MM-12 Les 2 Hfd. 2

Hoofdstuk 2
Het inkoopproces
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economieVocational Education

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2
Het inkoopproces

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les........
  • weet je wat een inkoopopdracht inhoudt.
  • weet je hoe een inkoopopdracht wordt uitgevoerd.
  • ken je de wijze van ontvangst en bewaren van de goederen.
  • weet je hoe inkoopfacturen worden gecontroleerd.
  • weet je wat elektronisch bestellen en archivering bevat.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les....

Slide 3 - Tekstslide

Onder _______ verstaan we alle maatregelen van organisatorische aard die betrekking hebben op een goede werking van de administratie.
A
Administreren
B
Administratieve organisatie
C
Verstrekken van informatie
D
Interne organisatie

Slide 4 - Quizvraag

Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie met als doel de onderneming goed te laten functioneren= ...................
A
Administreren
B
Administratieve organisatie
C
Verstrekken van informatie
D
Interne organisatie

Slide 5 - Quizvraag

Een functie hoort bij een bepaalde persoon.
Taak hoort bij het werk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer 2 functies bij een persoon terecht komen, is er sprake van......
A
Inkoopproces
B
Samenspanning
C
Functievermenging
D
Interne controle

Slide 7 - Quizvraag

Hoofdstuk 2
Het inkoopproces

Slide 8 - Tekstslide

Het
inkoopproces

Slide 9 - Tekstslide

Inkoopopdracht
Bestelniveau
optimale bestelgrootte
levertijd

Slide 10 - Tekstslide

Het verstrekken van een inkoopopdracht
1. Bestelniveau (minimumvoorraad)= de voorraad waarbij een nieuwe                                                                                                 bestelling moet plaatsvinden.
    * De minimumvoorraad moet zo groot zijn dat er geen stagnatie                                plaatsvindt, waardoor er nee-verkopen plaatsvinden.

2. Veiligheidsvoorraad= een extra hoeveelheid goederen die op de        minimumvoorraad wordt gezet. Dit doe je om tekortkomingen te voorkomen.

Slide 11 - Tekstslide

Het verstrekken van een inkoopopdracht
3. Optimale bestelgrootte= de bestelhoeveelheid die het gunstigst is voor                                de onderneming. Dit is de grootte van de bestelling waarbij de                               voorraadrisico's en de kosten per  eenheid product het laagst zijn.
 
* Voordeel grote bestelling= kwantumkorting
* Nadeel grote bestelling= hoge opslagkosten

Slide 12 - Tekstslide

Wie kan aangeven dat er besteld kan worden?
1. Magazijnbeheerder geeft aan de afdeling Inkoop dat er besteld moet                  worden. 
    Afdeling Inkoop gaat over tot bestelling.
* Kans op fraude en renteverlies en renteverlies

2. Magazijnbeheerder geeft aan de afdeling Inkoop dat minimumvoorraad is       bereikt. Afdeling Inkoop moet wachten op de goedkeuring van de afdeling       Administratie om te bestellen.

Slide 13 - Tekstslide

Wie kan aangeven dat er besteld kan worden?
3. Afdeling Administratie constateert dat de minimumvoorraad is bereikt en       geef zelf aan de afdeling Inkoop opdracht om te bestellen.

Slide 14 - Tekstslide

Het uitvoeren van inkoopopdrachten

Offerte

Bestelopdracht

Orderbevestiging 

Slide 15 - Tekstslide

2.2 Uitvoeren inkoopopdracht
* Taak inkoopafdeling is de inkoopopdrachten zo goed mogelijk uitvoeren.

3 vragen bij Inkoop:
  1. Welke leveranciers kunnen deze artikelen leveren?
  2. Tegen welke prijs? Welke zijn de leverings- en betalingscondities?
  3. Wie krijgt de order?
   


Slide 16 - Tekstslide

Uitvoeren inkkoopopdracht
1. Welke leveranciers kunnen de artikelen leveren?
Inkoopafdeling zal een lijst van leveranciers hebben waar de artikelen besteld kunnen worden.

Slide 17 - Tekstslide

Uitvoeren inkkoopopdracht
2. Tegen welke prijs? Wat zijn de leverings- en betalingscondities?
Aan de leveranciers worden gevraagd om een offerte uit te brengen.
Het is vaak zinvol om meerdere bedrijven om een offerte te vragen, om ze met elkaar te vergelijken. Zo kun je de gunstigste leverancier kiezen.

 Offerte= een aanbod waarin de leverancier vermeldt welke artikelen hij kan                        leveren, tegen welke prijs en welke leverings- en                                                            betalingscondities van toepassing zijn.

Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de offertes bij een andere functionaris binnenkomen dan bij de functionaris die de offerte heeft aangevraagd (functiescheiding).

Slide 18 - Tekstslide

Uitvoeren inkkoopopdracht
3. Wie krijgt de order?
Er wordt vastgesteld bij wie de order wordt geplaatst, afhankelijk van de volgende factoren:
  • Prijs;
  • Kwaliteit;
  • Levertijd;
  • Betalingsvoorwaarden.

Slide 19 - Tekstslide

Opslag goederen
  • Vrachtbrief
  • Pakbon
  • Magazijnontvangstenbon
  • Voorraadkaart

Slide 20 - Tekstslide

2.3  De ontvangst en het bewaren van de goederen
Afgeleverde goederen - Magazijn - Magazijnbeheerder

Verantwoordelijkheden magazijnbeheerder (bewarende functie):
  • Juiste opslag goederen
  • Bijwerken voorraadkaarten
  • Ontdekken voorraadverschillen


Slide 21 - Tekstslide

De ontvangst en het bewaren van de goederen
Andere verantwoordelijkheden magazijnbeheerder:
controleren vrachtbrief - controleren pakbon - invullen magazijnontvangstbon - pakbonnen verwerken - goederen afleveren.

Verschil vroeger en nu:
Vroeger ging alles handmatig. Nu wordt alles automatisch verwerkt in de computer.

Slide 22 - Tekstslide

Met welke van onderstaande moet men geen rekening houden bij een inkoopopdracht?
A
Bestelniveau
B
Optimale bestelgrootte
C
Offerte
D
Veiligheidsvoorraad

Slide 23 - Quizvraag

Taak inkoopafdeling is de inkoopopdracht zo snel mogelijk uitvoeren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Controle inkoopfactuur
Factuur

Slide 25 - Tekstslide

2.4 Het controleren van inkoopfacturen
* Controle inkoopfacturen valt onder afdeling Factuurcontrole.

Over welke informatie moet de afdeling beschikken:
  • Bestelorder (kopie)
  • Factuur
  • Magazijnontvangstbon  (bevestiging dat de goederen zijn ontvangen)

Slide 26 - Tekstslide

Wat moet afdeling factuurcontrole controleren?

Slide 27 - Tekstslide

Opmerking:
Bestelopdracht in 3-voud: - 1 voor leverancier
                                                        - 1 voor inkoopafdeling
                                                        - 1 voor afdeling Factuurcontrole

Factuur klopt niet. Dit doorgeven aan afdeling Inkoop.

Factuur klopt. Afdeling Factuurcontrole voorziet het van stempel en paraaf. En opdracht tot betaling wordt gegeven.

Slide 28 - Tekstslide

2.5 Elektronisch bestellen
Elektronisch bestellen= order- entry-                                                     system
Elektronisch bestellen wordt mogelijk gemaakt door schapstickers.


Aan de hand van de handterminal (=leespen) lees je alle gegevens van het product en wordt het in het bestand van de computer ingevoerd.

Slide 29 - Tekstslide

2.6  Archivering

Gebruikte formulieren:
  • Aanvraag offerte
  • Offerte
  • Bestelopdracht
  • Vrachtbrief en pakbon
  • Factuur (10 jaren bewaard)
  • Magazijnontvangstbon
  • Vooraadkaart

Slide 30 - Tekstslide

Bestanden beveiligen:

Wachtwoord: alleen personen met het wachtwoord                                                         (=password) kunnen het bestand binnenkomen.

Backup: om te voorkomen dat een bestand geheel of                                           gedeeltelijk verloren gaat.

Slide 31 - Tekstslide

2.7  Schema inkoopproces

Slide 32 - Tekstslide

De afdeling Inkoop is belast met het controleren van de facturen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Welke onderdelen op de factuur moet men controleren?
A
Kwantiteit - prijs - aantal geleverde goederen - factuur juist samengesteld
B
Factuur juist samengesteld - offerte - kwaliteit - prijs
C
Aantal geleverde goederen - prijs - kwaliteit - factuur juist samengesteld
D
Kwaliteit - korting - prijs - aantal geleverde goederen

Slide 34 - Quizvraag

Wat moet je doen om geen bestanden te verliezen?
A
Backup
B
Wachtwoord

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide