Ontdek de wereld van Muziektheorie voor 3 VWO

Ontdek de wereld van Muziektheorie voor 3 VWO
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontdek de wereld van Muziektheorie voor 3 VWO

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je de basis van muziektheorie en toonladders begrijpen en herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen van de les.
Wat weet je al over intervallen, 3-klanken, muziekgeschiedenis en toonladders?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is muziektheorie?
Muziektheorie is de studie van de elementen van muziek, zoals toonhoogte, ritme en harmonie.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat muziektheorie is en waarom het belangrijk is.
Wat zijn Intervallen?
Intervallen zijn de afstanden tussen twee noten. Een kleine terts bijvoorbeeld bestaat uit drie halve tonen.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat intervallen zijn en hoe ze worden berekend. Gebruik voorbeelden.
Voorbeelden van Intervallen
Octaaf, terts, kwart, quint, sext, septiem, octaaf

Slide 6 - Tekstslide

Geef voorbeelden van intervallen en vraag studenten om ze te herkennen.
Wat zijn 3-klanken?
3-klanken zijn akkoorden die bestaan uit drie noten. Ze worden vaak gebruikt in muziek.

Slide 7 - Tekstslide

Introduceer 3-klanken en leg uit hoe ze worden gevormd.
Voorbeelden van 3-klanken
Majeur, mineur, verminderd, overmatig

Slide 8 - Tekstslide

Geef voorbeelden van 3-klanken en vraag studenten om ze te herkennen.
Muziekgeschiedenis
Muziekgeschiedenis is de studie van de ontwikkeling van muziek door de tijd heen.

Slide 9 - Tekstslide

Introduceer het onderwerp muziekgeschiedenis en leg uit waarom het belangrijk is.
Belangrijke Perioden in de Muziekgeschiedenis
Middeleeuwen, Renaissance, Barok, Klassiek, Romantiek, Modern

Slide 10 - Tekstslide

Geef een overzicht van belangrijke perioden in de muziekgeschiedenis en vraag studenten om ze te herkennen.
Toonladders
Een toonladder is een opeenvolging van noten die in een bepaalde volgorde worden gespeeld.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat toonladders zijn en waarom ze belangrijk zijn.
Voorbeelden van Toonladders
Majeur, mineur, pentatonisch, blues

Slide 12 - Tekstslide

Geef voorbeelden van toonladders en vraag studenten om ze te herkennen.
Hoe worden Toonladders gemaakt?
Toonladders worden gemaakt door noten te selecteren en ze in een bepaalde volgorde te plaatsen.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit hoe toonladders worden gemaakt en waarom dit belangrijk is.
Toonsoorten
Een toonsoort is een toonladder die begint op een bepaalde noot en gebruikt wordt als basis voor een muziekstuk.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat toonsoorten zijn en waarom ze belangrijk zijn.
Voorbeelden van Toonsoorten
C majeur, G majeur, D mineur, A mineur

Slide 15 - Tekstslide

Geef voorbeelden van toonsoorten en vraag studenten om ze te herkennen.
Praktische Toepassing
Laat studenten een eenvoudig muziekstuk analyseren en identificeren welke intervallen, 3-klanken, toonladders en toonsoorten worden gebruikt.

Slide 16 - Tekstslide

Laat studenten zien hoe muziektheorie in de praktijk wordt toegepast. Geef instructies over hoe ze het muziekstuk moeten analyseren.
Samenvatting
Muziektheorie is de studie van de elementen van muziek. Intervallen zijn de afstanden tussen twee noten. 3-klanken zijn akkoorden die uit drie noten bestaan. Muziekgeschiedenis is de studie van de ontwikkeling van muziek door de tijd heen. Toonladders zijn een opeenvolging van noten die in een bepaalde volgorde worden gespeeld.

Slide 17 - Tekstslide

Herhaal de belangrijkste punten van de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.