3.1 Een welvarende samenleving (1948-1978)

3.1 Nederland (1948-1978)
Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland tussen 1948 en 1978?
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

3.1 Nederland (1948-1978)
Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland tussen 1948 en 1978?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten 
  • De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
  • De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je uitleggen:
  • hoe de economische groei de verzorgingsstaat mogelijk maakte.
  • hoe de welvaart leidde tot maatschappelijke veranderingen.
  • wat veranderde in de positie van jongeren en vrouwen. 
  • welke emigratie en immigratie plaatsvond  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is verzuiling?
A
Bouwstijl uit de 20ste eeuw die gebouwen met zuilen maakt.
B
Politieke stroming uit de 20ste eeuw.
C
Verdeling van samenleving in groepen, de groepen gaan niet met elkaar om.
D
Begrip dat we gebruiken om openbaar en bijzonder onderwijs te onderscheiden.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN groep van de verzuiling?
A
Liberalen
B
Katholieken
C
Communisten
D
Socialisten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Sleepvraag

bij deze sleepvraag wordt gekeken wat ook alweer verzuiling was en wat erbij hoort.
De docent vermeld dat iedereen een eigen partij, krant, omroep en etc.. had. Dit vervalt dus in de jaren '60 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a. Na de WOII werden de vooroorlogse verzuilde verhoudingen hersteld. Geef met voorbeelden uit de omroep en de politiek aan wat verzuiling was.
b. Geef aan wat rooms-rode kabinetten waren en wanneer zij aan de macht waren.
c. Nederland voerde geen neutraliteitspolitiek meer. Geef daarvan twee vb.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Van 1948 tot 1973 vonden een snelle wederopbouw en een sterke economische groei plaats in Nederland.
a Geef met een vb. aan welke economische sector het snelst groeide.
b Noem twee buitenlandse en twee binnenlandse factoren die de economische groei en de toenamen van de welvaart bevorderden.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De overheid gebruikte de welvaart voor de financiering van de uitbreiding van de verzorgingsstaat.
a Geef met een voorbeeld aan wat de verzorgingsstaat is.
b Geef aan vanuit welk idee en welk ideaal de verzorgingsstaat werd uitgebreid.
c Geef aan welke rol de sociale partners hierbij hadden en waarom dan van belang was.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik bronnen 1 en 2 (blz. 84 )
Maak met bronelementen duidelijk dat beide affiches passen bij de verzorgingsstaat.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De vóór de oorlog ontstane verzuiling keerde na de oorlog terug. Maar de confessionele kabinetten van het interbellum werden na de oorlog vervangen door rooms-rode kabinetten. 
Ook bleef Nederland in de Koude Oorlog niet neutraal, maar sloot het zich aan bij de VS. En het werd lid van de NAVO en de EGKS. 
Dankzij de Marshallhulp was er vanaf 1948 in Nederland sterke economische groei. Deze groei werd aangewakkerd door industrialisatie.  
De rooms-rode kabinetten voerden een geleide loonpolitiek in. Hierdoor werden Nederlandse producten goedkoper dan buitenlandse. 
In de jaren 1960 werd de loonpolitiek losgelaten en stegen de lonen snel. De nieuwe welvaart werd gebruikt voor de uitbreiding van de verzorgingsstaat. 
Deze verzorgingsstaat werd mede mogelijk door de samenwerking van sociale partners in het poldermodel. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten 
  • De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
  • De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amerikanisering
Overnemen van de Amerikaanse cultuur
  1. Jeugdigheid
  2. Vrijheid
  3. Welvaart
  4. Producten
  5. Artiesten
  6. Tv producties

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a Door de welvaart vonden in de jaren 1960 sociaal-culturele veranderingen plaats. Beschrijf de veranderingen wat betreft: - Koopgedrag van mensen en - hun vrijetijdsbesteding.
b Beschrijf ook de veranderingen wat betreft: - de verstedelijking en - de mobiliteit van mensen.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De welvaart in de jaren 1960 leidde tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingen. Nederlanders gingen meer consumeren en meer en verder reizen, ook in hun vrije tijd.

Doordat mensen vaker in aanraking kwamen met andersdenkenden, onder meer door televisie te kijken, ontstond de ontzuiling: verdwijnen van de verzuiling.

Deze werd ook zichtbaar in de politiek toen verzuilde partijen stemmen verloren aan een nieuwe niet-verzuilde partij, D66.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nozems

Jaren 1950
geïnspireerd door rock 'n roll uit VS
Elvis Presley, leren jacks, vetkuiven, brommers


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Provo's

Jaren 1960
verzet tegen bestaande machtsverhouding met ludieke acties
Erg politiek, provocerend
jongeren willen meer inspraak

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hippies

Eind jaren 1960
afzetten tegen consumptiemaatschappij en materialisme
Drugsgebruik, 'make love, not war'

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf het eind van jaren 1950 ontstond een jongerencultuur.
a Noem hiervan drie oorzaken.
b Leg uit welke rol popmuziek speelde in de jongerencultuur.
c Omschrijf elk van de volgende jongerenbewegingen en noem kenmerken van hun subcultuur: - nozems, - provo's, - hippies

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

a Geef aan wat de wettelijke handelingsonbekwaamheid van getrouwde vrouwen inhield en wanneer deze werd afgeschaft.
b Noem twee organisaties van de tweede feministische golf.
c Noem nog drie factoren die de vrouwenemancipatie vanaf de jaren 1960 hebben bevorderd.

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a Noem drie bestemmingen van Nederlandse emigranten in de jaren 1950
b Noem met betrekking tot de immigratie: - uit Indonesië een onvrijwillig migratiemotief en - uit Suriname een vrijwillig migratiemotief.
c Geef een verklaring voor: - de komst van werknemers uit Zuid-Europa, Turkije en Marokko en - hun recht op gezinshereninging.

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

a Verklaar het einde van de economische groei in 1973
b Verklaar het besluit van veel werkloos geworden Turken en Marokkanen om in Nederland te blijven

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les:
verzuiling: verdeling van de bevolking in levensbeschouwelijke groepen (zuilen) met eigen organisaties. 
rooms-rode kabinetten: regering met de KVP en de PvdA. 
geleide loonpolitiek: als de regering bepaalt hoe hard lonen mogen stijgen. 
verzorgingsstaat: staat die met sociale voorzieningen zorgt voor het welzijn van zijn burgers. 
sociale partners: werkgevers en werknemers. Poldermodel: overlegmodel gericht op overeenstemming en harmonie. 
ontzuiling: verdwijnen van de verzuiling.
babyboom: geboortegolf
inspraak: zeggenschap, je mening mogen geven als een besluit wordt genomen 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les:
provo: jongere die zich uitdagend en speels afzet tegen bestaande gezagsverhoudingen (vanaf 1965)
nozem: stoer geklede jongere met vetkuif (vanaf 1955)
popmuziek: populaire muziek. 
hippie: jongere die zich op vredelievende en afwijkende manier afzet tegen de consumptiemaatschappij en de heersende opvattingen (vanaf 1967)
.
Handelingsonbekwaamheid: het niet mogen afsluiten van rechtsgeldige overeenkomsten.
oliecrisis: tekort aan olie die leidde tot een economische crisis (1973)



Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies