 
- Overall compositie
 

Slide 8 - Tekstslide

Centraal compositie 

Slide 9 - Tekstslide

Driehoeks compositie

Slide 10 - Tekstslide

Cirkelcompositie

Slide 11 - Tekstslide

A-symmetrische compositie

Slide 12 - Tekstslide

Symmetrische compositie

Slide 13 - Tekstslide

Overall compositie
 

Slide 14 - Tekstslide


A
Centraal compositie
B
Driehoekscompositie
C
Overall compositie
D
Symmetrische compositie

Slide 15 - Quizvraag


A
Centraal compositie
B
Driehoekscompositie
C
Overall compositie
D
Symmetrische compositie

Slide 16 - Quizvraag


A
Centraal compositie
B
Driehoekscompositie
C
Overall compositie
D
Symmetrische compositie

Slide 17 - Quizvraag


A
Centraal compositie
B
Driehoekscompositie
C
Overall compositie
D
Symmetrische compositie

Slide 18 - Quizvraag


A
Centraal compositie
B
Driehoekscompositie
C
Overall compositie
D
Symmetrische compositie

Slide 19 - Quizvraag

3. KLEUR

Slide 20 - Tekstslide

Kleur is erg belangrijk
1. Door middel van kleur kan er aandacht getrokken worden.

2. Door kleur kan een kunstenaar aspecten in het schilderij belangrijk maken.

3. Er kan een (diepere) betekenis gegeven worden aan een voorwerp of object in een kunstwerk.

4. Kleurgebruik kan ervoor zorgen dat je de stijl van een kunstenaar herkent


 

Slide 21 - Tekstslide

SOORTEN KLEUREN
Primaire kleuren
- De basiskleuren: ROOD, BLAUW en GEEL. 

Secundaire kleuren
- De mengkleuren van de primaire kleuren: 
ORANJE (geel/rood) , GROEN (geel/blauw) en PAARS (blauw/rood).

Tertiare kleuren
- De rest van de kleuren: kleuren die niet primaire/secundaire zijn. 


Slide 22 - Tekstslide

KLEURENCIRKEL

Slide 23 - Tekstslide

Complementaire kleuren
Wanneer je 2 specifieke secundaire kleuren (dus niet alle secundaire kleuren) naast elkaar gebruikt versterken ze elkaar. Dat heten ook wel complementaire kleuren.


 

  Geel – Paars  |   Oranje – Blauw  |  Rood – Groen    



Een kunstenaar gebruikt complementaire kleuren om ze allebei sterker van kleur te maken. Dat maakt ze extra mooi!

Slide 24 - Tekstslide

Warme en koude kleuren
Warm
- Roodachtig
- Oranje achtig
- Geelachtig

Koud
- Blauwachtig
- Paarsachtige
- Witachtig



Slide 25 - Tekstslide

Monochroom kleurgebruik
Wanneer een kunstwerk alleen maar kleuren heeft van dezelfde soort. Hieronder zie je schilderijen waarin allemaal verschillende tinten gebruikt zijn van een bepaalde kleur. 

Slide 26 - Tekstslide

Polychroom kleurgebruik
Wanneer eenkunstwerk veel verschillende kleuren heeft (opvallende kleuren).

Slide 27 - Tekstslide


A
Warm kleurgebruik
B
Polychroom
C
Koud kleurgebruik
D
Monochroom

Slide 28 - Quizvraag


A
Warm kleurgebruik
B
Polychroom
C
Koud kleurgebruik
D
Monochroom

Slide 29 - Quizvraag


A
Warm kleurgebruik
B
Polychroom
C
Koud kleurgebruik
D
Monochroom

Slide 30 - Quizvraag


A
Warm kleurgebruik
B
Polychroom
C
Koud kleurgebruik
D
Monochroom

Slide 31 - Quizvraag

Contrast door kleur
Door bepaalde kleuren naast elkaar te gebruiken
kun je kleuren versterken. Heel veel kunstenaars gebruiken een kleurcontrast om hun kunstwerk te versterken, op te laten vallen of mooier te maken. 

Kleurcontrasten die je moet kennen


Slide 32 - Tekstslide