Reactiekenmerken en energie in huis

3.1 Chemie overal
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.1 Chemie overal

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Reactie
Een reactie waar beginstoffen veranderen in reactieproducten, noem je een Scheikundige reactie.

Een ander woord voor een Scheikundige reactie,  is een Chemische reactie

Slide 3 - Tekstslide

Chemische reactie

Bij een chemische reactie verdwijnen
stoffen en ontstaan er nieuwe stoffen.


De stoffen die verdwijnen heten beginstoffen en de stoffen die

ontstaan heten reactieproducten.

Een chemische reactie kun je onder andere herkennen aan het veranderen van stofeigenschappen.


Slide 4 - Tekstslide

Faseverandering
Stoffen lijken te veranderen
maar er is geen chemische reactie.

Een faseovergang is dus géén chemische reactie

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken chemische reactie
  1. Bij een chemische reactie verdwijnen stoffen en ontstaan er nieuwe stoffen.
  2. Reactietemperatuur: voor elke reactie geldt dat er een minimale temperatuur is waarbij de reactie verloopt.
  3. Energie-effect: bij een reactie is energie nodig of komt er energie vrij.
  4. Totale massa beginstoffen = totale massa reactieproducten

Slide 6 - Tekstslide

3a) Endotherm energie-effect

Wanneer je steeds energie moet toevoegen
om er voor te zorgen dat de reactie doorgaat, is de reactie endotherm.

Wanneer de energietoevoer stopt, stopt de reactie
ook.

bijvoorbeeld: het koken van een ei



Slide 7 - Tekstslide

3b) Exotherm energie-effect

Wanneer bij de reactie energie vrijkomt,
is de reactie
exotherm.

Ook wanneer je de reactie opgang moet
brengen (bijvoorbeeld: een kaars aansteken) is de reactie
exotherm, 
alle verbrandingen zijn

exotherm.



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wet van Lavoisier

De massa van alle stoffen vóór de reactie samen is net zo groot als de massa van alle reactieproducten bij elkaar.

Dit wordt de wet van Lavoisier genoemd

LET OP!

Het gaat om alle stoffen.
Dus gassen moet je ook meetellen.



Slide 10 - Tekstslide

Volledige verbranding aardgas (chemische reactie)

Slide 11 - Tekstslide

Reactiesnelheid

De reactiesnelheid wordt beïnvloed door:

  • De soort stof
  • Verdelingsgraad
  • Concentratie
  • Temperatuur
  • Katalysator

Slide 12 - Tekstslide

5.2 Energie in huis

Slide 13 - Tekstslide

Doorbladeren van de theorie
Wat is belangrijk
Wat is niet belangrijk

Slide 14 - Tekstslide

Rekenfactor
1 kJ = 1000 J 
1 MJ = 1 miljoen J
1 GJ = 1 miljard J
1 kWh = 3,6 MJ

Slide 15 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
Energiebron

Soortelijke warmte

Rendement

Verbrandingswarmte

Slide 16 - Tekstslide

Formule
Q = m * c * (Te - Tb)

Q =  de hoeveelheid warmte in J
m = de massa van het water in kg
c =  de soortelijke warmte van het water (4180J/kg * C)
Te =  de eindtemperatuur van het water in C
Tb = de begintemperatuur van het water in C

Slide 17 - Tekstslide

Vermogen en rendement

Rendement bereken je met een verhoudingstabel

Geleverde energie = 100%

Slide 18 - Tekstslide

Werking koelkast
Een koelkast koelt niet
Maar ontrekt warmte uit de ruimte van de koelkast

Slide 19 - Tekstslide

Werking warmtepomp
Werkt hetzelfde als een koelkast
Maar dan andersom

Slide 20 - Tekstslide