Fysiologie bij ouderen & Grond motorische fitheidsdoelen

• zorg
• MBO
• Studiejaar 3

Welkom

Welke van deze botten vormen samen het heupbeen?

1. Heiligbeen, schaambeen en darmbeen.
2. Heiligbeen, zitbeen en darmbeen.
3. Zitbeen, schaambeen en heiligbeen.
4. Darmbeen, zitbeen en schaambeen.

Het aantal lendenwervels bedraagt:

1. 6
2. 7
3. 4
4. 5

Welke beenderen vormen samen een schoudergewricht?

1. Schouderblad en opperarmbeen
2. Schouderblad en sleutelbeen.
3. sleutelbeen en opperarmbeen
4. Opperarmbeen, sleutelbeen en schouderblad.

Wanneer een spier in omvang afneemt is er sprake van

1. Atrofie
2. Atonie
3. Hypotensie
4. Geen van allen

Welke bewering over de tussenwervelschijven is juist?

1. Ze werken als schokbrekers
2. Ze houden de wervelkolom recht
3. Ze zijn allen even dik
4. Ze bestaan uit been

Een pees is opgebouwd uit

1. stevig bindweefsel
2. dwarsgestreept spierweefsel
3. glad spierweefsel
4. vetweefsel

Wat is de eigenschap van spiercellen

1. Vermogen tot samentrekken
2. Het vormen van steunweefsel
3. Doorgeven van prikkels

In de onderarm draait de ellepijp om het spaakbeen.

1. Juist
2. Onjuist

Welke spier zorgt voor extensie van het onderbeen?

1. Bilspier
2. Vierhoofdige dijspier
3. Kuitspier

Hoe noem je spieren die tegengestelde bewegingen veroorzaken?

1. Flexoren
2. Synergisten
3. Antagonisten
4. Extensoren

If you dont

Leerdoelen