¿Quién? Je mag hulp vragen aan je buurman/buurvrouw als je iets niet begrijpt maar doe dit in rust.
¿Qué? 1. oefen met de pretérito perfecto: Vocaboekje pag. 23 ej. 14 y TB. pag. 84. ej. 4.
2. Herhaal de futuro 'ir a': Vocaboekje pag. 30 ej. 28.
3. Oefen met je leesvaardigheid: Tekstboek pag. 83 ej. 5A
4. Eerder klaar? oefen vocabulario 6.1, 6.2 en 6.3
¿Dónde? In je vocaboekje, tekstboek, op je laptop of in je schrift, aan het werk in het lokaal. werkt het niet dan geef ik je een plekje waar je wel goed kan werken.
¿Cuándo? In 20 minuten moeten minstens 2 oefeningen af zijn.
¿cómo? Begrijp je iets niet dan mag je altijd vragen stellen aan de docent, vind je het fijn om muziek in te doen dan is dit goed, telefoontjes blijven voor de rest wel weg.