In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Stap 1: Kijk naar het hele werkwoord
Stap 2: Haal -en van het hele werkwoord afStap 3: Kijk naar de letter waar het ww nu mee eindigt
Stap 4: Staat deze letter in 't ex-kofschip?
Stap 5: Ja? dan eindigt het ww in de vt op een -t Nee? dan eindigt het ww in de vt op een -d
Voorbeeld:
Als de stam van een zwak werkwoord in de tt eindigt op een -t of een -d, dan komt er in de vt nog een extra -t of -d bij. Kijk maar eens:
pest-pestte-pestten bloed-bloedde-bloedden
praat-praatte-praatten land-landde-landden
vlucht-vluchtte-vluchtten antwoord-antwoordde-antwoordden