4.6 afweer

Welkom
Pak je boek/ je IPad en log alvast in!


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je boek/ je IPad en log alvast in!


Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Absentie
Herhaling vorige les
Nakijken
Doel van deze les
Uitleg
Samen lezen van de tekst
Maken van de opdrachten (huiswerk)
(als we al klaar zijn: nakijken van de opdrachten)
Afsluiten (laatste 5 min) 

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 4 'De bloedsomloop'
  1. Bloed
  2. De bloedvaten
  3. De bloedsomloop
    herhaling basisstof 1, 2 en 3
  4. Het hart
  5. De nieren en samenhang
  6.  Afweer 
    Proeftoets en werk controle
  7. Toets

Slide 3 - Tekstslide

Doel vorige les
  • Je weet hoe de nieren werken.  

Slide 4 - Tekstslide

Wat doen je nieren?
A
Je nieren filteren je bloed. Ze halen de schadelijke stoffen eruit en de goede stoffen houden ze in je lichaam.
B
Je nieren filteren je bloed. Ze halen de goede stoffen uit je bloed en verwijderen die via de urine.

Slide 5 - Quizvraag

Bij mannen is de urine buis korter dan bij vrouwen?
A
Waar
B
Onwaar

Slide 6 - Quizvraag

Wat bewaart de urine?
A
De nierleiders
B
De nierslagader
C
De nierblaas
D
De nieraders

Slide 7 - Quizvraag

Dit vervoert urine vanaf de urineblaas tot buiten het lichaam
A
nieraders
B
nierslagaders
C
nierleiders
D
nierblaas

Slide 8 - Quizvraag

Hoe komt het dat je urine overdag vaak lichter is dan in de ochtend?
A
Je drinkt te weinig
B
Je drinkt overdag meer

Slide 9 - Quizvraag

Basisstof 5
opdr 1 – 7
blz 202 – 205
Samenhang
opdr 1-4
blz 213 – 214

Slide 10 - Tekstslide

Doel deze les
  • Je weet hoe je immuun wordt voor een ziekte.
  • Je weet hoe je immuun wordt door een inenting.




 

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg basisstof 6 'Afweer'
Ziekteverwekkers: bacteriën en virussen
waar je ziek van wordt. 
Je lichaam houdt ze tegen door: 
  • je huid (komen ze niet doorheen)
  • je slijmvliezen (blijven plakken aan slijm)
  • zoutzuur (maagzuur bevat zoutzuur. Dit
    doodt bacteriën.)

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg basisstof 6 'afweer'
Infectie: Een ziekteverwekker komt toch je
lichaam in. 
Wittebloedcellen maken de ziekteverwekkers
onschadelijk. 

Antistof: De antistof maakt ziektewekkers
ook onschadelijk. De witte bloedcellen
kunnen deze antistoffen bevatten

Slide 13 - Tekstslide

De werking van je immuunsysteem

Slide 14 - Tekstslide

Samen lezen
Zorg dat je weet waar we zijn, des te sneller kunnen we aan je huiswerk beginnen. 

Blz 206 - 207 - 208
Online de tekst bij opdrachten 1 - 3

Je mag meteen de opdrachten invullen. 


Slide 15 - Tekstslide

Uitleg basisstof 6 'Afweer'
Eerst ziek, dan beter: Het duurt even voordat je wittebloedcellen antistoffen gemaakt hebben. Daardoor wordt je ziek. Als het de wittebloedcellen gelukt is, word je weer beter. 
Immuun: De antistoffen verdwijnt uit je boed,
maar de witte bloedcellen onthouden hoe ze
de antistof moeten maken. De volgende keer wordt
je niet meer ziek. Je bent immuun. 

Slide 16 - Tekstslide

Uitleg basisstof 6 'afweer'
Immuniteit: Het immuun worden moet je opbouwen. Baby's zijn heel vaak ziek, omdat ze nog geen/weinig antistoffen in hun lijfje hebben. Volwassenen kunnen al beter tegen ziekteverwekkers. (natuurlijke manier)
inenting/vaccinatie: Een inenting kan je helpen met het maken van antistoffen tegen een bepaalde ziekte. Dit kan inhouden dat je de volgende keer minder erg of zelfs niet meer ziek wordt. 
Je krijgt de ziekte in een zwakke vorm ingespoten. Je lichaam (witte bloedcellen) werkt ertegen. Dit is een kunstmatige manier.

Slide 17 - Tekstslide

samen lezen en maken
blz 209 - 210 - 211
Samen lezen en invullen van de opdrachten basisstof 6

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Basisstof 6 en 7 

Slide 19 - Tekstslide

Wat doet je afweersysteem?
A
Die zorgt ervoor dat je ziek wordt.
B
Die zorgt ervoor dat je niet ziek wordt.

Slide 20 - Quizvraag

Ziekteverwekkers worden onschadelijk gemaakt door witte bloedcellen.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 21 - Quizvraag

Je lichaam houdt ziekteverwekkers tegen door: Je huid, je slijmvliezen en zoutzuur.
A
Waar
B
onwaar

Slide 22 - Quizvraag

Natuurlijk immuniteit bouw je op:
(en weet je dan ook hier die andere heet?)
A
Doordat je een inenting/vaccinatie krijgt
B
Doordat je zelf ziek wordt.

Slide 23 - Quizvraag

Wat onthouden witte bloedcellen?
A
Hoe ze antistoffen tegen een bepaalde ziekte moeten maken.
B
Niets, antistoffen blijven in je lichaam.

Slide 24 - Quizvraag