Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en leestekens
- Je leert over hoofdlettergebruik
- Je leert hoe je de komma moet gebruiken

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdletters en leestekens
- Je leert over hoofdlettergebruik
- Je leert hoe je de komma moet gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Uitzonderingen
Soms begint een zin echter niet met een hoofdletter:
's Middags eten we altijd koekjes bij de thee

Slide 3 - Tekstslide

TEST JEZELF
Om af te ronden doen we een kleine test

Slide 4 - Tekstslide

Welke woorden zijn goed geschreven?
A
Arnhem
B
engelsman
C
Amsterdam-Zuid
D
snickers

Slide 5 - Quizvraag

Welke woorden zijn fout geschreven?
A
Ajax
B
mevrouw jansen
C
engels drop
D
Talentstad

Slide 6 - Quizvraag

Typ over met hoofdletters

geert wilders

Slide 7 - Open vraag

Typ over met hoofdletters

zuid-holland

Slide 8 - Open vraag

Welk woord krijgt een hoofdletter?
televisie - samsung - computer

Slide 9 - Open vraag

Welk woord krijgt een hoofdletter?
pasen - paasbrood - paasfeest

Slide 10 - Open vraag

Welk woord krijgt een hoofdletter?
duitser - buurland - rookworst

Slide 11 - Open vraag

Welk woord krijgt een hoofdletter?
italiaans - lesrooster - oostelijk

Slide 12 - Open vraag

De komma
1. Tussen twee persoonsvormen
2. Voor voegwoorden
3. In een opsomming

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer gebruik je geen komma?
A
Achter een voegwoord
B
Tussen twee persoonsvormen
C
Halverwege een zin
D
In een opsomming

Slide 14 - Quizvraag

komma
A
Toen ze thuis kwam, zag ze dat de lamp al brandde.
B
Toen ze thuis kwam zag ze dat de lamp al brandde.

Slide 15 - Quizvraag

komma
A
Ik hou van chocolade, dropjes, spekjes en koekjes.
B
Ik hou van chocolade dropjes spekjes en koekjes.
C
Ik hou van chocolade , dropjes, spekjes, en koekjes.
D
Ik hou van chocolade , dropjes spekjes en koekjes.

Slide 16 - Quizvraag

Aan het einde van de zin
Tussen twee persoonsvormen
Wel een hoofdletter
Geen hoofdletter 
Punt
Komma
Namen
Maanden

Slide 17 - Sleepvraag

Wat heb je geleerd?
Ik weet hoe ik de hoofdletter en komma moet gebruiken.

Slide 18 - Tekstslide