Examentraining 2024

Welkom bij Aardrijkskunde! 
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Aardrijkskunde! 

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning 
  • Tips en Tricks voor het eindexamen
  • Examenvragen maken; duur 40 minuten
  • Bespreken examenvragen  
  • 10 vragen maken van Weer en Klimaat, Bevolking en Water


Slide 2 - Tekstslide

Tips & Tricks voorbereiden voor  het Centraal Eindexamen

Misschien zit DE gouden tip erbij voor jou!

Slide 3 - Tekstslide

Tip 1: Leer niet alles in 1x
Herhaling is goud.
Probeer per thema te leren! 
Maak een planning

Slide 4 - Tekstslide

Tip 2: Wissel lezen en kijken/luisteren af

 Voor filmpjes met extra uitleg over de examenstof:

Slide 5 - Tekstslide

Tip 3: Oefenen, oefenen, oefenen

Maak een oud aardrijkskunde examen (examenblad).
Maak (nog een keer) vragen uit je werkboek.

Slide 6 - Tekstslide

Tip 4: Lees de vraag goed en sla geen vragen over!

Weet je het niet, gok!
Doordat je niks op opschrijft, mis je punten.
Doe wat de vraag van je verwacht.

Slide 7 - Tekstslide

Tip 5: Schrijf op wat je weet en wees nauwkeurig en uitgebreid in je beantwoording



Gebruik de windrichtingen (noord, oost, enz.)
Gebruik de juiste landen/gebieden.

Slide 8 - Tekstslide

Tip 6: Leer actief
Leg in je eigen woorden de geleerde stof uit.
Maak verbanden door vragen te stellen die beginnen met :
waarom, waar, wanneer, hoe, gevolg, oorzaak

Slide 9 - Tekstslide

  • uitleg filmpjes op Youtube

  • Oefenen met oude examens 

  • Samengevat/ je leerboek 

Slide 10 - Tekstslide

Nu


Examen oefenen 
Maak de eerste 10 vragen van elk onderwerp
Duur: 40 min.
Ja kan verder werken als de tijd nog niet voorbij is

Doe dit zelfstandig en in stilte
timer
40:00

Slide 11 - Tekstslide

Log in Lessonup
Je beantwoordt de vragen in lessonup zelfstandig en in rust (immers het examen moet je ook zelfstandig doen)

Slide 12 - Tekstslide

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 13 - Quizvraag

Wat is sedimentatie?
A
Het afzetten van materiaal door de rivier of zee
B
Het sneller stromen van de rivier in de bergen
C
Het ontstaan van een delta
D
Het afremmen van de rivier in de benedenloop

Slide 14 - Quizvraag

Welke soort vervuiling?
A
Organische vervuiling
B
Chemische vervuiling
C
Thermische vervuiling

Slide 15 - Quizvraag

Welke hoofdtaak van de waterschappen zie je op de foto?
A
zorgen voor goede waterkwantiteit
B
zorgen voor goede waterkwaliteit
C
zorgen voor goede waterkeringen
D
rivieren bevaarbaar houden

Slide 16 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de goede plek in de tekening
Boezem
Binnenwater
Buitenwater

Slide 17 - Sleepvraag

Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven op de juiste plaats
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaardverlaging
Kribverlaging

Slide 18 - Sleepvraag

Korte kringloop
Lange kringloop
Korte 
Kringloop
Bovenloop
Benedenloop

Slide 19 - Sleepvraag

Als water gaat bevriezen, welke vorm krijgt het dan?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast
D
Blijft gewoon water

Slide 20 - Quizvraag

Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en zeewater
B
grondwater en zeewater
C
grondwater en zout oppervlaktewater
D
grondwater en zoet oppervlaktewater

Slide 21 - Quizvraag

Bekijk de bron. Wat voor soort water vind je bij de cijfers 1 tm 3?
A
1= zout water 2= zoet water 3= brak water
B
1 = zoet water 2= zout water 3= brak water
C
1= brak water 2= zoet water 3= zout water
D
1= zoet water 2= brak water 3= zout water

Slide 22 - Quizvraag

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Kribben
Komgronden
Oeverwal

Slide 23 - Sleepvraag

Welke vorm van irrigatie zie je op de foto?
A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie
D
Kanaalirrigatie

Slide 24 - Quizvraag

Wat zie je op de foto?
A
Aquifer
B
Wadi
C
Fatamorgana
D
Oase

Slide 25 - Quizvraag

Waar haalt Israel het zoete water niet vandaan?
A
Meer van Kinneret
B
Rivier de Jordaan
C
Aquifers
D
Dode Zee

Slide 26 - Quizvraag

Een aquifer is een duurzame waterbron..
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

In China is de hoeveelheid water ongelijk verdeeld, waar is een overschot aan water?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 28 - Quizvraag

De Huang He heeft heel veel vruchtbare grond in het Noord-Chinese Laagland neergelegd.

→ Wat is de belangrijkste oorzaak van die sterke sedimentatie?



A
Sterke bodemerosie in de bovenloop en een lage stroomsnelheid in de benedenloop.
B
Een sterke stroming in de bovenloop en een groot hoogteverschil in de benedenloop.
C
Veel neerslag in de bovenloop en weinig neerslag in de benedenloop.
D
Weinig water in de bovenloop en een brede rivier in de benedenloop.

Slide 29 - Quizvraag

Wat zien we hier?
A
Een zandeiland
B
Een polder
C
Relatieve zeespiegelstijging
D
De zandmotor

Slide 30 - Quizvraag

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 31 - Sleepvraag

Hoe noemen we dit water bij het vorige plaatje?
A
Grondwater
B
Oppervlaktewater
C
Cappilair water
D
Drinkwater

Slide 32 - Quizvraag

Zwart water is water van de douche, de wasmachine en de keuken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Hoe komt de Gele Rivier aan zijn kleur?
A
Door de verffabriek die in de bovenloop staat
B
Door de lossgrond die de rivier in spoelt of waait
C
Door de chemische vervuiling van alle fabrieken
D
Door dat er veel water uit de rivier wordt gehaald voor irrigatie

Slide 34 - Quizvraag

In welk deel van China vindt veel geïrrigeerde landbouw plaats?
A
Oosten
B
Westen
C
Zuiden
D
Noorden

Slide 35 - Quizvraag

De plek waar een rivier uitkomt in zee heet de ...
A
Monding
B
Uitloopsel
C
Bovenloop
D
Rivierdelta

Slide 36 - Quizvraag

Waar of niet waar? Droogmakerijen heten zo omdat het meren waren die zijn drooggemaakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Het wegpompen van water uit polders heet ... ?
A
Pompen of verzuipen
B
Verpolderen
C
Kunstmatige afwatering
D
Kunstzinnige afwikkeling

Slide 38 - Quizvraag

Waar of niet waar? Reliëf is hoogteverschillen in een landschap
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Waarom draagt ontbossing bij aan wateroverlast?
A
Bossen verdampen meer
B
Bossen houden water vast
C
Bossen verdampen minder
D
Bossen hebben niets te maken met wateroverlast

Slide 40 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een steppe en een woestijn?
A
In een woestijn groeit alleen maar gras, een steppe heeft ook bomen
B
In een steppe groeit nog gras, in een woestijn is het zelfs daar te droog voor
C
Er is geen verschil, het zijn allebei droge klimaten
D
Een woestijn is heter dan een steppe

Slide 41 - Quizvraag