Pedagogiek Lesweek 4 Ontwikkeling stimulering

INTERACTIEVAARDIGHEDEN
Les week 4
Ontwikkelingsstimulering 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

INTERACTIEVAARDIGHEDEN
Les week 4
Ontwikkelingsstimulering 

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  • Terugblik vorige les en deze nabespreken
  • Planning
  • Opdracht zelfstandig aan de slag ontwikkelingsstimulering
  • Nabespreken
  • Vandaag: interactievaardigheden: ontwikkelingsstimulering en begeleiden van interactie

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les, welke interactievaardigheden hebben we behandeld?

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent structureren en grenzen stellen?

Slide 4 - Open vraag

Het belang van structuren en grenzen stellen?

Slide 5 - Open vraag

Structureren en grenzen stellen: Wat doe je?

Slide 6 - Open vraag

 Structureren en grenzen stellen: Wat doe je?
  • Ik bied structuur door een vast en herkenbaar dagritme te hanteren
  • Ik maak duidelijk wat de bedoeling is van een activiteit
  • Ik zie er op toe dat de regels en afspraken nageleefd worden
  • Ik bespreek met de kinderen wat we gaan doen en wanneer
  • Ik benoem wat de regels en afspraken zijn die gelden op de groep (bijvoorbeeld tijdens de kring of bij het naar buiten gaan)
  • Ik leg uit waarom de regels en afspraken er zijn
  • Ik benoem gewenst gedrag
  • Ik benoem de volgorde van de activiteiten (wat gaan we eerst doen en wat daarna)
  • Hoe zeg je het?Ik spreek gestructureerd door de woorden ‘ eerst, dan, daarna’ te gebruiken
  • Ik gebruik een positieve toon (zoals waardering wanneer een kind de regels goed naleeft)

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht vorige les 
Bedenk een voorbeeld van het toepassen van kinderparticipatie in de buitenschoolse opvang.

Jullie maken een kinderparticipatiewerkvorm dat voor de pedagogisch medewerkers goed bruikbaar is in de praktijk. Zorg voor een verzorgde en professionele uitstraling, zodat het daadwerkelijk gebruikt kan worden binnen het Kindercentrum

Slide 8 - Tekstslide

Werkvormen 
Stickers of stemmen: nemen van gezamenlijke beslissingen, bijvoorbeeld over de aanschaf van speelgoed. Kinderen krijgen bijv drie stickers en mogen op de lijst van al het genoemde speelgoed aangegeven waar hun voorkeur naar uit gaat. Een leuke variant is om met fiches je stem te geven in dichte bussen (bijv melkpakken met daarop het plaatje van het speelgoed). 
Vergaderen: opzetten kindervergadering. Vergaderen met een vaste opbouw, uitkiezen van voorzitter, begeleiding door een groepsleider, korte agenda, eerste keer de bedoeling uitleggen, meer werkvormen gebruiken
Ren  je rot: Wanneer je een kind vanuit het niets vraagt wat het leuk vindt om te doen dan is dit lastig te bedenken. Met Ren-je-rot! geef je de kinderen een denkkader als er over activiteiten wordt nagedacht. Deze spelvorm is geschikt wanneer je met minimaal 6 á 7 (liefst meer) kinderen activiteiten gaat bedenken.

Slide 9 - Tekstslide



Vandaag: interactievaardigheden: ontwikkelingsstimulering en interacties begeleiden 

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 4 Portfolio 
1. Wat is ontwikkelingsstimulering?
2. Ontwikkelingsstimulering kun je op verschillende manieren toepassen. Hoe pas je ontwikkelingsstimulering toe in praktijk?
3. Geef twee voorbeelden hoe jij uitdaging en avontuur aanbiedt?
4. Geef een uitleg wat de begrippen zone van naaste ontwikkeling en talenten te maken hebben met ontwikkelingsstimulering?

Slide 11 - Tekstslide

Wat is ontwikkelingsstimulering 
Bij ontwikkelingsstimulering draait het om de acties die de pedagogisch medewerker
onderneemt om kinderen te stimuleren om kinderen te begeleiden bij het vergroten van
kennis en vaardigheden, passend bij het ontwikkelingsniveau en het potentieel van de
kinderen.Hierbij kan onderscheid gemaakt worden in de verschillende ontwikkelingsgebieden;

  • Sociaal-emotioneel
  • Motorisch
  • Cognitief
  • Taal
  • Creatief
Ze houdt daarbij rekening met de verschillen tussen kinderen.

Slide 12 - Tekstslide

Een pedagogisch medewerker kan de ontwikkeling van kinderen stimuleren door:

  • Nieuwe activiteiten en materialen aanbieden die aansluiten bij de behoefte en interesses van het kind
  • Wijzen op nieuwe mogelijkheden van activiteiten en materialen
  • Oog houden voor het eigen ontwikkelingstempo
  • Praten met kinderen over interessante onderwerpen of problemen
  • door interactie te stimuleren naar aanleiding van boeken. 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe pas je ontwikkelingsstimulering toe?
Gericht kijken naar het kind
Aansluiten bij de zone van naaste ontwikkeling
Spel verrijken
Oog hebben voor talent

Slide 14 - Tekstslide

2 voorbeelden hoe je ontwikkelingsstimulering toepasr 
● et aanbieden van (nieuw) spelmateriaal of over kinderen wijzen op nieuwe mogelijkheden van bekend spelmateriaal. Op de grond zitten en een toren bouwen met de bekers uit de keukenhoek. Of, zoals ik laatst op een babygroep zag, een heel aantal hydrofiel washandjes op de grond leggen met in elk een andere vulling (veilig dicht gestikt). De baby’s kropen nieuwsgierig naar de zakjes toe om ze te voelen en er mee te rammelen. Absoluut een voorbeeld van ontwikkelingsstimulering!

Goed kijken naar wat een kind al kan en hem uitdagen een stapje verder te gaan. Met name door iets aan te bieden of te veranderen in de omgeving.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeelden: Hoe pas je ontwikkeling stimulering toe in de praktijk 
  • Richt de aandacht op thematische activiteiten. Dat zijn activiteiten voor kinderen, rond een inspirerend thema, aangestuurd door de vragen en inbreng van kinderen. Richt de ruimte per thema anders in. Wissel het aanbod van materialen af. Hierdoor blijft de nieuwsgierigheid van de kinderen geprikkeld. 
  • Gebruik open-eind materiaal (materiaal dat op verschillende manieren te gebruiken is) Kinderen kiezen zelf hoe ze spelen met het materiaal en verzinnen hun eigen spel  en regels. Ze zoeken nieuwe mogelijkheden en combineren het vrij



    open-eind materiaal. Het stimuleert de fantasie. Denk aan stukjes stof, lege verpakkingen, denappels, gordijnringen, kartonnen dozen, lege plastiek flessen, knopen, stenen, plastiek buizen, paletten, kussens, dekens, houten planken. 
  • Stimuleer het zelf bedenken van oplossingen. O jee, nu is alles nat! Wat nu?
  • Speel mee. Hierdoor lukt het kinderen om na te doen. Meedoen is ook een vorm van veiligheid. In een veilige omgeving gaat het kind gemakkelijker op ontdekkingstocht.

Slide 17 - Tekstslide

Geef een uitleg wat de begrippen zone van naaste ontwikkeling en talenten te maken hebben met ontwikkelingsstimulering?
In interacties met kinderen kan de pedagogisch medewerker de ontwikkeling stimuleren door mee te doen aan en te helpen bij de activiteiten. Die begeleiding is het meest zinvol en effectief als deze zich afspeelt in een zone van naaste ontwikkeling.  

Hiermee wordt een activiteit bedoeld die zich tussen twee niveaus bevindt. Dus tussen het niveau van de actuele ontwikkeling (dit is het niveau waarbij het kind een activiteit al zelfstandig, op eigen kracht, kan volbrengen.) en van de naaste of nabije ontwikkeling ligt ( dit is het niveau waarbij het kind bij de activiteit ondersteuning krijgt). 
Het gebied daartussen is een zone van naaste ontwikkeling, een activiteit die uitdagingen en kansen biedt om een kind verder te brengen. 

Slide 18 - Tekstslide

Doel van ontwikkelingsstimulering 

Slide 19 - Tekstslide

file:///C:/Users/caw/Downloads/160205.pdf (gespecialiseerd pedagogisch werk)

Slide 20 - Tekstslide