In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
Julio
Sarah Dunya
Mo H. Jaimy
Nisa Milou
Sylvana
Liam Noah
Jairo Damien
Isa Fay
Noud Mo K.
Giovanni Jesse
Aicha
Metin Jorge
Niek Jayden
Jenaira Lyenna
Slide 1 - Tekstslide
Welkom
Start met lezen.
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdstuk 1
§2 Tekstsoort, tekstdoel en onderwerp
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel
Je oefent met het herkennen van tekstsoort, tekstdoel en onderwerp van een tekst.
Slide 4 - Tekstslide
Wat weten we al over tekstdoelen?
Slide 5 - Open vraag
Welke teksten heb je deze week al gelezen?
Slide 6 - Open vraag
Tekstdoel
Een schrijver van een tekst wil iets bereiken met zijn tekst. Hij heeft een tekstdoel. Er zijn vijf tekstdoelen, maar je leert er nu drie: informeren, instrueren en overtuigen.
Slide 7 - Tekstslide
Wat ga je doen?
Je krijgt zo meteen steeds een tekst te zien. Daarna moet je kiezen wat de schrijver van deze tekst ermee probeert te doen.
Mensen die opgroeien op het platteland hebben een beter richtingsgevoel dan mensen die in de stad opgroeien, blijkt uit Europees onderzoek dat werd gepubliceerd in het tijdschrift Nature.
Gamen voor de wetenschap
In het onderzoek werd aan bijna 400.000 mensen uit 38 landen gevraagd een videospel te spelen. Dit spel geeft een goed beeld van het richtingsgevoel van mensen. Iedereen kreeg een kaart en moest op basis daarvan langs verschillende punten in het spel gaan.
Van jongs af aan
De onderzoekers concludeerden dat de ontwikkeling van het richtingsgevoel voor de rest van je leven wordt beïnvloed door de omgeving waarin je opgroeit. Mensen die op het platteland wonen, krijgen te maken met meer bochten en moeten meer herkenningspunten onthouden. Zo ontwikkelen zij een beter richtingsgevoel dan stedelingen.
Slide 24 - Tekstslide
Heb je het lesdoel behaald?
Lesdoel: Je oefent met het herkennen van tekstsoort, tekstdoel en onderwerp van een tekst.
😒🙁😐🙂😃
Slide 25 - Poll
Welke vragen heb je nog met betrekking tot tekstdoelen en tekstsoorten en het onderwerp van een tekst?
Slide 26 - Open vraag
Wat ga je doen?
KERN 1.2 Tekstsoort, tekstdoel en onderwerp: opdracht 1 t/m 11.