Kleidung (Geschäft)
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Beschreibe deinen Pullover:
Ich trage einen ........
Ich trage einen ........
Slide 8 - Open vraag
Beschreibe deine Hose:
Ich trage eine ........
Ich trage eine ........
Slide 9 - Open vraag
Beschreibe deine Schuhe:
Ich trage ........
Welche Farbe haben sie?
Ich trage ........
Welche Farbe haben sie?
Slide 10 - Open vraag
die Shorts
das Kleid
der Rock
die Jeans
die Hose
das Hemd
der Anzug
der Pullover
der Mantel
die Jacke
die Bluse
Slide 11 - Sleepvraag
Slide 12 - Tekstslide
Ich ...... eine Hose kaufen.
A
möchtest
B
möchtet
C
möchte
D
möchten
Slide 13 - Quizvraag
Je bent in een winkel en verteld aan de medewerker wat je wilt. Wat zeg je?
A
Ich möchte gerne eine schwarze Hose.
B
Ich will eine schwarze Hose.
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
weiß
orange
pink
braun
Slide 16 - Sleepvraag
die Halskette
der Rin
die Ohrringe
das Armband
die Armbanduhr
die Kappe
die Sonnenbrille
der Regenschirm
die Brieftasche
die Tasche
Slide 17 - Sleepvraag
die Sandalen
der Hut
die Handschuhe
der Schal
die Krawatte
der Gürtel
die Schuhe
die Stiefel
die Turnschuhe
die Socken
der Badeanzug
die Badehose
Slide 18 - Sleepvraag
Slide 19 - Video
einkaufen
kaufen
kosten
zahlen, bezahlen
helfen
brauchen
mit Karte zahlen
suchen
sonst
billig
teuer
pinnen
betalen
boodschappen doen
anders, verder
kopen
goedkoop
nodig hebben
duur
kosten
helpen
zoeken
Slide 20 - Sleepvraag
Vertaal: Deze groene broek bevalt mij
Slide 21 - Open vraag
Vertaal: Heeft u deze blauwe broek in maat 28?
Slide 22 - Open vraag
Vertaal: Hoeveel kost de broek?
Slide 23 - Open vraag
Vraag waar de pashokjes zijn
Slide 24 - Open vraag
Ik ken de woordenschat voor de kledingwinkel?
😒🙁😐🙂😃
