Les 3 - §2 stappenplan lezen + §2 onbekende woorden

Nederlands
2D 

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
2D 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
KADER
MAVO
Huiswerkcontrole
Huiswerkcontrole
Zelfstandig werken
Aantekening §2 stappenplan lezen 
Aantekening §2 onbekende woorden
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Lezen...
Heeft iedereen al een leesboek?

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Huiswerkcontrole:
MAVO:
Heeft iedereen van cursus 1 - meer dan lezen - §1 herhaling leerjaar 1 t/h: opdracht 1 t/m 3 af? 

KADER: 
Heeft iedereen van cursus 1 - meer dan lezen - §1 herhaling leerjaar 1 kgt: opdracht 1 t/m 3 af? 

Slide 4 - Tekstslide

Kader - zelfstandig werken 
Je gaat naar: Magister - leermiddelen - Nieuw Nederlands 7e editie.

Cursus 1 - meer dan lezen - §2 - onbekende woorden:
Kader maakt: opdracht 1 t/m 6. Dit is huiswerk voor de volgende les. 

Wat heb je nodig?
Opgeladen laptop, boek en oortjes.

Hoe maak je dit?
Je maakt de opdrachten of in je boek (als je dit met mij afgesproken hebt) of online. Werk je online? Zorg dat je 55% of meer goed hebt.


Slide 5 - Tekstslide

Aantekening cursus 1 - meer dan lezen
§2 - stappenplan lezen
Bedenk voordat je leest waarom je de tekst leest. Bepaal dan welke stappen uit het stappenplan nodig zijn.

Stap 1: oriënterend lezen
Doel: onderwerp van de tekst vinden.
1 Lees de titel, de tussenkopjes en bekijk de eventuele afbeeldingen.
2 Lees de eerste alinea of de eerste twee alinea’s.
3 Geef in een paar woorden antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst? Het antwoord op die vraag is het onderwerp van de tekst.

Stap 2: globaal lezen
Doel: deelonderwerpen van de tekst vinden. 
4 Lees van elke alinea de eerste en de laatste zin. 
5 Markeer met strepen in de linker kantlijn (= witte ruimte naast de tekst) welke alinea(’s) de inleiding en het slot zijn. 
6 Markeer met strepen in de linker kantlijn welke alinea’s van het middenstuk bij elkaar horen en dus over hetzelfde deelonderwerp gaan.      




Slide 6 - Tekstslide

Aantekening cursus 1 - meer dan lezen
§2 - stappenplan lezen
Stap 3: precies lezen
Doel: precies weten waar de tekst over gaat.
7 Lees de tekst helemaal.
8 Onderstreep woorden die je niet kent. Bepaal de betekenis van deze woorden met een woordraadstrategie.
9 Markeer de kernzin van elke alinea.
10 Noteer van elke alinea in een paar woorden het deelonderwerp in de linker kantlijn.
11 Noteer het tekstdoel.
12 Noteer de tekstsoort.

Stap 4: bijna klaar
13 Onderstreep de hoofdgedachte van de tekst of schrijf die in je eigen woorden op. De hoofdgedachte is één zin waarin duidelijk wordt wat het belangrijkste is wat je over het onderwerp van de tekst te weten bent gekomen.




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Mavo - zelfstandig werken 
Je gaat naar: Magister - leermiddelen - Nieuw Nederlands 7e editie.

Cursus 1 - meer dan lezen - §2 - stappenplan lezen:
Mavo maakt: opdracht 1 + 2. Let op: opdracht 2 maak je op papier. Morgen laat je zien dat je het af hebt. 

Wat heb je nodig?
Opgeladen laptop, boek en oortjes.

Hoe maak je dit?
Je maakt de opdrachten of in je boek (als je dit met mij afgesproken hebt) of online. Werk je online? Zorg dat je 55% of meer goed hebt.


Slide 9 - Tekstslide

Aantekening cursus 1 - meer dan lezen
§2 - onbekende woorden
Als je in een tekst een onbekend woord tegenkomt, kijk dan eerst of je de betekenis uit de tekst kunt halen. Gebruik hiervoor een woordraadstrategie. Je hebt hiervoor de volgende manieren al geleerd: een synoniem, een omschrijving en een voorbeeld zoeken.

Vandaag leren we  twee nieuwe woordstrategieën:
1) Een tegenstelling zoeken: 
Een tegenstelling is een woord dat precies het tegenovergestelde betekent. Bijvoorbeeld: hoog - laag, veilig - gevaarlijk. 

Zo zoek je een tegenstelling:
Let in de tekst op de woorden maar, echter, toch, daarentegen. Aan deze woorden kun je zien dat er een tegenstelling in de tekst staat. Bijvoorbeeld: Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop.




Slide 10 - Tekstslide

Aantekening cursus 1 - meer dan lezen
§2 - onbekende woorden
2) Een bekend woorddeel zoeken: 
Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel in dat woord. Deze strategie kun je toepassen bij woorden die zijn samengesteld uit twee of meer woorden, bij woorden met een voorvoegsel en bij woorden met een achtervoegsel.

Zo zoek je een bekend woorddeel:

* Kijk welke delen van het woord jij al kent. Bijvoorbeeld: inkoopmedewerker. Je kent het woord inkoop en het woord medewerker. Een inkoopmedewerker is dus iemand in het bedrijf die meehelpt met de inkoop.

* Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat, bijvoorbeeld: on-, her-.
Bijvoorbeeld:
– ongezond. Je weet dat on- hetzelfde is als niet of zonder. Ongezond betekent dus niet gezond.
– hergebruiken. Je weet dat her- opnieuw betekent. Hergebruiken betekent dus opnieuw gebruiken.
* Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat, bijvoorbeeld: -vol, -loos, -rijk.
– naamloos. Je weet dat -loos hetzelfde is als zonder. Naamloos betekent dus dat iets zonder naam is, het heeft geen naam.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Zelfstandig aan de slag! 
Je gaat naar: Magister - leermiddelen - Nieuw Nederlands 7e editie.

Cursus 1 - meer dan lezen - §2 - onbekende woorden:
Kader maakt: opdracht 1 t/m 6

Cursus 1 - meer dan lezen - §2 - stappenplan lezen:
Mavo maakt: opdracht 1 + 2. Let op: opdracht 2 maak je op papier. Morgen laat je zien dat je het af hebt. 

Wat heb je nodig?
Opgeladen laptop, boek en oortjes.

Hoe maak je dit?
Je maakt de opdrachten of in je boek (als je dit met mij afgesproken hebt) of online. Werk je online? Zorg dat je 55% of meer goed hebt.



Slide 13 - Tekstslide