Lezen 2.1 De indeling van teksten

Nederlands - les opbouw van een tekst
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - les opbouw van een tekst

Slide 1 - Tekstslide

Planning voor deze les
1. uitleg opbouw van een tekst
2. Maken opdrachten Lezen 2f

Slide 2 - Tekstslide

Lez 2 De indeling van teksten
Lesdoelen
  1. Je weet uit welke verschillende onderdelen een tekst is opgebouwd.
  2. Je weet welke functie bepaalde onderdelen van een tekst hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Een tekst bestaat altijd uit drie delen:
inleiding, middenstuk en slot.
Elk deel heeft zijn eigen functie. 

Inleiding: 
De lezer maakt kennis met het onderwerp, zijn aandacht wordt getrokken.

Middenstuk: De belangrijkste informatie (in deelonderwerpen)

Slot: Afronding, samenvatting, conclusie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Inleiding
Middenstuk
Slot
Dit deel is opgedeeld in meer alinea's 
Het onderwerp wordt benoemd
De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt
Aandachttrekker: er wordt bijv. een vraag gesteld of een probleem besproken.
Een samenvatting van de tekst
Er wordt bijv. een vraag beantwoord of een oplossing bij een probleem besproken.
De tekst wordt stap voor stap uitgewerkt

Een conclusie 

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Titel
Lead
Slot
Inleiding
Middenstuk
Middenstuk

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe wordt het onderwerp geïntroduceerd?
A
met de deur in huis vallen
B
belangstelling wekken met anekdote
C
inleiding / onderwerp nader toelichten

Slide 15 - Quizvraag

Hoe wordt het onderwerp geïntroduceerd?
A
met de deur in huis vallen
B
belangstelling wekken
C
inleiding / onderwerp nader toelichten

Slide 16 - Quizvraag

Lees de 2 teksten

Slide 17 - Tekstslide

Wat denk jij dat het onderwerp is van de hele tekst 'veilig naar de kermis?'?
A
zweefmolens
B
veiligheid van kermisattracties
C
ernstig gewond
D
ongeluk

Slide 18 - Quizvraag

Wat staat behalve het onderwerp nog meer in tekst 'Veilig naar de kermis?'?
A
De aanleiding voor het schrijven van de tekst
B
een belangrijke vraag
C
een mening over het onderwerp
D
een voorbeeld bij het onderwerp geven

Slide 19 - Quizvraag

Wat denk jij dat het onderwerp is van de hele tekst 'De week van het zieke kind'.
A
Kindra is ziek
B
Kinderkanker
C
De week van het zieke kind
D
Kindra kan niet naar school

Slide 20 - Quizvraag

Wat staat behalve het onderwerp nog meer in tekst 'De week van het zieke kind'?
A
Een belangrijke vraag
B
hoe de tekst wordt opgebouwd
C
een mening geven
D
een voorbeeld bij het onderwerp geven

Slide 21 - Quizvraag

In de volgende slide zie je twee teksten.


Het zijn slotalinea's van een tekst.




Slide 22 - Tekstslide

Lees de 2 teksten

Slide 23 - Tekstslide

Welk soort slot is het slot in de tekst 'App Examengids'?
A
Een advies
B
een antwoord op de vraag uit de inleiding
C
een conclusie

Slide 24 - Quizvraag

Welk soort slot is het slot in de tekst 'Festival der Zoete Verleidingen'?
A
een advies
B
een conclusie
C
een samenvatting

Slide 25 - Quizvraag