Hoofdstuk 2 Pesten

Pesten
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Pesten

Slide 1 - Tekstslide

Ik vind pesten…

A
helemaal niet erg.
B
normaal: het hoort bij de jeugd.
C
erg.

Slide 2 - Quizvraag

Als ik het slachtoffer van pesterijen zou worden, dan zou ik...
A
mijn ouders inlichten.
B
de pesters proberen omkopen: snoep geven, schriften invullen, vuile karweitjes voor hem opknappen.
C
hulp vragen aan de leerkracht.

Slide 3 - Quizvraag

Een pester...
A
ga je helpen door mee te pesten.
B
geef je een slag in zijn maag zodat hij ophoudt.
C
negeer je.

Slide 4 - Quizvraag

Er wordt een jongen gepest omdat hij meisjesachtig is. Wat doe je?
A
je geeft hem een schouderklopje en zegt dat het wel overgaat.
B
je gaat samen met hem een spel spelen en je negeert de pesters.
C
je scheldt hem uit omdat hij zich te veel laat doen.

Slide 5 - Quizvraag

Klasgenoten laten pesten toe, omdat ze…
A
anders zelf kunnen gepest worden.
B
denken dat ze er niets kunnen aan doen, dat ze niet tegen de pestkop op kunnen.
C
het leuk vinden.

Slide 6 - Quizvraag

Als er in de klas wordt gepest, kan de docent best ...

A
een groepsgesprek over het pesten doen.
B
straf geven aan de pesters.
C
niet reageren, het gaat wel over.

Slide 7 - Quizvraag

Er zit een jongen in je klas en je weet dat die niet populair is:
A
je blijft uit zijn buurt, want anders loop je ook het risico om gepest te worden.
B
ik blijf bij mijn eigen vrienden.
C
dat maakt niet uit, ik kom met iedereen overeen.

Slide 8 - Quizvraag

Een grapjas heeft een schooltas van iemand op het dak van de school gelegd. Wat denk je?
A
Hahaha, flauwe grap.
B
Tja, wel grappig, maar wie gaat die tas van het dak halen?
C
Goh, je moet toch tegen een grapje kunnen!

Slide 9 - Quizvraag

Je hebt knalrood haar en veel sproeten, en je denkt dat je lelijk bent. Voor de 333e keer roept een
jongen op straat : "Hé, vuurtoren!". Wat doe jij?
A
Ik maak korte metten met die kerel. Ik pik dat niet meer.
B
Ik haal mijn schouder op of maak zelf een grap.
C
De eerstvolgende rode kat die ik tegenkom krijgt een harde schop

Slide 10 - Quizvraag

Je loopt door een winkelstraat. Opeens zie je hoe een klasgenoot door een groepje kinderen wordt
geslagen. Hoe reageer jij?
A
Ik durf niet zoveel doen en loop gewoon door.
B
Ik vraag hulp aan een voorbijganger of winkelier.
C
Ik sla mee.

Slide 11 - Quizvraag

Plagen of Pesten?

Slide 12 - Tekstslide

Ik ben wel eens gepest
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

Hoe erg vond je dat?
0100

Slide 14 - Poll

Ik heb wel eens gepest
Ja
Nee

Slide 15 - Poll

Waarom deed je dat?

Slide 16 - Open vraag

Zou jij iemand helpen die gepest wordt? Bijvoorbeeld je ziet het in de gang tijdens de pauze...
Ja, ik grijp in.
Ja, ik waarschuw een docent of conciërge
Nee, ik bemoei mij er niet mee.

Slide 17 - Poll

Joris valt over de schooltas van Mieke.Hij is kwaad en gooit ze een paar meter verder. Mieke scheldt hem uit.
pesten
plagen
ruziemaken

Slide 18 - Poll

David wordt opgewacht aan de schoolpoort door 3 kinderen van de andere klas. Ze nemen zijn rugzak en gooien alles eruit op straat. Enkele kinderen van zijn klas lachen hem uit.
David blijft roerloos staan.
pesten
plagen
ruziemaken

Slide 19 - Poll

David wordt opgewacht aan de schoolpoort door 3 kinderen van de
Sofie heeft een nieuwe pop gekregen voor haar verjaardag. Frederik heeft er niet beter op gevonden de kleren ervan uit te trekken. Als de kat met het mutsje van de pop het huis rondhuppelt, weet Sofie natuurlijk wat er gebeurd is
pesten
plagen
ruziemaken

Slide 20 - Poll

Cyberpesten






Wat is het verschil tussen pesten en cyberpesten?

Slide 21 - Tekstslide

Vertrouwenspersoon
Als je wordt gepest, kun je naar een vertrouwenspersoon gaan. 
Dat kan je mentor zijn, maar ook een andere docent.
Je kunt ook in gesprek gaan met de pestkop
Bespreek met hem wat pesten met jou doet.

Slide 22 - Tekstslide

Kies een opdracht. 

  • Opdr. 1: Maak een filmpje over pesten.
  • Opdr. 2: Maak een folder over pesten (hoe komt het, wat doe je).
  • Opdr. 3: Maak een presentatie over wat je kunt doen als iemand wordt gepest. 


Slide 23 - Tekstslide

Sexueel misbruik

Slide 24 - Tekstslide

Seksueel misbruik



Wanneer is het misbruik?

  • Als iemand vervelende opmerkingen maakt over bv. jouw lichaam.
  • Als iemand jou dwingt om ergens naar te kijken, bv. een film, maar jij wilt dat niet.
  • Als iemand je aanraakt waar je dat niet wilt. Je moet dat dan zeggen. Gaat iemand dan toch door, dan is dat seksueel misbruik. 

Slide 25 - Tekstslide

soorten van seksueel misbruik:
  • seksuele intimidatie
  • aanranding
  • verkrachting
  • incest 

Slide 26 - Tekstslide

Waar seksueel misbruik?
Misbruik kan overal gebeuren:
  • Thuis, op het werk, op de sportclub.
  • Via je computer.
Sommige mensen proberen via chatprogramma's op internet in contact te komen met jongeren. Ze willen hen skesueel misbruiken. Door bijv. hen te vragen zich uit te kleden voor de webcam. 

Slide 27 - Tekstslide

Seksueel misbruik


Slide 28 - Tekstslide

Wat als jou dat overkomt?
Vertel dit aan iemand die je vertrouwt:
  • een vertrouwenspersoon op je school
  • je ouders
  • familieleden
  • vrienden
  • je docent of mentor

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video