Repaso H3 -P3

Repaso P3 - H3
- Gerundio
- ¿Qué tiempo hace?
- Agenda
- Ir + a + infinitief
- Presente perfecto + signaalwoorden + voltooid deelwoord
- Lezen opdracht
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Repaso P3 - H3
- Gerundio
- ¿Qué tiempo hace?
- Agenda
- Ir + a + infinitief
- Presente perfecto + signaalwoorden + voltooid deelwoord
- Lezen opdracht

Slide 1 - Tekstslide

ESTAR + GERUNDIO

Slide 2 - Tekstslide

ESTAR + GERUNDIO
Vervoeg het werkwoord in de Gerundio, gebruik daarbij ook de juiste vorm van ESTAR.
1. Vosotros____________ (comer ) una pizza vegetariana.
2. Mi padre y yo _______________ (ir) al cine.
3. Juan __________ (leer) una revista de deportes.
4. Yo__________ (beber) mucha agua.
5. Mis tíos ____________(dormir) en un chalet.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

¿Qué tiempo hace?

Slide 5 - Tekstslide

“Ir + a + infinitief”.

Slide 6 - Tekstslide

“Ir + a + infinitief”.

Slide 7 - Tekstslide

Pretérito Perfecto



 1. Este mes , …………… (hacer, vosotros) muy bien los deberes.
 2. ¿…………… (comer, ustedes) esta semana en el trabajo?
 3. Hoy …………… (tener, tu) mucha hambre.

Slide 8 - Tekstslide

                                          Pretérito Perfecto

Slide 9 - Tekstslide

Pretérito perfecto: haber + paricipio (voltooid deelwoord)
ir                               hacer                          jugar
pasar                      practicar                   aprender
ser                            escribir                     encantar
preparar                buscar                       escuchar
ver                            gustar                       conocer
levantar                 ganar                         ver 


Slide 10 - Tekstslide

Preguntas?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

IR      A      HELE WERKWOORD
+
+

Slide 13 - Tekstslide

Video op classroom

Slide 14 - Tekstslide

Landenpresentatie 
-> volgende week
1. We verdelen de klas in 4 groepen (3 groepjes van 3 presentaties, 1 groepje van 4 presentaties)
2. Je krijgt 3 minuten om je presentatie te geven aan je groepje, deze presentatie neem je op.
3. Na de presentaties vult iedereen, ook jijzelf, een feedbackformulier in waar iedereen ook een cijfer geeft aan jou. 
4. voor iedere presentatie krijg je dus ongeveer 5 minuten, 20 minuten in totaal. 
5. Indien er tijd over is in jullie groepje en jij graag je presentatie over wilt doen, dan mag dit maar wel pas als alle presentaties in jouw groepje zijn geweest en je dus zeker bent dat er tijd over is!
6. Aan het eind van de les krijgen jullie de tijd om je presentatie in te leveren op Teams!

¡Buena suerte!

Slide 15 - Tekstslide

1. gebruik pret. perfecto
2. vervoeging pret. perfecto
3. hoe was deze les (1 woord)

Slide 16 - Open vraag

Evaluatie:
Responda las siguientes preguntas: 
¡Escribe las respuestas en la próxima pagina!

1. Wanneer gebruik je de pretérito perfecto?
2. Hoe vervoeg je de pretérito perfecto?
3. beschrijf in één woord hoe je deze les hebt ervaren. 

timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

La clase anterior
Habla en holandés sobre la clase anterior en holandés con ayuda de estas imágenes:



timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Hablar sobre las vacaciones
Escribe en tu cuaderno o en tu documento word 6 actividades que haces en las vacaciones.
Escribe en holandés y busca el significado en el diccionario.
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Vocabulario vacaciones
dormir tarde = uitslapen
visitar = bezoeken
surfear = surfen
nadar = zwemmen
beber = drinken
comer = eten
viajar = reizen
divertirse = het leuk hebben
aburrirse = zich vervelen
leer libros = boeken lezen
ir a la playa = naar het strand gaan

Slide 20 - Tekstslide

Hablar sobre las vacaciones
¿Dónde vas a ir de vacaciones?
Voy a ir de vacaciones a.....
¿Con quién vas a ir de vacaciones?
¿Qué actividades vas a hacer en las vacaciones?
¿Qué tiempo va a hacer en tus vacaciones?
¿Cómo vas a ir de vacaciones?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Los amigos _____ (ser) amables.
Hoy, nosotros______(estar) en clase 233.
¿Cómo ________(estar) tu madre?
Yo _______ (estar) en la casa de mi abuela
Vosotros _____ (estar) en Barcelona.
María y Javier_____(ser) los padres de Alberto.
Nosotros ______(ser) hombres altos
Yo _______ (ser) Rubén, ¡Encantado! 
son
estamos
está
estoy
estáis
son
somos
soy

Slide 23 - Sleepvraag

¡Hasta la próxima clase!

Slide 24 - Tekstslide