5.1 paragraaf deel 2 "hard water"

Bij 5.1 "hard water"
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bij 5.1 "hard water"

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil benoemen tussen hard en zacht water.
  • Je kunt uitleggen wat Duitse hardheid is. 
  • Je kunt nadelen van het gebruik van hard water benoemen.
  • Je kunt manieren beschrijven om water te ontharden. 

Slide 2 - Tekstslide

vandaag

Herhalen vorige les
waar denk je aan bij hard water?
filmpje uitleg hard water
extra uitleg met tussendoor quiz vragen
aan de slag
vooruitblik volgende les

Slide 3 - Tekstslide

Zuiver water heet ook wel:
A
drinkwater
B
oppervlaktewater
C
gedestilleerd water
D
regenwater

Slide 4 - Quizvraag

Dit water is soms een beetje zuur
A
drinkwater
B
oppervlaktewater
C
gedestilleerd water
D
regenwater

Slide 5 - Quizvraag

Dit water vind je in zeven, rivieren, meren, beekjes en slootjes
A
grondwater
B
oppervlaktewater
C
gedestilleerd water
D
regenwater

Slide 6 - Quizvraag

Dit water vind je heel diep in de aarde
A
grondwater
B
oppervlaktewater
C
gedestilleerd water
D
regenwater

Slide 7 - Quizvraag

Bij 5.1 "hard water"

Slide 8 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
hardheid van water?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Video

Duitse hardheid
De hardheid van water druk je uit in Duitse Hardheidsgraden (DH)
1 DH komt overeen met 7,1 mg Ca2+  per liter. De hardheid van drinkwater in Nederland is niet op alle plaatsen hetzelfde. 

Slide 11 - Tekstslide

De hardheid van water druk je uit
in Duitse Hardheidsgraden (DH):
1 DH = 7,1 mg Ca2+ per liter 


Slide 12 - Tekstslide

DH betekent
A
Deense Hardheid
B
Duitse Hardheid

Slide 13 - Quizvraag

Hard en zacht water
Hard water bevat een hoge concentratie opgeloste mineralen. De positieve ionen zijn vaak calcium of magnesiumionen. Hard water kan ontstaan als regenwater op een kalkhoudende bodem valt. Regenwater is een enigzins zure oplossing en reageert dan met het calciumcarbonaat in de kalkhoudende bodem. Hoe harder het water hoe meer van deze calcium of magnesiumionen er in het water zijn opgelost. Hard water zorgt ervoor dat zeep niet zo goed schuimt als in zacht water. Je kunt hard water dus herkennen als je er een zeep in probeert te laten schuimen. 

Slide 14 - Tekstslide

            Hard water
 *Water met veel opgeloste    
   calciumionen / magnesiumionen
*geeft kalkaanslag op     verwarmingselementen                                
Eenheid:
-Duitse Hardheid (DH)
-1 DH = 7,1 mg opgeloste calcium per liter water
            Zacht water
   *zit weinig kalk.

Slide 15 - Tekstslide

1 Duitse hardheid komt over een met ...... mg
Ca2+
A
5,1
B
6,1
C
7,1
D
8,1

Slide 16 - Quizvraag

Bereken hoeveel mg er zit in
8,5 DH
Ca2+
A
51,85
B
59,5
C
60
D
60,35

Slide 17 - Quizvraag

Hard water kan aanslag geven op onderdelen van bijvoorbeeld wasmachines, dit is calciumcarbonaat.
Hoe noem je deze aanslag?
A
ketelsteen
B
krijtaanslag
C
Duitse hardheid
D
waterontharder

Slide 18 - Quizvraag

Ontstaan ketelsteen

Bij het verhitten van hard water treedt de omgekeerde reactie van de vorming van hard water op. Door deze reactie ontstaat de vaste slecht oplosbare stof calciumcarbonaat.

Slide 19 - Tekstslide

aan de slag

Slide 20 - Tekstslide