1.1 en 1.2 strategieën, onderwerp en hoofdgedachte NOG AFMAKEN

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LESDOELEN:
* Je kunt lees- en luister-strategieën gebruiken
* Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen
* Je kunt een tekst controleren op betrouwbaarheid


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 Strategieën
Je leert wat lees- en luisterstrategieën zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesstrategieën
Er zijn verschillende manieren om een tekst te lezen. Als je wilt weten of een tekst interessant voor je is, lees je op een heel andere manier dan wanneer je op de website van de bibliotheek opzoekt wat de openingstijden zijn. Welke strategie je kiest hangt af van je leesdoel. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisterstrategieën
Er zijn ook gesproken teksten, zoals een presentatie of een interview. Als je daarnaar luistert, kun je een luisterstrategie gebruiken. Net als bij lezen hangt je strategie af van je doel.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 10

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oriënterend lezen
Globaal
lezen
Zoekend 
lezen
Precies
lezen
Je wilt de vertrektijd van de trein weten 

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oriënterend lezen
Globaal
lezen
Zoekend 
lezen
Precies
lezen
Je wilt het onderwerp van de tekst bepalen.

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oriënterend lezen
Globaal
lezen
Zoekend 
lezen
Precies
lezen
Je leest de tekst heel aandachtig van het begin tot het eind.

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oriënterend lezen
Globaal
lezen
Zoekend 
lezen
Precies
lezen
Je leest de eerste en laatste zinnen van elke alinea.

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oriënterend lezen
Globaal
lezen
Zoekend 
lezen
Precies
lezen
Bekijk opvallende tekens (euro-teken, bolletjes etc.)

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oriënterend lezen
Globaal
lezen
Zoekend 
lezen
Precies
lezen
Je wilt de tekst helemaal goed begrijpen.

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oriënterend lezen
Globaal
lezen
Zoekend 
lezen
Precies
lezen
Je wilt de deelonderwerpen bepalen.

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oriënterend lezen
Globaal
lezen
Zoekend 
lezen
Precies
lezen
Je bekijkt de hele tekst en leest de eerste alinea.

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als je in een folder de openingstijden van een dierentuin zoekt?
A
De hele tekst precies lezen
B
zoekend lezen
C
oriënterend lezen
D
globaal lezen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1. blz. 11. 
We gaan luisteren naar een fragment waarin Sandra vertelt over haar slaapstoornis. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer in één woord waar het fragment over gaat.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke luisterstrategie heb je gebruikt om de vorige vraag te beantwoorden?
A
Oriënterend luisteren
B
Globaal luisteren
C
Precies luisteren
D
Zoekend luisteren

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het wanneer je 'weinig' impulsen' hebt.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak per dag heeft Sandra last van haar probleem?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oorzaak van het probleem van Sandra?
A
Haar hersenen zijn ontregeld.
B
Overdag doet ze te weinig activiteiten.
C
Ze heeft een tekort aan het stofje hypocretine.
D
Ze slaapt 's nachts te weinig.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tweede probleem van Sandra, naast het zomaar in slaap vallen?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wel
Niet
Elke docent reageert altijd even goed op Sandra.

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er dan?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke luisterstrategie heb je gebruikt om de vorige vraag te beantwoorden?
A
Oriënterend luisteren
B
Globaal luisteren
C
Precies luisteren
D
Zoekend luisteren

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.2 Onderwerp en hoofdgedachte
Je leert het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst of filmpje bepalen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het onderwerp van een tekst
  • Iedere tekst gaat ergens over. Je begrijpt een tekst beter als je weet wat het onderwerp is.
  • 1) Lees de tekst oriënterend
  • 2) Stel je jezelf de vraag: Waar gaat deze tekst over?
  • 3) Het onderwerp schrijf je zo kort en precies mogelijk op (geen hele zin met werkwoorden)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind ik het onderwerp van een tekst?
A
Door alleen naar de titel te kijken.
B
Door te kijken naar de titel en tussenkopjes
C
Door de inleiding te lezen en te kijken naar de tussenkopjes.
D
Door te kijken naar de tussenkopjes, titel, illustraties en de inleiding te lezen.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp van deze tekst?

In het schooljaar 2019-2020 gingen de centrale examens niet door vanwege Corona. Veel leerlingen vonden dit erg jammer. Ze hadden graag willen ervaren hoe het zou zijn om samen in een gymzaal de examens te moeten maken. Nu er geen examens zijn gemaakt, weten de leerlingen ook niet of ze ooit officieel geslaagd zouden zijn. Hopelijk gaan dit schooljaar de examens wel gewoon door.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is een volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.

 1) Lees de tekst precies

2a) Kijk of de hoofdgedachte in de inleiding of het slot van de tekst staat, want daar staat deze hoofdgedachte soms letterlijk in de tekst. 
2b) Zo niet, vraag je dan af: Wat is het belangrijkste dat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt (en stel de hoofdgedachte zelf samen).

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hoofdgedachte...
A
staat altijd in de inleiding.
B
staat altijd in het slot.
C
moet je altijd zelf bedenken.
D
staat vaak in de inleiding of het slot.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoofdgedachte is...
A
de kernzin
B
de hoofdzaken
C
het belangrijkste van een tekst in één zin.
D
de samenvatting

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de hoofdgedachte?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat: Maken blz. 18 opdracht 1.1 en 1.2 
+ Maken blz. 19 opdracht 3.1 en 3.2
Hoe: Zelfstandig in stilte
Hulp: Groene blok met theorie op blz. 18
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Zo bespreken we dit na
Klaar: Maak ook opdracht 9 op bladzijde 22 (t/m opdr. 9.7)

timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking

Slide 36 - Tekstslide


LESDOELEN gehaald?:
* Je kunt lees- en luister-strategieën gebruiken
* Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen
* Je kunt een tekst controleren op betrouwbaarheid


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies