H2B Nederlands - les 1B

Plattegrond H2B
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Plattegrond H2B

Slide 1 - Tekstslide

Tekstoort, tekstdoel, en onderwerp
Handboek: blz. 44 t/m 49

Slide 2 - Tekstslide

Start van de les
- jas uit
- telefoon in zakkie op de hoek van de tafel
- Kern oefenboek en Kern handboek op tafel
- schrift of multomap op tafel
- pen op tafel
- laptop gesloten op tafel
- tas op de grond

Slide 3 - Tekstslide

Programma
1. Terugblik - Brave Hendrik
2. Huiswerk nakijken
3. Opdracht maken (huiswerk)
4. Boek lezen - nabespreken
5. Evaluatie

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. R Je weet wat tekstsoort, tekstdoel en onderwerp is
  2. T1 Je kan deze herkennen
  3. T2 Je kan uitleggen waarover een tekst gaat mbv tekstdoel en onderwerp
  4. I Zelf een tekst schrijven die past bij een gegven onderwerp en tekstdoel

WHY? Je kunt dan een tekst beter begrijpen en beoordelen!

Slide 5 - Tekstslide

Startopdracht
Bekijk de teksten op de volgende slide. 
Noteer van elk van deze tekst de tekstsoort.

Slide 6 - Tekstslide

Leesboek PTO1
Bizar is het dagboek van Sallie Mo. Ze is dertien en kan al tien jaar lezen en doet niets anders – ze woont in haar boeken. Haar moeder vreest dat ze het contact met de echte wereld zal verliezen en stuurt haar naar dokter Bloem. Hij zegt dat ze drie maanden niet mag lezen. Ze moet nadenken over wat ze ziet en hoort en alles opschrijven. Oké, denkt Sallie Mo, als ik in die echte wereld moet rondlopen, kan ik net zo goed het hart van Dylan gaan veroveren. Met dat goede voornemen vertrekt ze, als iedere zomer, naar het eiland. Ze weet dan nog niet dat Dylan verliefd wordt op Jackie, een meisje dat van huis is weggelopen en zich met haar twee broertjes schuilhoudt in een bunker, dat Donnie een maatschappij wil beginnen waarin kinderen de baas zijn, en dat ze nog meer van Beitel gaat houden dan van Dylan. Alles loopt zo heftig uit de hand dat Sallie Mo niet meer durft op te schrijven wat er gebeurt. 

Slide 7 - Tekstslide

Tekstsoorten
1. Verhalende teksten
verhaal, voor je plezier, emoties, over jezelf of personage

2. Informerende teksten
feiten, betrouwbare informatie aan lezer geven

3. Waarderende teksten
oordeel, de lezer overtuigen, wat vindt de schrijver ergens van?

Slide 8 - Tekstslide

Andere waarderende teksten?

Slide 9 - Woordweb

Tekstsoorten

Slide 10 - Tekstslide

De tekst op de vorige slide is een
A
informerende tekst.
B
waarderende tekst
C
verhalende tekst

Slide 11 - Quizvraag

Tekstdoelen


 ► Elke tekst heeft een tekstdoel.
 ► Een tekst kan meerdere tekstdoelen
      tegelijkertijd hebben.
 ► Eén doel is vaak het belangrijkst!



Slide 12 - Tekstslide

Onderwerp bepalen


Waarover gaat de tekst?


Eén woord of woordgroep



Wie heeft het beste richtingsgevoel?
Mensen die opgroeien op het platteland hebben een beter richtingsgevoel dan mensen die in de stad opgroeien, blijkt uit Europees onderzoek dat werd gepubliceerd in het tijdschrift Nature.

Gamen voor de wetenschap
In het onderzoek werd aan bijna 400.000 mensen uit 38 landen gevraagd een videospel te spelen. Dit spel geeft een goed beeld van het richtingsgevoel van mensen. Iedereen kreeg een kaart en moest op basis daarvan langs verschillende punten in het spel gaan.

Van jongs af aan
De onderzoekers concludeerden dat de ontwikkeling van het richtingsgevoel voor de rest van je leven wordt beïnvloed door de omgeving waarin je opgroeit. Mensen die op het platteland wonen, krijgen te maken met meer bochten en moeten meer herkenningspunten onthouden. Zo ontwikkelen zij een beter richtingsgevoel dan stedelingen.






Slide 13 - Tekstslide

Deelonderwerpen



Verschillende kanten van het onderwerp

Tussenkopjes





Wie heeft het beste richtingsgevoel?
Mensen die opgroeien op het platteland hebben een beter richtingsgevoel dan mensen die in de stad opgroeien, blijkt uit Europees onderzoek dat werd gepubliceerd in het tijdschrift Nature.

Gamen voor de wetenschap
In het onderzoek werd aan bijna 400.000 mensen uit 38 landen gevraagd een videospel te spelen. Dit spel geeft een goed beeld van het richtingsgevoel van mensen. Iedereen kreeg een kaart en moest op basis daarvan langs verschillende punten in het spel gaan.

Van jongs af aan
De onderzoekers concludeerden dat de ontwikkeling van het richtingsgevoel voor de rest van je leven wordt beïnvloed door de omgeving waarin je opgroeit. Mensen die op het platteland wonen, krijgen te maken met meer bochten en moeten meer herkenningspunten onthouden. Zo ontwikkelen zij een beter richtingsgevoel dan stedelingen.






Slide 14 - Tekstslide





Hoofdgedachte

Het belangrijkste dat de schrijver over het onderwerp wil zeggen. 

Mening of feitelijk




Wie heeft het beste richtingsgevoel?
Mensen die opgroeien op het platteland hebben een beter richtingsgevoel dan mensen die in de stad opgroeien, blijkt uit Europees onderzoek dat werd gepubliceerd in het tijdschrift Nature.

Gamen voor de wetenschap
In het onderzoek werd aan bijna 400.000 mensen uit 38 landen gevraagd een videospel te spelen. Dit spel geeft een goed beeld van het richtingsgevoel van mensen. Iedereen kreeg een kaart en moest op basis daarvan langs verschillende punten in het spel gaan.

Van jongs af aan
De onderzoekers concludeerden dat de ontwikkeling van het richtingsgevoel voor de rest van je leven wordt beïnvloed door de omgeving waarin je opgroeit. Mensen die op het platteland wonen, krijgen te maken met meer bochten en moeten meer herkenningspunten onthouden. Zo ontwikkelen zij een beter richtingsgevoel dan stedelingen.






Slide 15 - Tekstslide

Noteer tekstdoel en tekstsoort.
1. een LEGO-handleiding
2. een billboard van LEGO langs te weg
3. een reportage over de arbeidsomstandigheden bij LEGO
4. een museumtekst over de geschiedenis van LEGO
5. een discussie waarin gesteld wordt dat het bouwen met LEGO goed is voor de ontwikkeling van kinderen

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Leesopdracht
Opdracht 5 t/m 11, blz. 12/13 van het oefenboek 

Verhalen door de tijd 1B
Huiswerk voor maandag 23 september:
opdracht 5 t/m 11, blz. 12/13 van het oefenboek afmaken
Numo: 80 minuten!





Slide 17 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
tekstsoort
verhalende tekst
informerende tekst
waarderende tekst
vertelling
vermaken
tot nadenken aanzetten
beschrijven
ordenen

Slide 18 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
tekst
instructie geven
verklaren
uitleggen
activeren
motiveren
verzoeken
overtuigen
evalueren

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
vanuit een of meer gezichtspunten bekijken
onderwerp
deelonderwerp
hoofdgedachte

Slide 20 - Tekstslide

Bedenk een onderwerp voor een tekst.

Slide 21 - Open vraag

Bedenk de hoofdgedachte bij het onderwerp.

Slide 22 - Open vraag

Antwoorden

Slide 23 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 24 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 25 - Tekstslide

Tekst 2
A
informerende tekst
B
verhalende tekst
C
waarderende tekst

Slide 26 - Quizvraag

Tekst 3
A
Informerende tekst
B
Waarderende tekst
C
Verhalende tekst

Slide 27 - Quizvraag

Tekst 2
A
Vermaken
B
Activeren
C
Overtuigen

Slide 28 - Quizvraag

Tekst 3
A
beschrijven
B
delen van een persoonlijke ervaring
C
evalueren

Slide 29 - Quizvraag

Tekst 2: benoem onderwerp en hoofdgedachte

Slide 30 - Open vraag

Tekst 3: benoem onderwerp en hoofdgedachte

Slide 31 - Open vraag